- 16 -
handeling heeft, waarvan echter de uitwerking door verschillende
omstandigheden "buiten het college om, is opgehouden. Het doe t wel
eigenaardig aan, zegt spreker, dat hier thans door leden van den
raad bezuinigingen naar voren gebracht worden, terwijl bij de be
handeling der begrooting verschillende door B W voorgestelde be
zuinigingen niet werden aangenomen en tot verhooging van diverse
posten werd overgegaan. Spreker vreest dat men op deze manier weer
tot hetzelfde spelletje zal komen, want het is gemakkelijk genoeg
om met voorstellen tot bezuiniging op een of ander bij den raad
te komen, maar om die voorstellen aangenomen te krijgen is een
tweede kwestie. Bovendien is het dan nog de vraag, of ged.staten
zich met een dergelijke wijziging kunnen vereenigen.
De heer FRANKEN zegt met belangstelling het betoog van den heer
Juten te hebben gevolgd, en indien het mogelijk blijkt het tekort
te dekken zonder belastingverhooging zal de raad daar ongetwijfeld
dankbaar voor zijn, daar wel iedereen togen verhooging der belas
tingen is. Spreker gelooft niet, dat het mogelijk is den post voor
werkverschaffing te verminderen, want als er geen werkverschaffing
is, moet er toch steun uitgekeerd worden. Naar zijn meening is
het t beste, dat het college deze zaak terugneemt en eerst nog
eens bekijkt, of de dekking op een andere wijze in de begrooting
kan worden gevonden. Mocht dit zonder belastingverhooging niet
mogelijk blijken, dan gelooft spreker wel, dat er bij de meerder
heid van den raad voldoende vertrouwen in het college bestaat om
dat voorstel aan te nemen.
De VOORZITTER zegt,dat over dit voorstel ook in het college
veel is gesproken, aanvankelijk onder leiding van den burgemeester
en tijdens diens ziekte onder sprekers leiding. Van alle kanten
is de zaak bekeken. Zooals de raad weet, bedroeg het tekort op de
begrooting voor 1936 oorspronkelijk f.60.000,Dat bedrag is
toen gevonden door verschillende posten te verminderen en de daar
door aangebrachte bezuinigingen waren reeds zoodanig, dat het
haast niet meer doenlijk is nog meer te schrappen. Doordat de
kosten voor werkverschaffing niet meer op den" kapitaaldienst mogen
worden gebracht, zooals vroeger, maar onder de gewone middelen
moeten worden opgenomen, zijn we thans opnieuw voor een tekort
komen te zitten en zijn E v7 noodgedwongen met dit voorstel ge
komen, Nu ig het van den eenen kant wel in het belang der gemeente
dat niet allee meer op den kapitaaldienst kan worden gebracht,
want voor de toekomst zouden de lasten daardoor zoo enorm worden,
dat ze niet meer op te brengen zouden zijn. Wanneer we bijvoorbeeld
zien naar het groote bedrag, dat we jaarlijks moeten opbrengen voor
onze mooie straten en dat 3Ó jaren lang, dan wil spreker er op
wijzen, zonder daarvoor ook maar iemand een verwijt te willen doen,
dat een dergelijke last toch ieder jaar opnieuw op de begrooting
drukt. Toen dit college aan het bewind kwam, was het voor ons een
zeer moeilijke en ongunstige toestand. Immers, vroeger konden de
begrootingen heel wat gemakkelijker kloppend gemaakt worden omdat
men dan een batig slot van een vorigen dienst tot zijn beschikking
had. Zoo was er 4 jaar geleden een batig slot van f.130.000 en
twee jaren geleden kon nog begonnen worden met oen batig slót van
J-5XS29- Df ontvangsten bedroegen toen nog f.1628000,— thans
£*25222 minder- Dit maakte voor ons dus een verschil vpn
dfr ?an slot en f.300.000,— minder aan ont
vangsten, Daar komt nog bij, dat toen bepaald werd, dat de gemeen
telijke belastingen werden afgeschaft en de inkomsten daaruit voor
dö gemeenten gevonden moesten worden in opcenten, dit ook een4ge
verlaging van belasting meebracht, terwijl de gemeentelijke lasten
voor wat de werkversohaffing en steunverleening betreft, steeds
grooter zijn geworden. Spreker heeft dit slechts aangehaald om aan
te toonen, dat het in vorige jaren heel wat gemakkelijker was een
begrooting kloppend te maken dan nu. En wanneer spreker nu nog
zegt, dat het college eigenlijk bij de begrooting al stond voor
het feit, dat de belasting verhoogd diende te worden en zulks nog
slechts vermeden is door het aanbrengen van de grootst mogelijke
bezuinigingen, dan zal de raad begrijpen, dat een verder bezuini
gen op de posten der begrooting thans"niet meer mogelijk is, wan
neer men althans niet van den wal in den sloot terecht wil komen.
Natuurlijk is het altijd mogelijk om de uitgaven nog verder te be
snoeien, maar men krijgt dan een begrooting, die is als een prach
tig hoofd op een uitgemergeld lichaam. Nu reeds kunnen verschil
lende werken niet meer worden uitgevoerd, omdat de begrooting het