- 12 - geen overwegend belang. Spreker hoopt, dat de raad deze eaak eerst ernstig onder de oogen zal zien, alvorens een beslissing te nemen. De heer VAN HASSELT wil er op de eerste plaats op wijzen, dat ook over deze belangrijke zaak de commissie van financien weer niet is gehoord. Was het nu niet beter geweest, vraagt spreker, wanneer deze kwestie eerst eens rustig in die commissie was behandeld, waardoor de deskundigen op dit gebied de gelegenheid hadden gehad er hun oordeel over te laten gaan. Speler gelooft, dat de raad den heer Juten dankbaar raag zijn, dat deze zich de moeite he ei t getroost de begrooting nog eens nauwkeurig na te gaan. Hij begr •-jpt wel, dat de raad thans moeilijk kan zeggen om zonder meer met ie door den heer Juten aangegeven richtlijnen mee te gaan, maar c.6'; is ook niet noodig Men kan aan de hand daarvan de zaak eerst nog eens rustig bekijken en daarom zou spreker het wel verstandig vin den, wanneer het voorstel naar B W werd gerenvoyeerd om deze aangelegenheid eens ernstig met de commissie van financiën te over leggen. Het den heer Juten is spreker het eens, dat in de eerste 5 maanden van het jaar, welke thans voorbij zijn, zoo goed als geen werkverschaffing is geweest en de hiervoor op de begrooting uit getrokken post dan ook met 5/12 kan worden verminderd. Die p;>st van f.100.000,kan dus gemakkelijk worden terug gebracht tot f.80000,- Spreker wijst er in dit verband op, dat vroeger, toen zij het genoegen hadden aan den anderen kant te zitten, er bijna geen ver gadering voorbij ging, of er werd van bepaalde zijde aangedrongen op werk en nog eens werk voor de werkloozen, en we zijn daar steeds zooveel mogelijk aan tegemoet gekomen. En als spreker nu ziet, hoe weinig er sinds September van het vorig jaar aan werkverschaffing gedaan is, dan is het toch wel eigenaardig, dat er nu van die zijde niets gezegd wordt. De VOORZITTER verzoekt den heer van Hasselt bij het onderwerp te blijven en niet over de werkverschaffing te spreken. De heer VAN HASSELT zegt bij het aan de orde zijnde onderwerp te blijven, doch daarbij toch de motieven voor zijn meening naar voren te mogen brengen. Nu kan men wel de opmerking maken, dat, als er geen werkverschaffing is, er toch steun uitgekeerd moet worden, maar naar sprekers meening is dat bedrag niet zoo groot, omdat dit slechts 0,6 <j0 van f.20000,is. Wat den door den heer Juten aangehaalden post van f.3000,voor het feest in 1938 betreft, is spreker van meening dat, als dit feest moet gaan ten koste van de belastingbetalers, het beter achterwege kan blijven. Ten aanzien van de vergoeding voor het lager onderwijs, is het wel eigenaardig, dat jarenlang ged.staten en de Kroon niet wilden hooren van een verlaging en nu eindelijk enkele maanden geleden goedgekeurd werd om het bedrag op f.9,Per leerling te stellen, vinden ged.staten ook dat bedrag nog te hoog en achten zij een ver goeding van f.8,voldoende. Spreker heeft daar geen bezwaar tegen, dooh wil er slechts bij opmerken, dat ged.staten hiertoe ook wel enkele jaren eerder hadden kunnen overgaan, omdat de toestand toen ook al zoo was. Wethouder MEERPACH wil den heer van Hasselt hier even interrum- peeren en er op wijzen, dat ged.staten die vergoeding van f.9, per leerling nu wel te hoog vinden, maar de Kroon daar wel anders over zal denken. We hebben na veel moeite thans bij de Kroon ge daan kunnen krijgen, dat de vergoeding op con bedrag van f.9, gesteld zou worden, en daar we die goedkeuring eigenlijk pas hebben gekregen onder moreel beding, dat we ook in de toekomst die f.9, zouden handhaven, gelooft spreker niet, dat met een verlaging acooord zal worden gegaan, ook al zouden ged.staten dat wenschen. De heer VAN HASSELT zegt, dat meeningen vlug kunnen veranderen en evenals zulks in Den Boson in eenige maanden tijds gebeurde, is dat ook in Den Haag heel goed mogelijk. In dezen tijd moeten de bakens nu eenmaal verzet worden naar het getij verloopt en overal moet de tering naar de nering gezet worden, en als we dan zien, dat de scholen in de omliggende gemeenten met een vergoeding van f*5»Per leerling moeten rondkomen, dan is een bedrag van f.8, hier nog behoorlijk en gelooft hij, dat op dezen post gemakkelijk f.3000,gevonden kunnen worden. Spreker wil hierbij opmerken, dat de vergelijking met de scholen in de omliggende gemeenten niet heelemaal opgaat omdat de omstandigheden daar zoo geheel anders zijn, maar een vergoeding van f.8,is z.i. toch voldoende. De f.500,uit het salaris van den directeur van het abattoir zijn er reeds, omdat de raad reeds eerder dat salaris verlaagd heeft

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1936 | | pagina 167