- 9 - men met zoogenaamde klachten bij het college kwam, want zoodra aan de klagers gevraagd werd om een en ander op pepier te zetten, dan hielden plots de klachten op en hoorde men niets meer. Er is een spreekwoord, dat zegt: praatjes vullen geen gaatjes, en zoo zal het ook hier wel mee zijn, zegt spreker, Dat spreker hier elke gelegenheid te baat zou nemen om onhebbe lijk te zijn tegenover het college, ontkent hij ten sterkste. Dat hij critiek uitoefent op dingen, die z.i, verkeerd zijn, is iets anders, en is ook zijn goed recht, maar het is niet waar, dat zulks afbrekende critiek zou zijn. Spreker zegt hier duidelijk en onom wonden hoe hij den toestand ziet en hij zal dat blijven doen, niet om op die manier af te breken, maar om op te bouwen. Om deze reden heeft spreker ook geen enkel persoon genoemd of naar voren gescho ven, en het gaat naar zijn meening niet aan om, zooals de wethouder doet, een ander iets in de schoenen te schuiven. Dat is z.i. on juiste politiek. Het doet spreker genoegen, dat de Voorzitter nog tijdig op z'n standpunt is teruggekomen door spreker toch het woord te verleenen, waardoor hij in de gelegenheid was een en ander in het belang der gemeente alsnog recht te zetten. De VOORZITTER vraagt, of de heer Scheffelaar zijn voorstel cm de voordracht naar B W te renvoyeeren, handhaaft. De heer SCHEFFELAAR antwoordt bevestigend. Daar zijn voorstel echter niet gesteund wordt, kan het niet in omvraag worden ge bracht. Op voorstel van den VOORZITTER wordt dan het stembureau gevormd door de heeren Krui ze, Ualder en Scheffelaar, waarna tot stemming wordt overgegaan. Uitgebracht worden 18 stemmen, waarvan 31 op uen heer Suykerbuyk en 7 oo den heer Ooms, zoodat de heer suykerbuyk benoemd is. De VOORZITTER deelt mede, dat aan den heer Suykerbuyk van zijn benoeming kennis gegeven zal worden. Onder dankbetuiging voor de bewezen diensten, wordt het stem bureau hierna door den VOORZITTER ontbonden. V. VOORSTEL OM OVER TE OaAN TOT VERWEER IN RECHTEN TEGEN HET CAS SATIEBEROEP DOOR A.J.J.DE MEULEiviEESTER INGESTELP NAAR AANLEIDING VAN HET ARREST VAN HET GERECHTSHOF TE s-HSRÏOGENBQSCH dd.ll FEBRUARI 197ÏÏ7" (Verzameling 1936 nr.69.) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. VI. VOORSTEL TOT VERHOOGING VaN DE HEFFING VAN OPCENTEN OP DE H00FD- SOIi DER PERSONEELS BELASTï¥5~ (Verzameling 1936" "nr.73TT De heer JUTEN zegt dat, wanneer hem ooit een voorstel en toe lichting van B W is tegengevallen, het wel met dit voorstel is. Doordat de kosten voor werkverschaffing voortaan op den gewonen dienst moeten worden uitgetrokken is er een tekort op de begrooting ontstaan van f.21000, Sn nu is het opvallend, zeet spreker, dai. dit college geen kans heeft gezien om dat bedrag hetzij in ontvang sten of uitgaven te vinden op een begrooting van ruim 1 millioen driehonderd duizend gulden. Spreker is van meening, dat het tekort komende bedrag gemakkelijk zonder belastingverhooging is te vinden en daarom wil hij deze z' ak even van voren "af aan bezien. In hun toelichting zeggen B W dat het de wensch is van ged. staten, dat gewone dekkingsmiddelen gezocht worden voor de kosten van werkverschaffing. Nu is op de begrooting voor werkverschaffings- loonen een post geraamd van f.100.000,Intusschen is echter reeds 5/12 van het begrootingsjaar gepasseerd en wij kunnen dus op onze vingers natellen, dat dit bedrag niet meer ten volle in werkverschat fing verloond zal worden. Dat bedrag van f.100.000,is naar spre kers meening dan ook gevoeglijk terug te brengen tot f.80.000, 20% daarvan voor de gemeente is f.l6000,tot welk bedrag het tekort dus zou kunnen worden terug gebracht. Spreker heeft daar straks reeds gezegd, dat een bedrag van f.21000,gemakkelijk te vinden moet zijn, en nu we dat bedrag nog met f.5000,zouden kun nen verminderen, lijkt het spreker zoo eenvoudig om dat te vinden, dat hij zich geenszins vereenigen kan met de zienswijze van het college. Het is natuurlijk heel gemakkelijk en wel de eenvoudigste weg voor het college om te zeggen: we kunnen niets vinden in de begrooting zelf om dit bedrag te dekken en daarom komen we met een voorstel tot verhooging der belastingen, maar dan doet men dat zon der de begrooting nauwkeurig bestudeerd te hebben. Spreker ie er

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1936 | | pagina 164