- 2 - werkzaamheden von het ooilege ook wel gewenscht, dat het college weer voltallig is. De beslissing hieromtrent is echter aan den raad De heer JUTEN zou in elk geval stemming willen. Hij vindt het onjuist, dat voor zoo'n korten tijd de reserve-wethouder in functie treedt, omdat deze zich dan toch niet volkomen kan inwerken. Wat de opmerking betreft als zou het college voltallig gemaakt moeten worden met het oog op eventueele stemmingen, wil spreker er op wijzen, dat voor dergelijke gevallen de toestand van nu juist goed is, omdat het nu niet kan voorkomen, dat de stemmen staken en dan de stem van den Voorzitter moet beslissen. De heer BEKKER doet dan het voorstel om den heer Boschman als waarnemend wethouder in functie te doen treden. Spreker wijst er nog op, dat men natuurlijk niet behoeft te verwachten, dat de waar nemend wethouder de te vervullen werkzaamheden direct onder den knie zal hebben, maar het gaat dan ook in hoofdzaak om het werk van de leden van het college in deze omstandigheden iets te ver lichten. De heer SCHEFFELAAR vraagt, of bij aanneming van het voorstel van den heer Bekker, de stem van den waarnemend voorzitter ook beslissend is bij stemmingen in het college. De VOORZITTER antwoordt bevestigend. De heer KIEPE meent, dat de raad bij de benoeming van een reserv wethouder eigenlijk een vergissing heeft begaan, en een reserve lid van het college van B W had moeten benoenen. Immers, nu zou er eigenlijk een reserve-burgemeester moete^ zijn. Daar het voorstel van den heer Bekker voldoende gesteund wordt, brengt de VOORZITTER dat in stemming, waarbij het wordt aangenomen met 11-6 stemmen. Vóór stemden de heeren v>' Kaam,WalderMusters,Verlinden,Meer- bach,De Moor,Becht,BekkerFranken,Kruize en Dielissen. Tegen stemden de heeren Do-mers,van HasseltKiepeBroekmans, Juten en Scheffelaar. De heer BOSCHMAN was bij deze stemming afwezig. Nadat de heer Boschman in de vergadering was terug gekeerd,ver zocht de VOORZITTER hem in den wethouderszetel plaats te nemen, waaraan door den heer Boschman werd voldaan, na vooraf den raad z'n dank te hebben betuigd voor het in hem gestelde vertrouwen. De VOORZITTER deelt hierna mede, dat nog is ingekomen een ver zoek van den heer Ver linden or. in deze vergadering te mogen spreken over de beelden voor den voorgevel van het stadhuis en den toestand van den Ouden Stationsweg, en van den heer Dielissen om te mogen spreken over de aanstelling vnn een parkwachter. Spreker stelt voor, deze interpellaties toe te staan na afhande ling der agenda. Aldus wordt zonder hoofdelijke stemming besloten. De VOORZITTER stelt dan aan do orde punt I der agenda: VASTSTELLING VAN DE NOTULEN VaN DE VERGADERING VAN DEN RAaD VAN 28 APRIL 1936. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de notulen ongewijzigd vastgesteld. II. INGEKOMEN STUKKEN. aJoh.schuyl. lid van den raad der gemeente Berden op Zoom. Bergen op Zoom 10 Mei 193b. Bericht dat hij, in verband met zijn gezondheidstoestand, voor- loopig verhinderd is eventueele vergaderingen bij te wonen. b. Gedeputeerde staten var. *Toordbrabants-Uer togenbosch 13 Mei 1936. G.nr.115. Goedkeuring van het raadsbesluit tot wijziging der gemeente- begrooting voor het dionstjarr 1935» (8e wijziging). cGedeputeerde staten van "ooru^rabant1s-Hertogenbosch 13 Mei 1936- G.nr.3^8. IVe afdeeling. Goedkeuring van het raadsbesluit tot het treffen van een gemeen schappelijke regeling inzake de hulpverleening bij brand met de gemeente Halsteren. dGedeputeerde staten v Noordbrabant. 's-Hertogenbosch 13 Mei 1936T G.nr.355, Ille afdeeling. Toezending van een uittreksel uit het Koninklijk besluit van 2 Mei 1936, nr.6, houdende goedkeuring van het raadsbesluit tot het vaststellen van een verordening op de heffing van besmette lijke zioktengelden

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1936 | | pagina 157