- 12 -
steun, maar is iets wat allo gemeenten krijgen, terwijl de nood
lijdende gemeenten daarentegen nog heel andere "bijdragen krijgen.
Spreker meent dan ook, dat hier aan de gemeente zelf het recht ge
laten moet worden om de salarisschalen voor haar personeel te be
palen. Hij is het dan ook niet eens met een verlaging van 2^f0 op
de sagarissen der ambtenaren, terwijl hij zich ook niet /ereenigen
kan met een 5 noonklassen-stelsel
De heer BEKKE... ia het volkomen eens met hetgeen door den heer
Walder in doze n'.ar voren gebracht is. Het is heel gemakkelij om
te zeggen, c'tat do loonen der werklieden moeten worden aongepa-t
aa.n de loonen in het vrije bedrijf, maar er moet tenslotte toch
een grens zijn voor wat die aanpassing betreft. Wanneer na de loo
nen aangepn.st zijn, dan kunnen ze in het vrije bedrijf weer opnieuw
omlaag gaan. Daarom moet er een grens zijn en naar sprekers meening
is die grens voor deze gemeente thans bereikt. Spreker kan z~ch
dan ook ten volle vereenigen met het voorstel van F W, cok al
zul],en daar,voor wat de indeeling in loonklassen betreftnes: wel
fouten aankleven. Dat zal men echter steeds houden, omdat ten
slotte nooit iedereen te voldoen za.1 zijn.
De heer VAN KAAM zet uiteen hoe de indeeling in de thans voor
gestelde 5 loonklassen in het georganiseerd overleg tot stand is
gekomen. De vijfde loonklasse is er aan toegevoegd voor slechts
enkele menschen, spreker meent een tweetal, en hij gelooft r.ir
dat dit ecnig bezwaar za.1 meebrengen. Hij zal zijn stem dan ook
aan dit voorstel geven.
De heer VERLINDEN zegt dat, toen de leden der commissie voor
georganiseerd overleg deze aangelegenheid in handen kregen, aij
tot de conclusie zijn gekomen, dat bij een 5 klassen-indeeling moe"
billijkheid kan worden betracht. Een duidelijke omschrijving van
functies zou daarbij echter een gebiedende eisch zijn, opdat men
niet willekeurig in een loonklasse gesteld zou kunnen worden. Men
is daarom niet gekomen met eon voorstel, dat op losse schroeven
staat, naar met een indeeling in verschillende categoriën. Nadat
een subcommissie benoemd was, zijn de hoofden van dienst gehoord
en daarbij is duidelijk geargumenteerd waarom betrokkenen in een
bepaalde klas thuis behoorden. Naar sprekers meening worden op
deze wijze excessen voorkonen en de moeilijkheid der indeeling
voor het college gemakkelijker gemaakt. Spreker zal zijn stem dan
ook geven aan het voorstel van B W.
Wethouder DE HOOR vraagt, naar aanleiding van de opmerking van
den heer Kruize, of deze ook weet of de door hem bedoelde werkman
in salaris achteruit gegaan is?
De heer KRUIZE zegt dat niet te weten. Naar zijn meening doet
er dat echter ook niets toe. Het gaat er slechts om, dat iemand
die 17 jaren'aan de haven gewerkt heeft, nu gedegradeerd wordt
door plaatsing bij de gemeentereiniging. Dat is z.i. niet in den
haak.
De heer BECHT deelt hierin de meening van den heer Kruize.
Wethouder DE MOOR zegt slechts de vraag gesteld te hebben om
het volgende te zeggen. Hij weet niet, of het den heer Kruize
bekend is, dat op het oogenblik bij den reinigingsdienst enkele
menschen ziek zijn en omdat daar heel veel werkzaamheden zijn,
zijn er eenige andere menschen naar dien dienst geplaatst. Wanneer
de arbeiders van de reiniging hersteld zijn, gaan de andere weer
gewoon naar hun eigen werk terug. Var. een speciaal geval als door
den heer Kruize bedoeld, is spreker niets bekend.
De heer KRUIZE zegt,dat dit allemaal wel mogelijk is, maar
waarom worden de plaatsen van zieken bij de gemeentereiniging dan
niet aangevuld door werkloozen? Die zijn er genoeg en die willen
ook wel eens wa.t meer verdienen. De persoon, dien hij bedoelt,
heeft aan zijn eigen taak ook volop werk, en daar kan hij ook niet
gemist worden, of er zou dan in zijn plaats een ander moeten komen.
Bij openbare werken vult men de arbeiders ook aitijd aan met werk
loozen, zegt spreker, en waarom is dat dan hier ook niet gebeurd?
Wethouder DE HOOR meent dat het hier eigenlijk een interne
kwestie van den dienst betreft. Hij zal echter een en ander als
nog nader onderzoeken.
Wethouder MUSTERS vraagt den heer Juten, wat hij bedoelt met te
zeggen, dat dit voorstel van B W eigen belang ademt. Spreker
weet niet, welk eigen belang hij bij dit voorstel kan hebben.
De heer JUTEN gelooft dat hij in deze toch duidelijk genoeg