- 6 -
Wethouder MUSTERS is van meening, dat wel de meerderheid van het
college tegen het afstaan der straat zal zijn, maar dat- zal dan wel
uit het prae-advies blijken.
De heer JUTEN merkt op, dat het college nu alvast de meening van
verschillende leden kent, en daarmede zijn voordeel kan doen bij
het opmaken van het prae-advies.
De VOORZITTER vraagt of deze zaak niet beter nu ineens kan wordei:
afgehandeld, nu de raad er toch zijn meening al over gezegd heeft.
De heer BECHT acht het beter eerst het prae-advies van B W af
te wachten, voordat te dezer zake een beslissing genomen wordt.
Verschilletüo 1 >den zijn het hiermede eens.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dan besloten het stuk te stel
len in handen van burgemeester en wethouders ter fine van prae-
advies.
III. VOORSTEL TOT MIJZIGING VAN DE GEMEENTEBEGROOTING EN DE BEOROO-
TING VAN DEN DIENST VAN GEMEENTEWERKEN VOOR HET DIENSTJAAR l^--
resp7e en ke wij ziging.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt, over
eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, de gemeente-
begrooting en de begrooting van den dienst van gemeentewerken voor
het dienstjaar 1935 gewijzigd overeenkomstig de ter inzage gelegde
ontwerp-be slui ten
IV. VOORSTEL TOT WIJZIGING DER GEMEENTEBEGROOTING VOOR HET DIENST
JAAR 1935. (8e wijziging.)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt, over
eenkomstig het voorstel van burgemeester cn wethouders, de gemeentq-
begrooting voor het dienstjaar 1935 gewijzigd overeenkomstig het
ter inzage gelegde concept—besluit nr.3/118 B,
V. VOORSTEL TOT:
a HET OPHEFFEN VAN DE 3ETREKKING VaN 2e ONDERWIJZER AAN DE OPEN-
BARE LaGERE SCHOOL 7 vclRIJT STRAAT nr. 2:
b HET VERLEENEN VAN EERVOL ONTSLAG AAN DE ONDERWIJZERES MEJ.Ha.
Ma.Pa.van HOOFF.
(Verzameling 193S nr.57.)
De VOORZITTER brengt, in verband met dit voorstel, Mej.v.Hooff
dank voor het vele werk, dat zij in het belang der school verricht
heeft. Hoewel zij nog slechts enkele jaren hier was, heeft zij in
dien tijd toch getoond haar plaats ten volle waard te zijn geweest.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het
voorstel van bureomoester en wethouders besloten.
VI. VOORSTEL TOT;
a HST üPÜ5IFËrT DER COMMISSIE VAN PLAATSELIJK TOEZICHT OP HET
LhGER ONDERWIJS IN DE GEMEENTE BERGEN OP ZOOM;
b HET VERLEENEN VAN' EERVOL ONTSLAG AaN DE LEDEN DEZER COMMISSIE
c HET INTREKKEN VAN DE VERORDENING. REGELENDE DE INRICHTING EN
samenstelling v^n de commissie van plaatselijk toezicht öp
het l*ger onderwijs in de gemeente bergen op zoom, vastgèsteli
BIJ BESLUIT VAN IR JU ART 1921.
(Verzameling 193& nr.58.J
De heer KIEpE heeft in de stukken gezien, dat de opheffing dezer
commissie geschiedt uit een oogpunt van bezuiniging. Hij vindt de
bezuiniging van f.50,dis hiermee bereikt wordt, echter niet zoo
groot, dat hij daarvoor een commissie,welke nuttig werk verricht,
zou willen laten verdwijnen. Hij vraagt, of deze commissie in het
verleden zoo weinig nuttig werk gepresteerd heeft, dat zij thans
ineens opgeheven moet worden?
De heer SCHEFFELAAR zegt indertiji ook lid van deze commissie
te zijn geweest. Er was toen nog al wat werk aan verbonden, omdat
meermalen bezoek aan de scholen moest worden gebracht en staten
werden aangehouden betreffende mutaties der leerkrachten, het aan
tal kinderen e.d. Die staten werden dan elk jaar aan den raad over
gelegd. Later werd dat bezoek der scholen echter niet meer verplich
tend en werden ook de werkzaamheden der commissie veel minder.
Spreker kan zich dan ook wel met het voorstel vereenigen, doch zou
vragen, of nu B 'J de taak der commissie overnemen.
wethouder MEERBACH wijst er op, dat de opheffing der commissie
niet verplichtend, maar facultatief is gesteld. Wanneer de commis
sie van eenig practisch nut was voor het gemeentebelang, dan zou
het college dat bedrag van f.^0,er zeker gaarne voor beschik
baar stellen, maar het nut van de commissie is zeer illusoir geble
ken en nu de mogelijkheid geopend is om haar op te heffen, hebben
B W gemeend daar gebruik van te moeten maken. Wat de vraag van