- IQ -
De heer SCHEFFELAAR wijst er op, dat de gunning nog niet heeft
plaats gehad, en de minister er zijn goedkeuring nog aan moet
hechten.
De heer SCHUYL merkt op, dat bij de stukken omtrent deze zaak
niets ter inzage gelegen heeft. In verband met het voorstel op de
agenda om hieromtrent een beslissing te nemen, was dit wel erg
eigenaardig. De raad kan toch moeilijk een dergelijke zaak beoor-
deelen, wanneer hij geen inzage kan nemen van de stukken, en in
de vergadering ineens voor de feiten wordt geplaatst. aIs spreker
goed geluisterd heeft, worden aan dit werk uitsluitend arbeiders
te werk gesteld, die op 1 Januari 1935 reeds in deze gemeente
woonden. Spreker kan zich daar wel mee vereenigen, maar zou ook
onder de vce -wr rdcn willen zien opgenomen, dat minstens het
plaatselijk coldcnd loon of contractloon betaald wordt. Men kan
nu wel zeggen, dat het loon bepaald is op 4*5 cent per uur, maar
wanneer daar dan nog af moeten de kosten voor sociale verplichtin
gen en de winst voor den aannemer, dan blijft er geen behoorlijk
loon meer over. Haar sprekers meening moet het loon dan ook in de
voorwaarden worden opgenomen, daar de aannemer, aan wien het werk
hier gegund wordt, voor spreker geen voldoende waarborg is te dezei
zake.
De heer SCHEFFELAAR zegt,dat het uurloon van ^5 cent, dat in
het bestek staat, alleen betreft den poet onvoorzien, en niet op
het werk zelf slaat.
De heer FRANKEN zegt het bestek niet gelezen te hebben es hier
omtrent niets lag bij de ter inzage gelegde stukken. Hij had echter
hetzelfde willen vragen als de heer Schuyl en is het dan ook geheel
eens met hetgeen deze naar voren gebracht heeft.
De VOORZITTER zegt,dat in de voorwaarden geen wijziging meer
kan worden gebracht, nu de aanbesteding heeft plaats gehad.
Hij schorst hierna de openbare vergadering, om den raad in de
gelegenheid te stellen in besloten zitting over te gaan.
Na heropening stelt de VOORZITTER aan de orde het voorstel tot
aankoop der gronden aan de "Zeekant" van de Gebrs.Touw volgens de
met dezen getroffen nieuwe overeenkomst.
De heer BECHT blijft bij zijn reeds eerder naar voren gebrachte
meening, dat de voorwaarde waarbij de gemeente verplicht wordt tot
schadevergoeding bij eventueele schade aan de bron, voor de gemeen
te niet aanvaardbaar is. Hij zal daarom tegen dit voorstel stemmen.
De heer SCHEFFELAAR zal ook tegenstemmen op denzelfden grond
als de heer Becht.
De heer BROEEMANS zegt den vorigen keer te hebben tegen gestemd,
doch nu in verband met het gesprokene in besloten zitting zijn ster.
aan het voorstel te zullen geven.
De heer VAN HASSELT verklaart tegen het voorstel te zullen stem
men, omdat hij dit plan thans zeer praematuur acht en niet vast
staat, dat het ooit zal worden uitgevoerd.
De heer VERLINDEN zal vóór het voorstel stemmen, omdat hem uit
de besprekingen in besloten zitting gebleken is, dat van een risico
voor de gemeente vrijwel niet meer geeoroken kan worden.
De VOORZITTER brengt dan het voorstel van B W in stemming,
waarbij dit wordt aangenomen met 13 - 6 stemmen.
Vóór stemden de heeren Musters,de Moor,Meerbach,Bekker,Schuyl,
Verlinden,Franken,Boschman,Broekmans,Kruize,Dielissen .van Kaam en
Walder
Tegen stemden de heeren Scheffelaar,Kiepe,van HasseltJuten,
Demmers en Becht.
De heer SCHUYL wil nog even terug komen op de aanbesteding van
den kazernebouw. De Voorzitter heeft de vergadering wel geschorst,
zegt spreker, maar hij was daaromtrent nog niet uitgesproken.
Spreker zou willen voorstelden, dat door B W alsnog bij den
minister zal worden aangedrongen om als voorwaarde voor de gunning
te stellen, dat door den aannemer het contractloon of het plaatse
lijk loon zal worden betaald.
De VOORZITTER zegt,dat aan de voorwaarden van het bestek thans
niets meer te veranderen of toe te voegen is, nu de aanbesteding
al gehouden is. Overigens heeft de gemeente hierin geen zeggenschap
De heer SCHUYL vindt het wel een eigenaardige toestand, dat de
gemeente de kosten moet betalen, maar over de voorwaarden voor de
uitvoering van het werk niets te zeggen heeft.
De heer BECHT is het daarmede oens.