- Ik -
het geval meer. Spreker vraagt zich ook af, of bij dit voorstel
niet een addertje onder het gras schuilt ten aanzien van de week
markt, waardoor deze nog meer beknot zou kunnen worden.
Hij wijst er verder op, dat do gemeente overal zulke mooie
borden heeft laten plaatsen met de woorden "Vestigt U te Bergen-
op-Zoom"
De VOORZITTER merkt op, dat die borden er nu niet meer zijn.
De heer BEKKER zegt dat dit wel mogelijk is, maar als er hier
of daar nog een staat, dan kan men er beter bij laten zetten
"niet voor winkeliers en werkloozen". Ook op de reclameborden
voor bouwgrond van de gemeente moet bij het aannemen van deze
verordening maar worden bijgezet "niet voor winkeliers", want het
is immers de bedoeling van deze verordening, dat er voorloopig
geen enkele winkel meer bij komt. Het is niet sprekers bedoeling
om zich geheel tegen dit voorstel te kanten, want ook naar zijn
meening behoort de middenstand geholpen te worden, doch hij is
het met den heer van Hasselt eens, dat met deze verordening het
beoogde resultaat niet zal worden bereikt.
De heer BROEKMANS zegt,dat het hem genoegen doet hier geen
stemmen gehoord te hebben, die zich geheel kanten tegen de ver
ordening, zooals die door de commissie tot saneering van het
winkelbedrijf in deze gemeente is voorgesteld. Er is hier op
gemerkt, dat deze verordening misschien niet noodig zal zijn
omdat er een wetsontwerp tot regeling van deze materie is inge
diend. Lttt is inderdaad juist, zegt spreker, zoo'n rijkswet komt
er, maar die gaat niet ver genoeg. Daarom ook zijn er reeds ver
schillende gemeentebesturen zelf aan begonnen om voor hun eigen
gemeente een verordening in het leven te roepen als hier wordt
voorgesteld, een verordening, waarin ook het behoefte-element is
opgenomen, hetwelk uit de rijksverordening is weggelaten. Het is
spreker bekend, dat vanuit middenstandskringen bij de regeering
zal worden aangedrongen om dat behoefte-element alsnog in de wet
op te nemen, maar omdat het voor de regeering moeilijk is daar
voor een algemeene regeling te treffen, zal zulks wel aan een
plaatselijke regeling worden overgelaten. De verordeningen, welke
de gemeenten nu maken, kunnen voor de regeering een stimulans
zijn, een drang, die van de gemeenten uitgaat om het behoefte
element in de rijkswet in te schakelen.
Er is verder gezegd, dat deze verordening voor den middenstand
maar een lapmiddel zal zijn. Maar dan wil spreker daar tegenover
stellen, dat we op het oogenblik vol lapmiddelen zitten. We hebben
lapmiddelen voor de arbeiders, voor de boeren, voor de industrie,
waarom zouden we er dan ook geen mogen hebben voor den midden
stand? Laat het dan een lapmiddel zijn, zegt spreker, het is toch
altijd nog beter dan niets. Dat in het ontwerp voor de rijkswet
alleen rekening wordt gehouden met de financieels draagkracht en
de deskundigheid, is juist, maar naar sprekers meening zal het
met die deskundigheid nogal losloopen. Wanneer men bijvoorbeeld
ziet, wat er zooa„l in winkels op de dorpen verkocht wordt, dan
zal men het met spreker eens zijn, dat onmogelijk gevergd kan
worden, dat de winkelier van al die artikelen de noodige vak
bekwaamheid zou hebben. In dp„t opzicht zal de wet dan ook nog wel
eenige verandering moeten onder gaan.
Vast staat in elk geval, dat er op de een of andere manier
iets gebeuren moet om den middenstand te helpen, al is dat dan
ook maar een lapmiddel. Men moet maar eens nagaan wat een winkels
or in de afgeloopen 15 jaren zijn bijgekomen, waardoor de strijd
voor den middenstander niet alleen zooveel moeilijker is geworden,
maar waardoor ook vele oude bestaande zaken moesten verdwijnen.
Wie zal het leed peilen, dp.t daar geleden is voordat tot die ver
dwijning moest worden overgegaan? De buitenwereld weet daar in
de meeste gevallen immers zoo weinig van.
Door den heer Bekker is de kwestie van de weekmarkt hier weer
naar voren gehaald, doch spreker acht het niet juist, dat men in
verband met dit voorstel nu weer met een oud bijltje wil gaan
hakken. Zooals spreker reeds vroeger gezegd heeft, is de midden
stand in haar geheel niet tegen de markt gekant. De strijd die
er om de markt geweest is, was alleen om tot een betere regeling
te komen. De middenstand weet heel goed, dat er door de markt
weer meer menschen naar hier komen en dat, als het daar regent,
het in de winkels allicht nog druppelt. Overigens wil spreker er