- 13 - lokaal, dat deze verzoeker gehuurd heeft, is te duur. Dat is ge komen omdat dit lokaal eenige jaren vroeger, dus toen de huur prijzen nog hooger waren, verhuurd is geworden. Het is "billijk, dat in de algemeene huurdaling ook dit lokaal wordt opgenomen. De heer JUTEN vraagt, of dit lokaal kleiner is dan de nieuw gebouwde? Wethouder MEERBACH zegt,dat het grooter is. De heer JUTEN meent dat, wanneer het grooter en dus ook geriefe lijker is, de huurprijs ook hooger moet zijn dan die van de ande ren. Wethouder MEERBACH zegt, dat het lokaal wel grooter is,maar geenszins geriefelijker dan de nieuwgebouwde. Voor wat de geriefe lijkheid betreft, zijn de nieuwgebouwde lokalen aanmerkelijk beter. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. XV. VOORSTEL TOT HET VASTSTELLEN VaN EEN VERORDENING OP DEN KEU RINGSDIENST Vrt.IT SLACHTDIEREN EN VLEESCH VaN DE GEMEENTE BERGEN- OP-ZOOM. (Verzameling 193^ nr.50.) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over eenkomst ia: het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, XVI. ADVIES VAN DE COMMISSIE TOT SANEERING VaN HET WINKELBEDRIJF IN DE Gl: 'EENTEBERGEN OP ZOOM. INGESTELD BIJ RaaDSBESIATTT VaN 29 NOVEMBER 19ZS. De heer VaN HASSELT is het in groszem ganzen niet eens met het geen hier naar voren gebracht wordt door de commissie. Hij wil graag den middenstand helpen, maar gelooft, dat deze er zelf van overtuigd is, dat hetgeen thans hier voorgesteld wordt, slechts een lapmiddel is. Spreker vraagt zich bovendien af, of het vast stellen van deze verordening nog wel noodig is, nu een wetsontwerp hieromtrent is ingediend. Daarbij is speciaal de aandachtgewijd aan de deskundigheid en de financieele draagkracht. Mogelijk zal daarbij ook nog het behoefte-element in het geding gebracht worden op aandrang van de organisaties, maar hoe het precies gaan moet weet men zelf nog niet. Waar dit voorstel uit den middenstand zelf naar voren gekomen is, zal hij er niet tegen zijn, omdat hij van meening is, dat de middenstand ook zelf voor aijn eigen belangen heeft te waken. Wat de regeling van het behoefte-element aangaat, wil spreker er nog op wijzen, dat zulks niet zoo eenvoudig zal zijn en wel eens tot schade van den middenstand zelf zou kunnen leiden. Immers, hoe gaat het gewoonlijk. Vader heeft een zaak op gezet en als de kinderen wat grooter geworden zijn dan willen ze liefst ook een eigen zaak in dezelfde branche, waardoor het aan tal winkels weer vermeerderd wordt. Naar sprekers meening zal hier mede wel degelijk rekening gehouden behooren te worden bij de regeling van het behoefte-element. Spreker meent te kunnen vol staan met deze opmerkingen, waarvan alleen^de bedoeling was om aan te toonen, dat hij het niet a tort et a travers met dit ont werp eens is. De heer VAN KAAM sluit zich aan bij hetgeen in deze door den heer van Hasselt naar voren gebracht werd. De heer VERLINDEN merkt op, dat deze verordening in de commis sie voor de strafverordeningen behandeld is en naar aanleiding daarvan enkele wijzigingen door de commissie zijn voorgesteld. Spreker zou gaarne vernemen, hoe het college tegenover die wij zigingsvoorstellen staat. De heer BEKKER zegt,dat deze verordening inderdaad in de com- ciissie voor de strafverordeningen is behandeld, maar hoe is dat gegaan? Eer. avond vóór de vergadering kregen de leden de convo catie, terwijl de stukken pas om twee uur van den dag dc.r verga dering ter Ir.ï.jge waren. Er is dus heel weinig tijd geweest om zich van deze •■•PA op de hoogte te stellen. Spreker dacht aan- vankel j jk dar ookdat de bedoeling van deze verordening was om de vt.et.' v'&n winke ls in een bepaald stadegedeid te te verbie den, waarmede spreker zich heel goed voreonj.' en ken. Nadien heeft spreker de^e zaak nog eens rustig kunnen bekijken cn toen bleek hem, e.Lat de bedoeling der verordening geheel andere was. Daarbij kwam hij tot de conclusie, dat bij dit voorstel alleen rekening gehouden is met de belangen van den middenstand en wol op zoo danige wijze, dat hiermede naar sprekers nosuing de middenstand niet gebaat zal zijn. Misschien dat dergelijke bepalingen een jaar of tien terug goed zouden zijn geweest, maar dit is z.i. nu niet

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1936 | | pagina 121