-li
aan bepaalde personen het recht verpacht wordt om als bewaker van
auto's te mogen optreden.
De heer WALDER merkt op, dat dan ook niet betaald wordt.
De heer VERLINDEN hoopt, dat voor de nieuwe verpachting deze
kwestie door B W nader onder oogen gezien zal worden.
De heer VAM KAAM deelt in deze ook het standpunt van den heer
van Hasselt, en is van meening, dat het contract gehandhaafd moet
worden, daar men anders niet weet waar men blijft.
De heer WALDER vraagt tot hoelang deze huur nog loopt?
De VOORZITTER antwoordt, dat het contract loopt tot 1 September
a. s.
De heer WALDER is van oordeel, dat het hier een bijzonder ge
val betreft, waarvoor spreker zich kon indenken, dat ontbinding
der overeenkomst gevraagd wordt. In het begin, toen het pas ver
pacht werd. was het nog niet zoo bekend, dat niemand tot betalen
verplicht kon worden, doch later zijn er steeds meerderen gekomen
die daarmede op de hoogte bleken, en dat is ook heel logisch, want
de een vertelt het natuurlijk aan den ander, omdat tenslotte nie
mand graag betaalt om zijn auto even weg te zetten. In verband met
deze zaak zou spreker er op willen wijzen, dat door de gemeente
steeds zooveel mogelijk getracht wordt om reclame te maken voor
bezoek aan onze stad. Z.i. zou het een heel goede reclame zijn
voor Bergen op Zoom wanneer door de gemeente hier vrije parkeer
terreinen aan de automobilisten geboden werden.
De heer SCHEFFELAAR is ook van meening, dat het contract gehand
haafd moet worden. Het is wel mogelijk, dat de inschrijving voor
het eerste jaar niet het gunstig resultaat heeft opgeleverd, dat
de pachter daarvan verwacht had, maar uit zijn inschrijving voor
het tweede jaar blijkt in elk geval, dat er ook veel parkeerders
zijn, die niet weigeren te betalen. Bovendien wil spreker er op
wijzen, dat de beste tijd van het jaar voer de parkeerterreinen
nog komen moet.
De heer BECHT zegt dat, toen de raad het besluit moest nemen
tot verpachting dor parkeerterreinen, hij daar tegen was uit het
oogpunt van vreemdelingenverkeer. Hu deze verpachting echter voor
het tweede jaar is geschied, en dezelfde pachter opnieuw inschreef,
is dit voor spreker een bewijs, dat het eerste jaar niet met ver
lies is gewerkt. Het motief, dat voor de ontbinding wordt aange
voerd, n.l. da.t de parkeerders niet betalen en daar niets tegen
te doen is, gaat niet op, omdat zulks het eerste jaar ook reeds
het geval was. Naar sprekers meening is dit spijkers zoeken op
laag water. Hij is dan ook voor handhaving van de overeenkomst.
Hij zou echter wel in overweging willen geven om na afloop van
dit contract, geen nieuwe verpachting meer te houden, maar den
toestand te herstellen zooals die voor deze verpachting was, toen
op de Markt steeds iemand stond - soreker gelooft, dat hij
Joost genoemd werd - die zich vrijwillig belastte met het bewaken
der geparkeerde auto's en daarin een bestaan vond.
De heer BEKKER zou na al hetgeen reeds gezegd is om de huur
overeenkomst te handhaven, een ander geluid willen laten hooren.
wordt hier gezegd, dat de pachter het eerste jaar wel winst
gemaakt zal hebben, omdat hij voor het tweede jaar weer inschreef.
Ka bedrag van die tweede inschrijving was echter enkele honderden
iaar binder, en daar blijkt volgens spreker uit, dat het eerste
ei) Pachter geen winst gebracht had, of althans niet wat hij
rvan verwachtte, anders zou hij zoker weer wel voor hetzelfde
Dearag of nog hooger hebben ingeschreven, Spreker wil er verder
op wijzen, cat gevraagd wordt om ontbinding der overeenkomst of
verlaging van de pachtsom, en voor dit laatste zou 6preker meer
voelen dan voor ontbinding, want daarmee zal niets anders bereikt
worden dan dat we "Joost" weer op de Markt zien verschijnen met
allen aankleve daarvan, zooals het hangen en klimmen van kinderen
°P de auto's enz. Spreker kan zich dan ook niet vereenigen met het
van den heer Verlinden om de overeenkomst zonder meer te
handhaven, hij zou er we1 voor kunnen zijn om een nieuwe verpach-
tinp- te houden, in den geest als door den heer Verlinden is aan
gegeven, van het recht om als autobewaker te mogen optreden, en
daarbij dan de Darvi voor inschrijving uit te sluiten.
De heer BOSOHMAN is het eens met de leden, die zich hebben uit
gesproken teven de ontbinding van de overeenkomst, omdat de gevol
gen daarvan niet te overzien zouden zijn. Immers, dan zouden in de