- 6 - ming van een nieuwen directeur, maar over het ontslag van den heer Siebelink. Hij begrijpt niet, wat de laatste opmerkingen van den heer van Hasselt hiermede te maken hebben. De heer VAN HASSELT zegt, dat die met dit ontslag ten nauwste verband houden. Hij is van meening, dat de voorziening van deze vacature ook een goede gelegenheid is om hot ealaris te herzien, in verband met de hier reeds eerder naar voren gebrachte wensche- lijkheid om bij benoeming van nieuwe hoofdambtenaren de voor die functies gestelde salarissen te verlagen. Bovendien zou spreker omtrent de aanvulling van deze vacature ook het advies van den inspecteur willen doen inwinnen. De VOORZITTER roept den heer van Hasselt tot de orde en merkt op, dat dit alles niets te maken heeft met het onderhavige punt van de agenda- De heer VA" HASSELT herhaalt, dat het er ten nauwste verband mee houdt. Overigens hooft spreker het zijne hieromtrent gezegd. De heer JUTEN hal bij dit voorstel tot eervol ontslag aan den heer Siebelink tevens een voorstel verwacht tot het doen van een oproeping v%r een nieuwen directeur. Nu er dit niet is, hoopt spreker dat, als dat voorstel in een volgende vergadering zal komen, er ook rekoniu ohouden zal worden met de reeds eerder hier in den raad ,—o wenschelijkheid om het salaris aanmer kelijk te verlagen. De VOORZITTER merkt op, dat de heer Juten dan maar een afspraak moet gaan maken net den heer Becht. De^heer BECHT verzoekt den Voorzitter zijn naam hier buiten te laten De heer JUTE! hoopt dus, als straks het college met een voor dracht komt, met de herziening van het salaris ook rekening zal worden gehouden. De VOORZITTER zegt dat deze kwestie thans niet aan de orde is. Als er straks een aanbeveling komt, km de heer Juten daar zijn bemerkingen over maken en ook omtrent het salaris. De heer JUTEN merkt op, dat de Voorzitter zich vergist. Het moet een voordracht zijn. Spreker heeft op deze zaak nu reeds de aandacht willen vestigen omdat, wanneer straks de oproeping heeft plaats gehad en de voordracht aan den raad wordt aangeboden, er aan het salaris niet meer te tornen valt. Wanneer bij de oproeping het salaris f.1000,lager -estold wordt, weten de sollicitanten waar ze aan toe zijn. De VOORZITTER wijst er op, dat er toch een vastgestelde salaris regeling is, waarin ook dit salaris is vastgelegd. De heer JUTEN vraagt, of B W van meening zijn, dat dit sala ris niet verlaagd behoort te wordon? De VOORZITTER zegt drar thans niets van te kunnen zeggen en van meening te zijn, dat deze kwestie niets te maken heeft met het aan de orde zijnde punt van de agenda. De heer JUTEN wil dan hier de wenschelijkheid uitspreken, dat bij eventueele oproeping van sollicitanten voor de betrekking van directeur van het slachthuis, het salaris aan die functie verbon den belangrijk herzien zal worden. De VOORZITTER zegt, dat hem thans nog rest om zijn bijzondere Bpijt uit te drukken, dat de heer Siebelink om gezondheids redenen gedwongen is om heen te gaan. Dit spijt spreker te meer omdat de heer siebelink zich heeft doen kennen als een ijverig, nauwgezet hoofdambtenaar, die hart had voor zijn zaak op buiten gewone wijze, die zelfs humor wist te vlechten in zijn brieven aan B W, om aan het dorre ambt een poëtischen tint te geven. Het was een genoegen om met den heer Siebelink samen te werken, omdat deze volkomen begreep da,t zijn voorstellen slechts adviezen waren, en dat er anderen waren, die de verantwoordelijkheid droe gen. Spreker hoopt, dat God zal geven, dat bij dezen man de ge zondheid zal terugkeeren en hij voor zijn gezin nog lang behouden mag blijven. Door applaus betuigt de ra.ad zijn instemming met deze woorden. De heer KIEPE vraagt, welk bezwaar er tegen ie om het aan deze functie verbonden salaris te herzien in verband met de be noeming van een nieuwen directeur. In het vorig college is die wenschelijkheid ten aanzien van do srlarissen der hoofdambtenaren toch meermalen door den Voorzitter zelf bepleit. De VOORZITTER roept den heer Kiope door hamergeklop tot de orde. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1936 | | pagina 113