tfi M*i/ is*1_ vijtoü vsRa^PERiMa. ndeld in da Raadsverg Vrijdag 27 Maart 1936, des namiddag:b twee uur. Voorzitter: de heer Mr.Dre.P.A.F.Blom, burgemeester. Aanwezig de heeren B.Kruize,C.Dielissen,P.F.van KaamJ.Demmers G.Beoht,H.Walder,M.J.ScheffelaarS.A.Musters,E.A.G.Kiepe,Jos.de Moor,J.B.ÏvIeerbach, J.van HasseltJ.P.Bekkei;Joh.Schuyl,C.J.A.M.Ver linden, M.P.Franken,Adriaan JutenTh.Boschman en F.Broekmans. Secretaris: de heer J.A.van de Wouw. De VOORZITTER opent de vergadering en stelt aan de orde punt I der agenda: INGEKOMEN STUKKEN. De he<^r SCHUYL vraagt het woord over de orde. Hij deelt mede, dat in de vergadering der commissie voor steunverleening, welke gisteren (Donderdag) avond gehouden werd, een schrijven van B W behandeld werd betreffende het inhouden van achterstallige huur schuld van werkloozen op het aan hen te verstrekken steunbedrag. Naar aanleiding daarvan heeft spreker aan den Voorzitter van den raad een verzoek gericht om hierover in deze vergadering te mogen spreken. Dat verzoek kon door spreker niet eerder worden ingediend omdat die vergadering der commissie eerst gisterenavond gehouden is en spreker'due niet eerder van deze aangelegenheid op de hoogte was. In verband hiermede verzoekt spreker den raad deze zaak ur gent te verklaren en hem alsnog in de gelegenheid te stellen er na afhandeling der agenda over te spreken. De VOORZITTER zegt, dat hedenmorgen om 9 uur het door den heer Schuyl bedoelde verzoek in zijn handen gesteld werd. Daar het reglement van orde voorschrijft, dat een dergelijk verzoek minstens 24- uren voor de ver. adering moet zijn ingediend, heeft spreker den heer Schuyl dien zelfden morgen schriftelijk medegedeeld, dat de interpellatie ingevolge het genoemde reglement niet kon worden toegestaan en dientengevolge automatisch op de agenda voor de volgende raadsvergadering zou worden geplaatst. Het is wel eens meer voorgekomen, zegt spreker, dat een interpellatie-aanvrage niet tijdig werd ingediend, en wanneer dat dan een kwestie van enkele uren telant betreft, dan is spreker niet zoo kinderachtig om de interpellatie niet toe te staan, zooals 6preker ook in het verleden, naar hij meent met een verzoek van den heer Walder getoond heeft. Waar het hier echter een verzoek betreft, dat eenige uren voor de vergadering is ingediend, heeft soreker ge meend zich aan de vastgestelde regeling te moeten houden en zal het verzaek dus automatisch in de volgende vergadering aan de orde komen. De heer SCHUYL zegt, dat de handelwijze van den Voorzitter in deze volkomen in orde is. Daar echter het besluit van B W om de huur op den steun te verhalen ingaat op 1 April a.s., is het voor spreker onmogelijk de interpellatie aan te houden tot de volgende vergadering, want dan zou hij achter het net visschen. A4.S georganiseerd arbeider kan spreker zich niet zonder meer bij den hier door B W getroffen maatregel neerleggen, en waar ook de raad volkomen buiten deze kwestie zal komen te staan, wanneer dat besluit in werking treedt, wil spreker er bij den raad op aan dringen om deze zaak urgent te vorklaren. Zulks te meer, daar het besluit door B W genomen is naar aanleiding van een advies van den minister, waarin het nemen van maatregelen als hier bedoeld, geheel wordt overgelaten aan de competentie van het gemeente bestuur. Het is voor spreker nog een vraag, wie hier door den minister met "het gemeentebestuur" bedoeld wordt. In den meest juisten zin wordt daarmede naar sprekers meening de raad bedoeld, en kan van B W ale gemeentebestuur slechts gesproken worden in den zin van uitvoerders van de besluiten van den raad. De VOORZITTER merkt op, dat het hier dus feitelijk een rechts kwestie betreft. In verband hiermede meent spreker, dat de beste oplossing is, dat B W aan het departement informeeren, wie hier onder "gemeentebestuur" verstaan moet worden. De heer SCHUYL zegt daar geen bezwaar tegen te hebben, maar daarmede is niet ongedaan gemaakt, dat het besluit 1 April a.s. reeds in werking treedt. Hij blijft daarom bij zijn voorstel om de zaak urgent te verklaren. De VOORZITTER zegt,dat het inwerkingtreden van het besluit van B W dan beter tot 1 Mei a.s. zou kunnen worden uitgesteld.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1936 | | pagina 108