«r
6 51
.v
v.Gruting
blanoo
De VOORZITTER zegt,dat het advies van de commissie op 17 Sep
tember is ingekomen.
De heer VAN HASSELT wijst er op,dat men toen nog 10 dagen aen
tijd had om het stuk in de vergadering van 27 September te brengen.
De VOORZITTER zegt het vreeselijke van dit eerste door den heer
van Hasselt ingebrachte bezwaar niet in te zien. Wat diens tweede
bezwaar betreft, begrijpt spreker dit niet,temeer daar vroeger
herhaaldelijk dergelijke voordrachten gedaan zijn.
De heer VAN HASSELT zegt,dat dit wel mogelijk is, maar daarom
waren ze nog niet juist. De derde bemerking,welke spreker omtrent
deze voordracht heeft, zal hij nog even in per to houden.
Hierna wordt tot stemming overgegaan, waarbij worden uitgebracht
op de voorgedragen personen:
Laan9 12 stemmen voor de eerste vacature;
Dirken 12 i} voor de tweede vacature;
v.Gruting 4 voor de eerste vacature;
4 voor de tweede vacature;
Gekozen zijn dus de heeren Laane en Dirven.
De heer VAN HASSELT zegt reeds te hebben opgemerktdat hij nog
een derde bemerking tegen deze voordracht had en hij wil.die nu
mededeelen. Spreker heeft het bewonderd met, welk e~n accu-atsss,
het ooilege van B W deze zaak behandeld heeft. In de stukken
immers staat, dat W.J.M.O.Laane,Bolwdrk Noord nr.85, wordt voor
gedragen ter voorziening in de vacature,welke per 1 Januar.
ontstaat door zijn periodiek aftreden. Maar de heer W.J.M.C^aane
is nimmer lid van deze commissie geweest» Het is de heer W.Laane
aan het Ravelijn, die als lid in deze commissie zitting heeft.
Hieruit blijkt dus wel, hoe nauwkeurig het ooilege de zaken oe~
handelt, zegt spreker.
De heer WALDER meent,dat de opmerking van den heer van Hasselt
formeel wel juist kan zijn, maar ze beter gemaakt had kunnen wor
den vóór de stemming, zoodat de fout dan hersteld had kunnen wor—
dönDe heer BOSCHMAN zou het heel wat fideeier gevonden hebben,
wanneer de heer van Hasselt de opmerking tevoren gemaakt had. Het
is nu erg ver gezocht.
De VOORZITTER merkt op,dat hier zuiver een vergissing in het
spel is. Dat kan toch iedereen overkomen» Ook bij de Kamerstukken
gebeurt dat wel en dan wordt door een mededeeling van den Voor
zitter de fout hersteld.
De heer BECHT is van oordeel,dat zulks hier niet gaat, en ae
heer Laane van het Bolwerk wel degelijk benoemd is. Wat de opmer
king van den heer van Hasselt aangaat, is spreker het er mee eens,
dat deze formeel juist is, maar hij is ook van meening, dat de
wijze, waarop de heer van Hasselt er mee voor den dag is gekomen,
een spijkers zoeken is op laag water»
De heer SC'HUYL wijst er op,dat wel eens gezegd wordt, dat groote
mensohen soms erg klein kunnen zijn» Dat is hier ook het geval.
Wethouder MEERBAOH zegt,dat de heer van Hasselt^hier spreekt
van verkeerde voorbereiding, terwijl het naar sprekers meenxng
hier slechts een futiliteit betraft. Hij is het er mee eens, aat
juiste besluiten genomen moeten worden, maar daartegenover wil nij
opmerken dat ook de heer van Hasselt, overeenkomstig den door hem
.afgelegden eed als raadslid verplicht is de belangen der gemeente
te behartigen en er voor te waken,dat geen verkeerde beslui en
genomen worden. Daarom had de heer van Hasselt zijn bemerking
moeten maken vóór de stemming. Zooals deze nu gedaan heeft, is
spreker het er mee eens, dat het een spijkers zoek©n is op laag
water.
De heer VAN HASSELT is het er mee eens, dat hij moet waken tegen
het nemen van verkeerde beslissingen, en daarom is hij ook met zijn
bemerking naar voren gekomen. Hij is echter niet verplicht zijn
kennis tevoren aan anderen mede te deelen. Die anderen moeten zelf
ook uitzien. Door zijn bemerking heeft spreker er voor gewaakt, dat
geen verkeerde beslissing werd uitgevoerd.
Wethouder MEERBAOH is van meening,dat de heer van Hasselt daar
voor had moe-ten waken voor, en niet na ca benoeming.
De heer VAN' HaSSELT zegt,dat men dit aan zijn eigen oordeel zal
moeten overlaten.
De heer JUTEN vraagt,wie thans benoemd is.
De heer 8CHUYL denkt,dat het twintigste raadslid benoemd zal
zi iïi
Wethouder MEERBAOH zegt,dat in elk geval de heer W.Laane van
het Bolwerk benoemd is, en dezen dan ook van de benoeming kennis
gegeven zal worden.
s»
