- 10 -
dit voorstel geven.
De heer VAN HASSELT wijst er op,dat in Noordbrabant een oommis
sie tegen zedenverwildering bestaat. Die menschen zijn niet tegen
zwemmen en baden, maar willen, dat dit gebeuren kan volgens de
regels van fatsoen. Die commissie is steeds langs alle kanten be
reid de noodige inlichtingen te geven en daarom had spreker ook
liever gezien, dat men eerst eens advies bij die commissie had ge
vraagd voordat men met dit voorstel bij den raad kwam. Op de tweede
plaats wil spreker wijzen op den leidraad van de R.K.Staatspart ij
voor RCK.gemeenteraadsleden. Door de Staat spartijers werd bij de
verkiezingen uitdrukkelijk verklaard, dat zij daaraan de hand zou
den houden en waaneer spreker nu dit voorstel ziet, dan vindt hij
daarin niets, waaruit hij concludeeren kan dat hi ermede rekening
is gehouden.. In dien "leidraad toch leest spreker, dat- R.K.raads
leden hun stem niet kunnen geven aan voorstellen, waarbij het ge
oorloofd is om in inr.i.ohtingen of andere plaatsen gemengd te zwem
men of zonnebaden te nemen. Ook niet aan voorstellen, waardoor het
geoorloofd wordt zonnebaden te nemen op plaatsen, zichtbaar vanaf
den ooenbaren weg» Zulk een plaats betreft het hier naar sprekers
inzicht. Om principieele redenen kan spreker zijn stem dan ook niet
aan dit voorstel geven. Daarvoor is echter nog een andere reden, en^
wel het blanco crediet, dat voor de uitvoering van dit werk gevraagd
wordt. Naar sprekers meening behoort eerst een begrooting aan den
raad te worden voorgelegd van de kosten, welke het aannemen van dit
voorstel voor de gemeente zal meebrengen, zoodat de raad precies
weet waar hij mee af is. Zooals het voorstel thans aan den raad is
aangeboden, is het zri. niet voldoende voorbereid en daArom zal hij
er zijn stem ook niet aan geven.
De heer WALDER had, in tegenstelling met de vorige sprekers, een
compliment willen brengen aan het Dag.Bestuur voor dit voorstel,
waarover in den vorigen raad reeds herhaalde malen gesproken is,
en waardoor de voor een bad zoo mooi gelegen plaats als het contre-
escarpe weer haar natuurlijke bestemming krijgt, zoodat er weer
honderden Bergenaren van kunnen profiteeren zooals vroeger. Er
schijnt echter op het oogenblik een andere geest te heerschen om
dit op een of andere manier te beknotten. Spreker is al ruim 35
jaar in Bergen op Zoom woonachtig en is geheel als Bergenaar gaan
voelen, en dan is hij altijd van meening geweest,dat de Bergenaren
fatsoenlijke menschen waren. Hetgeen hij echter nu in verband met
dit voorstel gehoofd heeft, zou heel iets anders doen veronder
stellen. Spreker vindt het dan ook jammer, dat men deze bemerkingen
gemaakt heeft. Hij heeft met genoegen van dit voorstel kennis ge
nomen, al had «ok hij er graag een kostenberekening bij gezien.
Hij zal echter con amore zijn stem aan dit voorstel geven,omdat er
op die manier voor de menschen die niets kunnen betalen iets goeds
gedaan wordt. De naar voren gebrachte bezwaren zijn z.i. gemakke
lijk te ondervangen.
De heer SCHEFFELAAR zegt zijn stem niet aan dit voorstel te kun
nen geven, op de eerste plaats niet om principieele bezwaren, en
op de tweede plaats omdat hij tegen het verleenen van een blanco
crediet in deze is.
Wethouder DE MOOR wil beginnen met te zeggen,dat hij er geen
bezwaar in heeft om het voorstel tot de volgende vergadering terug
te nemen wanneer de raad liever eerst een kostenberekening heeft.
Wat de te verwachten zedeloosheid betreft, zegt spreker,dat dit wel
degelijk onder de oogen is gezien. De baden voor dames,heeren en
kinderen zullen zoodanig worden gescheiden dat gemengd zweiamen
uitgesloten is, tenzij men natuurlijk zeer ver in zee zou gaan.
De opmerking van den heer Kiepe over park- en zeewachters ver
wondert spreker te meer,daar de heer Kiepe nog pas zijn teleur
stelling heeft uitgesproken, dat er niet meer werkloozen tewerk
gesteld konden worden. Hier is nu weer een gelegenheid om enkele
menschen te werk te stellen. Ofschoon spreker wel kan zeggen,dat
het werk geen f.1000,zal kosten, wil hij het voorstel wel terug
nemen om eerst een begrooting te doen maken.
De heer KIEPE merkt op,dat, als dit het middel moet zijn om de
werkloosheid te bestrijden of uit den weg te ruimen, men er z.i.
nooit zal komen. Dit zou immers slechts twee menschen gedurende
den zomer werk geven. Zoek dan maar 650 werkjes op als deze, zegt
spreker, want er zijn ruim 1200 werkloozen.
Wethouder MUSTERS zegt, dat de bezwaren,welke hier naar voren
gebracht zijn, wel degelijk onder de oogen gezien zijn. Het hoofd-