Min u u t.
TWAALFDE VERGADERING
Vrijdag 29 November 1935, des namiddags twee uur.
Voorzitter: de heer Mr.Drs.PA.F.Blom, Burgemeester.
Aanwezig de heeren B.Kruize, S.A.Musters, J.Demmers, H.Walder,
C.Dielissen, G.Becht, p.F.van Kaam, MJSche f felaarJ.van Has
selt, EA.G.KiepeJ.B.Meerbaoh, O.J.A.M.Verlinden, F.Broekmans,
Jos.de Moor, J.P.Bekker, Joh.Schuyl, Th.Boschman en M.P.Franken.
Afwezig met kennisgeving de heer A.G.G.Juten.
Secretaris: de heer J.A.van de Wouw.
De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede, dat van den
heer Juten .„berioht van verhindering voor het bijwonen dezer ver
gadering is ingekomen. Spreker stelt voor, dit stuk voor kennis
geving aan te nemen.
Aldus wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.
De VOORZITTER deelt verder mede, dat van den heer van Hasselt
het verzoek is ingekomen om nadere mededeelingen betreffende het
herstel van den dijk van Franken, en daarover zoonoodig het woord
te mogen voeren.
Spreker stelt voor deze interpellatie toe te staan na afhan
deling der agenda.
De raad gaat hiermede accoord.
De VOORZITTER stelt dan aan de orde punt I van de agenda:
VASTSTELLING VAN DE NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DEN RAAD VAN
25 October 1955
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden
de notulen vastgesteld overeenkomstig het ontwerp, zooals dit adn
de leden is toegezonden.
De heer VERLINDSN merkt op, dat de notulen der geheime ver
gaderingen nog niet zijn bijgewerkt.
De VOORZITTER zegt,dat hiervoor gezorgd zal worden.
HINGEKOMEN STUKKEN.
aMinister van sociaië zaken. s-Gravenhage 12 November 1955.
nr. 105^250afd.W. S.
Üëricht dat voor de voorgestelde gedeeltelijke verbetering van
de Huybergschebaan geen subsidie in uitzicht gesteld kan wor
den.
De heer SCHUYL zegt,dat het hem bevreemd heeft, dat dit plan
de goedkeuring van den minister niet heeft kunnen verkrijgen.
Naar aanleiding hiervan zou hij willen vragen, wat B W nu ten
aanzien van de. werkverschaffing denken te doen. Denken B W te
berusten in de afwijzende houding van den minister of zal het
plan nu toch, zij het dan ook in eenigszins anderen vorm, worden
uitgevoerd? Of zijn bij B W misschien andere plannen voor
werkverschaffing in voorbereiding, waarmede alvast kan worden
begonnen?
De VOORZITTER zegt,dat het plan tot verbetering van de Huyberg
schebaan direct aan den minister is voorgelegd, nadat het door
den raad was goedgekeurd. Bij zijn bezoek aan het departement
vernam hij,dat er bij den minister oorspronkelijk geen bezwaar
tegen de uitvoering van dit werk bestond. Tot zijn verbazing
echter was er na een maand nog geen bericht van den minister.
Bij informatie bleek toen, dat men het noodig had gevonden om
ook het departement van economische zaken hierin te moeien en
daar was men van meening, dat dit plan geen reden van bestadn
had. Spreker is toen nog persoonlijk bij den minister geweest
om te vragen dit plan met het oog op de hooge werkloosheids
cijfers in deze gemeente nog eens nader te bekijken. In overleg
met den inspecteur voor de werkverschaffing, den heer van
Buitenen, is later nog een gewijzigd plan voor deze verbetering
opgesteld, maar zooals uit het thans aan de orde zijnde schrijven
van den minister blijkt, heeft ook dit plan tot gedeeltelijke
verbetering geen goedkeuring kunnen verwerven. Toch is spreker
niet van plan om zich hierbij zonder meer neer te leggen. Hij
zal zich nogmaals persoonlijk tot den minister wenden om te
trachten alsnog een beter resultaat te verkrijgen. Wat overigens
de plannen voor werkverschaffing betreft, is spreker van meening,
dat wethouder de Moor daaromtrent wel nadere mededeelingen kan
doen.