- 21 - De heer BOSCHMAN is van meening,dat daarvoor geen vrees be hoeft te bestaan. De VOORZITTER verleent dan het woord aan den heer Verlinden tot het houden zijner interpellatie. De heer VERLINDEN zegt,dat een van de laatste daden van het vorig college van B W is geweest het houden van een aanbesteding onder de ingezetenen voor het ophalen en het vervoer van huis- en straatvuil naar de Kraggen. Per advertentie werd in de plaatselyke bladen van 19 Augustus j.l. deze aanbesteding aangekondigd en de gegadigden konden tegen betaling van f.5>°P kantoor van openbare werken een bestek bekomen. Het is spreker nooit recht duidelijk geweest,wat het toenmalige college van B W met deze aanbesteding voor heeft gehad. Spreker zou aan de heeren van het toenmalige bestuur de vraag willen stellen: is die aanbesteding een serieuze geweest of hebben de inschrijvers voor de gemeente als proefkonijn dienst gedaan? Als het werkelijk een serieuze aan besteding is geweestwaarom heeft het vorige college dan niet direct na de aanbesteding van 29 Augustus j.l. de zaak afgewerkt? Waarom liet men na de aanbesteding alles rusten,zonder de in schrijvers te berichten wat er zou geschieden? Indien echter deze aanbesteding een zoogenaamde proefaanbesteding is geweest,dan heeft !t vorige gemeentebestuur eenige ingezetenen toch wel onnco- dig op hooge kosten gejaagd. Immers, de inschrijvers waren van meening,dat hier een serieuze aanbesteding plaats had en spreker weet,dat er bij waren, die er verschillende reizen voor maakten om zich volledig op de hoogte te stellen en zoodoende zoo goed mogelijk te kunnen inschrijven, Naar sprekers meening staat de zaak er nu aldus voor. Er is een openbare inschrijving geweest, en naar aanleiding daarvan zal de raad nu hebben te beslissen,of het ophalen en het vervoer van huis- en straatvuil naar de Kraggen moet geschieden door een par ticuliere onderneming, in dit geval dus den laagsten inschrijver, of dat de toestand zooals die nu is - dus overheidsdienst - be stendigd moet blijven. Men kan de zaak niet zonder meer laten loopen en de inschrijvers zonder bericht laten. Spreker wil er zich thans niet over uit laten,wat z.i. de meest juiste weg is, die bewandeld moet worden. Wel acht spreker het noodzakelijk, dat B W zoo spoedig mogelijk, liefst in de volgen de vergadering, een prae-advies aan den raad uitbrengen betreffen de deze kwestie, opdat de raad hierin een beslissing kan nemen, Spreker zou het Dag,Bestuur dan ook willen verzoeken hieraan ge volg te geven,opdat spoedig een definitieve uitspraak door den raad zal zijn gedaan. Wethouder DE MOOR weet,dat de door den heer Verlinden bedoelde aanbesteding gehouden is, en dat er geen verdere beslissing in die zaak genomen is. Over de motieven, welke hiertoe hebben ge leid is spreker niets bekend. De heer JUTEN zegt,dat door den raad indertijd in principe be sloten is de hier bedoelde aanbesteding te doen houden. Aan de hand van de door den dienst van openbare werken op te maken be grooting zou de zaak dan ter beslissing aan den raad worden voor gelegd, Waarom de zaak is blijven liggen, weet spreker ook niet. In elk geval acht hij het billijk, dat het betaalde bedrag ad f.5,— per bestek aan de inschrijvers wordt terugbetaald, indien besloten wordt de exploitatie in eigen beheer te houden. De heer SCHUYL merkt op,dat er hem niets van bekend is, dat de raad in principe reeds een uitspraak omtrent eigen beheer zou hebben gedaan. Hij gelooft dan ook, dat men met deze zaak voor zichtig moet zijn. De VOORZITTER zegt,dat het houden van een aanbesteding door de commissie is uitgelokt, en de zaak nu ook weer naar de commissie terug moet voor advies wat nu verder gedaan moet worden,om tot de juiste oplossing te komen. De heer VERLINDEN is van meening,dat men dan met het leggen van de brug en de verharding van den weg ook nog wel had kunnen wach ten. Mooht in deze tot particuliere exploitatie worden besloten, dan zal men zich z.i. toch aan de reeds gehouden aanbesteding moeten houden. De VOORZITTER is het met dit laatste volkomen eens. De heer SOHEFFELAAR merkt op,dat het verharden van den weg en het aanleggen van de brug met de kwestie van al of niet eigen

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1935 | | pagina 21