-13 - De heer FRANKEN had wel verwacht dat, wanneer over avondver gaderen gesproken zou worden, het voorstel zou worden gedaan om het presentiegeld af te schaffen. Dat is echter naar sprekers meening niet juist. Het werkelijke motief voor het voorstel om de vergaderingen 's avonds te houden is, dat er leden zijn, die "bij de werkverschaffing zijn ondergebracht en andere, di e gedeel telijk werkloos zijn en ook hun "beurt bij de werkverschaffing krijgen. ?/anneer deze menschen nu s Maandags bij de werkverschaf fing komen, kan het moeilijk zijn om Vrijdags weer al vrij te vragen voor de raadsvergadering. Wanneer men 's avonds vergadert, is dat niet noodig. Overigens is spreker van meening, dar het ook voor anderen, als bijv. de zakenmenschen, van belang is, dat de vergaderingen 's avonds worden gehouden. De heer DIELISSEN merkt op,dat de heer Juten wel zegt het raads lidmaatschap als een eerebaantje te beschouwen, maar hij heeft het presentiegeld, als raadslid en als wethouder toch ook altijd op gestreken. De heer JUTEN vraagt,wat de heer Dielissen dan wilde, en of hij het dan bij den heer Dielissen had moeten brengen? De heer SCHUYL zegt,dat hij nog nooit zoc weinig per uur ver-, diend heeft dan als raadslid. Dit voor wat het presentiegeld be treft. Wat de opmerking van den heer Juten aangaat, is spreker van meening dat, als de heer Juten zulks gewild had, hij altijd wel een weg zou hebben kunnen vinden om het door hem ontvangen presen tiegeld aan de gemeente terug te geven. Spreker acht zulks echter niet noodig, omdat hij dat geld als door den heer Juten verdiend wil beschouwen. Voer zichzelf wil hij wel verklaren,dat hij geen raadslid wenscht te zijn voor het presentiegeld. Ook als de heer Juten het voorstel zou doen om het presentiegeld af te schaffen en toch 's middags te vergaderen, zou spreker nog lid van den raad blijven en het verlet er bij nemen,omdat hij zich dat offertje best zou getroosten voor het belang der arbeiderswaartoe hij be hoort. De heer Juten stelt het altijd voor, alsof hij zulke buiten gewone ^offers voor de gemeente gebracht heeft, maar de heer Juten heeft én als raadslid en als wethouder zijn declaraties altijd behoorlijk opgestreken. De heer WALDER is tegen het voorstel om 's avonds te vergaderen. We hebben dat al meermalen meegemaaktzegt spreker en dan bleek, dat de menschen tegen half elf al naar huis wilden en we al spoedig met een onvoltallige vergadering zaten. De heer BOSCHMAN zou dan het voorstel willen doen om niet 's Woensdagsavonds, maar s T/oensdagsmiddags te vergaderen. De VOORZITTER zegt,dat dit nu niet aan de orde is. Hij brengt daarna het voorstel om 's avonds te vergaderen in- plaats van |Js middags in stemming, waarbij dit wordt verworpen met *3 -5 stemmen. Voor stemden de heeren Muaters,Juten,BoschmanDe Moor en Meer- bach. Tegen stemden de heeren Franken,BechtWalderBroekmans,van Kaam, SchuylVerlindenKiepevan HasseltScheffelaarKruize,Demmersen Dielissen. XIX. STUKKEN BETREFFENDE DE KWESTIE DER AFSLUITING VAN DE WATER LEIDING VAN HET PAND KOEPELSTRAAT nr.21. De heer VAN HASSELT wijst er op,dat betreffende deze zaak slechts enkele stukken ter inzage zijn gelegd. Hij betreurt het, dat in de vorige vergadering namen zijn genoemd,ofschoon hij daar geen schuld aan heeft. Dat is van de bestuurstafel gebeurd. Overi gens blijft spreker bij het standpunt,dat hij in de vorige verga dering omtrent deze kwestie naar voren heeft gebracht. Hij heeft nogmaals de verordening betreffende het verstrekken van water na gezien en blijft van meening,dat de aanslag hier onrechtmatig is opgelegd en de gelden moeten worden terug betaald. Op 1 Augustus was de zaak afgedaan, zooals ook uit de stukken blijkt, en daarom behoort z.i. de aanslag ook te worden vernietigd en de gemaakte kosten te worden terug betaald. De heer KIEPE. heeft de ter inzage gelegde stukken hieromtrent ook ingezien. Uit het rapport van den directeur der bedrijven blijkt, dat de bewuste woorden van wraak tegenover de menschen door den fitter zijn geuit. Naar sprekers meening behoort die fitter daarover dan ook onder handen genomen te worden. Ook spreker heeft artikel 23 der verordening betreffende de levering van water nagezien en volgens dat artikel moet wel degelijk de overtreding vast staan en door meerdere personen zijn geconstateerd. Dat is hier niet het geval. Wanneer in deze dan ook iets moet gebeuren, t

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1935 | | pagina 13