- 6 -
8. Het hoofdstembureau III hooft in oen niot vollcdigo oonzijdigo samenstel
ling, niettegenstaande op voomelde gronden gebaseerde reclame van enkele kie
zers, een nieuwe opneming van stenbiljetten voor zooveel zijne stemdistricten
betreft, onnoodig geoordeeld, terwijl de leden van dit hoofdstenibureau bij de
vaststelling van den offioieelen uitslag het procesverbaal hebben onderteekend
zonder kennis te nemen van of/en te hooren voorlezen do spocificatie van de
lijsten, personen en de daarop uitgebrachte stemmen, met het gevolg, dat deze
leden een proces-verbaal hebben geteekend zonder op de hoogte te zijn van des-
zelfs inhoud, en een en ander ongeldig is*
Aangezien de uitslag der stemming dus niet juist is vastgesteld, zegt spreker,
en speciaal de aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid bestaat - gelet op
het gering verschil in siomiaenaantal tusschen enkele lijsten - dat zetelwij-
ziging ten aanzien der lijsten 9, 10 en 12 moet plaats hebben, adviseert
spreker - gelet op artikel 32 der gemeentewot geen der nieuw inkomende le
den toe te laten, althans slechts die, welke hij een opnieuw plaats te hebben
telling blijken terecht te zijn gekozen verklaard.
De heer WALDER frappeert het, dat men een geluid als dat van den heer Dem
mers in deze vergadering te hooren gekregen heeft. Als voorzitter van stembu-
roau 10 trekt hij zich dit aan, en verklaart hij, dat hij den geheolen dag,
zonder ook maar een oogenblik afwezig te zijn geweest, op het stembureau ver
toefd heeft. En waar er hier ook bemerkingen worden gemaakt voor wat dir.
stembureau betreft, wenscht hij als voorzitter hier to vorklaron, dat or noch
bij de telling, noch bij de goed- of afkeuring van geldige of ongeldige soem-
men ook maar eenigen twijfel gerezen is. Spreker heeft daarom ook geen oracel
stembiljet aan de aanwezige kiezers behoeven te laten zien. Hij kwalificeert
dan ook hetgeen door den heer Dammers naar voren gebracht is voor wat sprekers
stembureau betreft, als geheel bezijden de waarheid, om niet te spreken van
een grove leugen.
Wethouder JUTEN wil in aansluiting op hetgeen door den heer Deramers naar
voren gebracht is, nog enkele bemerkingen als aanvulling daarop maken. Spre
ker zegt, dat het hem bekend is, dat verschillende voorzitters van stembu
reaux erkend hebben, dat stembiljetten zijn goedgekeurd, die volgens de wet
afgekeurd hadden moeten worden, zooals bijvoorbeeld omdat ook het lijstnummer
was rood gémaakt. Dat is toch een reden waarop een dergelijk biljet aan de
hand van de wet absoluut ongeldig verklaard had moeten worden. Ook leden van
verschillende stembureaux zijn bij name bekend, die verklaard hebben o.a.aat
er ook biljetten zijn goedgekeurd, waarbij naast het rood gemaakte hokje,ook
nog de naam was doorgehaald. Spreker is van meening, dat waar juist het ge-
ringe verschil van eenige stemmen een verandering in den uitslag der ver tie
zing kan brengen, het op den weg ligt van lijst 12, die daar voordeel van tan
hebben, om te protesteeren tegen den uitslag en een hertelling aan te vragen.
Dit temeer waar, zooals spreker reeds zeide, verschillende voorzitters en
leden van diverse stembureaux verklaard hebben, dat wel degelijk geldige s em
men ten onrechte ongeldig werden verklaard en ongeldige stemmen geldig® Boven
dien, wat is er op tegen, als men eerlijk wil zijn, om een hertelling te
h- uden? Spreker zal zijn stem dan ook gaven aan het voorstel van den heer
Dammers om een nieuwe telling te houden, terwijl hij tevens wil mededeelen
dat, als dit voorstel niet wordt aangenomen, hij in beroep zal gaan bij ge
deputeerde staten aan de hand der bepalingen van de gemeentewet.
De heer VAN HAL wil als voorzitter van stembureau 12 mededeelen dat o, oy
zijn stembureau niets onregelmatigs is gebeurd. Bij de telling heef ij
meermalen gevraagd, of de aanwezigen het allen goed konden hooren en o er
soms klachten waren. De ongeldige biljetten werden direct apart gelegd, en
geen enkele der aanwezigen heeft iets gevraagd of gezegd.
De heer MUSTERS vraagt, of de heer Demmers zelf de door hem naar voren
gebrachte onregelmatigheden heeft geconstateerd, of dat hij ze hoo van
ren zoggon. Spreker zou verder willen vragen, of er direct bez^ar is gem
bij de betrokken stembureaux.
Wethouder JUTEN merkt op, dat dit laatste niet noodig is. Er kan ook aan
de hand van de wet geprotesteerd worden bij het betrokken hoofds om ureau
en dat is hier gebeurd.
Wethouder KIEPE wil als voorzitter van stembureau 11 in het openbaar meae-
deelen, dat op zijn stembureau zich geen enkele onregelmatigheid heeft voor
gedaan. Gezien echter de klachten, welke omtrent den uitslag naar voren zijn
gebracht, heeft spreker er geen enkel bezwaar tegen om een nieuwe telling te
doen houden, en zal hij zijn stem dan ook geven aan het voorstel van den heer
Demmers.
ïfóthouder VAN HASSELT is van meening, dat er geen enkel bezwaar tegen
zijn om open kaart te spelen en een nieuwe telling te doen houden. Men weet
dan zeker dat de zaak in orde is.