Wethouder VAN HASSELT zegt, dat hetgeen door den Voorzitter in zijn Nieuw
jaarerede omtrent oprichting van een lyceum of gymnasium naar voren gebracht
werd, diens persoonlijke meening is. Spreker gelooft niet,dat overleg met de
schoolbesturen om tot een lagere vergoeding te komen, succes zal heboen.^elfs
al zouden alle schoolbesturen zich schriftelijk vastleggen om genoegen te ne
men met een lager bedrag, dan nog is dat wettelijk niet voldoende. Hij heeft
er echter geen bezwaar tegen om alsnog met de schoolbesturen hieromtrent nader
overleg te plegen.
De heer HALDER blijft van meening, dat het hier gaat om de school weg te
krijgen. Hij zou willen voorstellen, dit punt maar aan te houden tot over eeni-
ge maanden de nieuwe raad er is. Die heeft hier misschien een andere opvatting
over en e en breederen kijk daarop.
De VOORZITTER zegt, dat het in deze kwestie inderdaad niet om de school,
maar om de dubbeltjes gaat. Spreker vindt het ook jammer, dat deze bezuiniging
niet op een andere manier bereikt kan worden. Y/at spreker in zyn nieuwjaars?'ede
gezegd heeft omtrent de oprichting van een lyceum of gymnasium, is zijn persoon
lijke meening. Hij betreurt het, dat dit door de omstandigheden nog niet kon
geschieden, daar dit zonder groote kosten had kunnen gebeuren door de omzetting
van de R.K.H.B.S. in een lyceum of gymnasium. Naar zijn meening is daar in deze
gemeente wel degelijk behoefte aan en hij zal daar voor de toekomst Jan oox zyn
aandacht op gevestigd houden.
De heer VAN KROON stelt voor om een commissie te benoemen, die deze zaak met
den minister gaat bespreken om te trachten de vergoeding alsnog te mogen bei s-
kenen naar de kosten van het openbaar onderwijs in gelijksoortige gemeenten.
Wethouder VAN HASSELT zegt, dat dit vóór 1 Februari had moeten gebeuren,
Bovendien gelooft spreker niet, dat van een dergelijke poging eenig resultaat
te verwachten zal zijn, daar de minister dan een streep zou moeten halen door
hetgeen hij zelf nog slechts enkele maanden geleden besloten heeft.
De heer BECHT merkt op, dat,wanneer het voor dit jaar te laat is omdat het
vóór 1 Februari had moeten gebeuren, het dan toch geprobeerd kan worden voor
het volgende jaar.
Wethouder VAN HASSELT beaamt dit, maar zooals hij reeds zeide, gelooft hij
niet dat de minister thans zijn besluit van enkele maanden geleden weer onge
daan zal maken.
De heer WALDER zegt van een der betrokkenen bij de bespreking, welke de heer
van Hasselt met de schoolbesturen gehad heeft om tot een lagere vergoeding te
komen, gehoord te hebben, dat de schoolbesturen toen wel bereid waren om daar
aan mede te werken en met een lagere vergoeding genoegen te nemen,
Wethouder VAN HASSELT ontkent dit laatste, en zegt, dat de schoolbesturen
niet bereid waren een overeenkomst te teekenen waarbij zij verklaarden genoegen
te nemen met het toen door spreker voorgestelde bedrag van f.10,per leer
ling. Van die vergadering zijn ook notulen gemaakt en aan de betrokkenen toege
zonden.
Nadat spreker een exemplaar van die notulen heeft laten halen en aan de leden
ter inzage gegeven heeft, merkt hij op, dat hieruit dus wel blijkt, dat de heer
Walder voorzichtig moet zijn met in te gaan op praatjes.
De heer WALDER begrijpt niet hoe zijn zegsman er aan gekomen is, temeer daar
deze de vorige behandeling dezer zaak in den raad zelf heeft bijgewoond.
Wethouder VAN HASSELT wil naar aanleiding van de hier gevoerde besprekingen
thans 'het voorstel doen om deze zaak een maand aan te houden. In dien tijd r?al
hij dan nogmaals een bespreking met de schoolbesturen houden en trachten te be
reiken dat deze zich schriftelijk verbinden om genoegen te nemen met een uiükee
ring van f.9,-- per leerling. Mochteen dergelijk compromis niet tot stand komen
Jat vertrouwt spreker, dat de leden van den raad daaruit ook de consequentie
zullen trekken en hun medewerking aan het than3 opgeschorte voorstel zullen ver
leenen. Spreker wil er hierbij nogmaals op wijzen, dat een eventueels schrifte
lijke overeenkomst met de schoolbesturen deze laatsten niet wettelijk verbindt.
De heer VAN KROON gelooft niet, dat, als de schoolbesturen geteekend hebben
om genoegen te nemen met een lager bedrag, er zullen zijn, die zich daar bij
de afrekening niet aan willen houden. Al zijn zij do.ar wettelijk dan niet aan
gebonden, dan zijn zij dat moreel toch wel.
Met algemeen® stemmen wordt hierna overeenkomstig het voorstel van wethou
der VAN HASSELT besloten.
V. VOORDRACHT VOOR DF BENOEMING VAN EEN LID DER COMMISSIE VAN TOEZICHT OF DE
GEMEBNTE-MU ^IEKSC HOOL
(Verzameling 1934 nr.139»)
Op verzoek van den Voorzitter wordt het stembureau gevormd door de heeren
Schuyl ,van Kroon en Becht.