- 7 -
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
XIXVOORSTAL TOT HET WEIM jf DS VERGDEDTHG, INGEVOLGE ARTIKEL 84 DER_LAGSR
ONDElilJSWgr 1920,IN LE ËLÏIOVRÏïTGEERÏNG. DER SCHOOLLOKALEN VAN
DÊjS. ANTONIUSSCKOOL VOOR G.L.Ö.elil'u'»07~SM DE BURGEMEESTER VAN'~HA~éS~ELT
STRAAT NR.2, ALHÏLLL
(Verzameling 1935 nr.S3.)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
XX. VOORSTEL TOT WIJZIGING DER VERORDENING OP DE HEFFING VAN EEN BELASTING ALS
BED OEI J) IN ARTIKEL 280 DER GEMEÈNrËVJEl"''lN~DE "gMÊ'ÊM'Ê""BERGEN OP ZOOM.
(Verzameling 1935 nr.,58.)
Hierbij wordt tevens behandeld punt X der agenda:
VOORSTEL TOT VERHOOGING VAN DE BIJ RAADSBESLUIT VAN 5 Ff£RUARI_1934 AAN DE R.K.
MILITAIRËK7ERËENIGINg"'tË BERGEN OP ZOOM en'DE AFDEËLI'ng' BERGEN" OP ZOOM VAN DÉN
NEPKRIANDSCHEN MII,ITAIREN~"BONd"TOEGEKENDE SUBSIDIES T
Verzameling 1935 nr.61.
Den heer BOSCHMAN verwondert het, dat 31 I nu pas komen met dit voorstel.
Immers reeds eerder wist men, dat het onbillijk was, de gebouwen voor den open
baren eeredienst bestemd, voor de straatbelasting aan te slaan. Op grond vs.:;
deze onbillijkheid stelt spreker dan ook voor, om de betaalde straatbalaa-ing
voor deze gebouwen vanaf 1 Januari 1934 terug te betalen.
Vat de Militaire Vereeniging betreft, wijst spreker er op, dat bij de behan
deling der begrooting de subsidie voor nuttige instellingen als deze werd ver
minderd. Bij de invoering der straatbelasting werden zij ook daarvoor belast,
zoodat men dubbel ging trekken aan de inkomsten van deze instellingen. Zoo is
het ook met de jeugdhuizen en patronaten, die eveneens van vrijwillige giften
moeten bestaan en die spreker dan ook voor wat deze belasting betreft, gelijk
zou willen stellen met de Militairen Vereeniging. Ook zij verkeeren in een
moeilijken financieelen toestand en de aanslag in de straatbelasting maakt hun
toestand nog moeilijker. Daarom stelt spreker voor, deze instellingen vrij te
stellen van de straatbelasting of de subsidie te verhoogen.
De heer BROEKMANS zegt, dat het hem genoegen doet, dat B W met dit voor
stel gekomen zijn. Reeds bij de behandeling van de invoering der straatbelasting
heeft spreker er op gewezen, dat in de praktijk wel blijken zou, dat er ver
schillende fouten aan kleefden en een van die fouten nu wordt door dit voorstel
opgeheven. Het college is het er mee eens, dat het een onbillijkheid is om de
gebouwen, welke bestemd zijn voor den openbaren eeredienst aan te slaan in de
straatbelasting. Alleen blijkt uit het voorstel, dat de meening in het college
verdeeld is voor wat betreft den datum van ingang der vrijstelling. Sprekers
meening in deze is, dat, als er een onbillijkheid bestaat, die ook geheel meet
worden weggenomen en daarom is hij het eens met het voorstel van den heer Bosch
man om de vrijstelling te doen ingaan vanaf 1 Januari 1934.
Spreker heeft verder gezien, dat het voorstel van B fe W is om de militaire
vereenigingen een verhooging van subsidie te geven en niet vrij te stellen van
straatbelasting. Hij is het daar mee eens, omdat ook spreker het gevaarlijk
vindt deze gebouwen vrijstelling van straatbelasting te geven. Ook ten aanzien
der jeugdhuizen en patronaten heeft spreker dezelfde meening, en zou hij wil
len, dat daaraan een subsidie gegeven werd -overeenkomstig het bedrag, waarvoor
zij in de straatbelasting zijn aangeslagen.
De heer SCHUYL merkt op, dat de heer Broekmans hier dus subsidie wil gaan
geven a.an instellingen, tereijl deze er niet eens om gevraagd hebben. Men
spreekt hier wel eens van het maken van reclame, maar spreker gelooft, dat met
het oog op de verkiezingen, de heer Broekmans hier aardig voor zich aan het
reclame maken is.
De heer BBKKER 2egt dat, waar nu gebleken is, dat op bijna alle plaatsen de
gebouwen bestemd voor den openbaren eeredienst vrijgesteld zijn van de straat
belasting, hij er zich heel goed mee vereenigen kan, dat ook hier een dergelijke
vrijstelling van deze belasting verleend wordt. Wat de militaire vereenigingen
betreft, wijst spreker er op, dat deze een groot en nuttig werk doen voor de
jongens, die hier ver van huis hun avonden op gepaste manier kunnen doorbren
gen. Spreker stelt voor de militaire vereeniging vrij te stellen van straat-
belasting, en vraagt zulks ook voor patronaten, onverschillig van welke religie
De heer Simons is ten aanzien der militaire vereeniging voor vrijstelling
van straatbelasting, omdat dit elk jaar een vast bedrag is, terwijl bij ver
hooging der subsidie, daarover elk jaar opnieuw moot beslist worden.
De heer Dammers kan zich met het voorstel van B W vereenigen, ook voor
wat betreft verhooging der subsidie aan de militaire vereeniging. Wanneer men