Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
X. VOORSTEL TOT VERHOOGING VIN DE BIJ RAADSBESLUIT VAN 5 FEBRUARI 1934 AAN DE
R.K.MILTrAIRENVEREENIGING""TE "BERGEN OP ZOOM EN DE AFDEEJ.ING BERGEN OP ZOOM
VAN-DEN NEDERLANDSCHEN MILITAIREN BOND TOEGEKENDE SUBSIDIES.
(Verzameling 1935, nr.61.)
De heer BOSCHMAN verzoekt om dit punt te behandelen bij punt XX der agenda.
De VOORZITTER heeft hier geen bezwaar tegen, en ook de raad gaat er mee ac-
coord.
XI. VOORSTE,L TOT HET VERLEENEN VAN EEN GARANTIE, GROCT f.lOOO,— AAN DE MIDDEN
STANDS" EN NIJVERHEIDSTEK1!PONSTELLING "DIRAGÖ'1
X"*erzameling 1935, nr.60.")
De heer VAN KROON vindt de exploitatie-opzet tamelijk hoog. Daar het z.i. nie
duidelijk uit de stukken blijkt, vraagt hij, of het be bedoeling is bij een even
tueel tekort,, dat eerst het door particulieren bijeengebrachte garantiebedrag
wordt opgemaakt voordat aan het garantiebedrag der gemeente begonnen wordtV
De VOORZITTER antwoord bevestigend.
De heer SCHUYL heeft uit.de plannen gezien, dat het comité zich ook voorge
steld heeft een speldjesdag te organiseeren, welke f.400,— zou moeten opbren
gen» Niet alleen vindt spreker dat bedrag erg hoog, maar hij zou er ook op
willen wijzen, dat er hier indertijd besloten is alleen toestemming voor speld-
jesdagen e.d, te geven, wanneer die liefdadige of cultureele instellingen ten
doel hebben. En daaronder kan deze tentoonstelling naar sprekers meening toch
niet gerankschikt worden, of het zou een cultureel-economisch doel genoemd
moeten worden. Spreker hoopt, dat hier rekening mee zal worden gehouden, wan
neer de aanvrage voor den speldjesdag ?/ordt ingediend.
De VOORZITTER merkt op, dat het ook mogelijk is, dat het comité de speldjes
op het tentoonstellingsterrein verkoopt en dan heeft het geen toestemming noo-
dig. Overigens zal met.do opmerking van den heer Schuyl rekening gehouden wor
den, wanneer een aanvrage zou worden ingediend.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
XII. VERORDENING TOT WIJZIGING EN AANVULLING VAN DE VERORDENING TOT AFWIJKING
VAN DE BEPALINGEN DER WIN^LSLUÏTINGSWET' 1930 S.nr.460, VOOR DE GEMEENTE
BERGEN OP ZOOM
(Verzameling 1935 nr,59.)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
XIII. VOORSTEL TOT HET VERLEENEN VAM EENCREJETGROCT f .36.000,— VOOR HEI
VERNIEUWEN EN HERSTELLEN VAN "DIVERSE STRATEN.
(Verzameling 1935, nr. 64
De heer VAN KAAM wijst op den slechten toestand vanhet fietspad in de Bal-
schebaan en vraagt om verbetering daarvan. Spreker heeft hier ook in de com-
nissie van openbare werken reeds over gesproken. Hij geeft in overweging het
fietspad naar den anderen kant van den v/eg over te brengen.
De heer SCHUYL heeft gezien, dat in de Steenbergschestraat eenige stoepen
ten behoeve van het verkeer worden opgeruimd, In verband hiermede zou spreker
willen wijzen op de trottoir in de Fortuinstraat, waarbij de stoep voor het
hotel de Gouden Leeuw een groote sta-in-don-weg voor het verkeer is. Hij vraagt
of geen pogingen gedaan kunnen worden om die op te ruimen.
De VOORZITTER merkt op, dat die stoop eigendom is. Er kan echter wel eens
naar geïnformeerd worden.
Wethouder Juten wil naar aanleiding van de opmerking van den heer van Kaam
zeggen, dat het misschien t.z.t. niet overbodig zal zijn om het fietspad in
de Balschebaan met koolasch te verharden. Momenteel zou spreker echter niet
verder willen gaan dan de plannen,
""at de opmerking van den heer Schuyl betreft, geeft spreker toe, dat de
bedoelde stoep werkelijk een sta-in-den-weg is. Er zal. z.i, echter weinig aan
te doen zijn. In de Steenbergschestraat was het een heel andere kwestie, om
dat die eigenaren de stoep niet noodig hadden voor hun broodwinning, maar bij
die voor het hotel van den heer Teitsma is dat wel het geval, In dit verband
wil spreker er op wijzen, dat reeds vroeger getracht is die stoepen in het be
lang van het verkeer weg te krijgen, maar het hooge bedrag, dat als schadever
goeding gevraagd werd, maakte een verder overleg hieromtrent onmogelijk. Spre
ker meent, dat indertijd voor het opruimen van de stoep een bedrag van
f,20.000,-- als schadevergoeding gevraagd vrerd. Er is niets op tegen om^thans
nog aensto informeeren, maar spreker gelooft niet, dat er voel resultaat van
te verwachten is.
