- 6 -
trachten te bereiken, dat een lagere vergoeding van kosten verkregen wordt door
Bergen op Zoom jelijk te stellen met een andere gemeente als Roosendaal b.v.,
waar een bloeiende openbare school is en de kosten veel lager zijn.
De heer MUSTERS zou graag het voordeel voor de gemeente in cijfers zien,
wanneer de openbare school zou worden opgeheven.
De heer EEKKER zegt zich als lid der commissie er mee vereenigd te hebben
om in beroep te gaan. Men kan veel waarde hechten aan het advies in deze van
den inspecteur en hoofdinspecteur, maar dat is slechts een kwestie van opvat
ting. Naar sprekers meening zijn de motieven in dat advies ver gezocht, en dat
die adviezen eensluidend zijn, verwondert spreker niet, daar z.i, de hoofdinspec
teur is afgegaan op hetgeen de inspecteur gemeld heeft en het hier dus niets
anders is, dan dat de een den ander napraat. Aan dergelijke adviezen hecht
spreker geen waarde. Men weet goed genoeg, dat de openbare school is opgeheven
uit bezuiniging. Spreker is er van overtuigd, dat die school voor do gemeente
een strop is. Hij deelt niet het standpunt, dat Borgen op Zoom een centraal
punt zou moeten zijn voor openbaar lager onderwijs ten opzichte van andere ge
meenten.
De heer BRCEKMMS wijst er op, dat door den heer Walder gesproken werd over
de wettelijke gelijkstelling van het openbaar en het bijzonder onderwijs, doch
sinds die gelijksteeling verkregen werd, is er wel wat veranderd. Dat is ook
duidelijk aangetoond door de mogelijkheid, welke de wet thans biedt, om scholen
welke geen reden van bestaan heboen, op te heffen. Dat geval hebben we ook hier.
Men zal het toch met spreker eens zijn, dat het geen radon heeft een' school
te handhaven, welke 30 leerlingen heeft, verdeeld over 7 klassen, en welke de
.gemeente jaarlijks duizenden guldens kost. Het gaat hier dan ook slechts om het
voordeel, omdat er geen andere weg is om tot vermindering der kosten van het
onderwijs te komen.
Wethouder VAN HASSELT zegt, dat het geenszins zijn bedoeling is om hier het
openbaar onderwijs weg to krijgen, doch bij hem in deze kwestie enkel en alleen
het financieel belang der gemeente voorzit. En de gemeentefinanciön kunnen de
hooge kosten, die voortvloeien uit de instandhouding van de openbare school
niet blijven dragen. Mochten degenen, die deze school niet willen opheffen,
toch gelijk krijgen, zooals de heer van Kroon van meening is, dan zal spreker
zich daar bij neerleggen, maar dan is tenminste door B W alles gedaan, wat
in het belang van den financieelen toestand der gemeente noodig was.
Wat de opmerking van den heer van Kroon betreft, zegt spreker dat diens
standpunt ton opzichte van deze kwestie inderdaad ook in de commissie hetzelfde
was als hij hier verklaard heeft. Dit doet echer niets af aan het advies der c
commissie, omdat injdergelijke adviezen alleen het standpunt der meerderheid
wordt opgenomen. Spreker ziet inderdaad niet veel heil in een beroep bij de
Kroon, wanneer gedeputeerde staten eenmaal uitspraak in deze gedaan hebben,
maar zoover zijnwe thans nog niet. Gedeputeerde staten hebben nog geen beslis
sing genomen, doch alleen naar aanleiding van het advies van den inspecteur
en hoofdinspecteur, gevraagd of dat geon motiof is om hot besluit in te trek
ken.
Spreker wijst er op, dat aan het wettelijk voorschrift niet te kort gedaan
wordt, wanneer de kinderen uit dezo gemeente naar de openbare school in Roosen
daal gezonden worden. Volgens de wet wordt in dat geval aangenomen, dat de ge
meente de openbare school daar exploiteert. Ten aanzien van hot advies van den
inspecteur wil spreker nog opmerken, dat deze daarbij toch in gebreke gebleven
is om aan te geven waarop nog meer bezuinigd kan worden bij instandhouding der
openbare school.
2ooals reeds bij de vorige behandeling van deze zaak werd naar voren gebracht
wordt door opheffing der school een voordeel voor de gemeente verkregen van
7800,Nu kan men wel zeggen, dat het bedrag der vergoeding per leerling
niet hoog is en de schoolbesturen dat geheel,noodig hebben, maar er moet
nu eenmaal cvcral op bezuinigd worden en dat^Uij leze vergoeding ook. Spreker
weet, dat dit mogelijk is, omdat hij zelf secretaris is van het bestuur der
Petrus-Canisiusscholen, en daar wordt per leerling slechts een bedrag van
f,8,73 uitgegeven, Als dat op de Petrus Canisiusschool piogelijk is, moet dat
toch ook gaan op de andere scholen. Als we verder zien, dat er scholen zijn,
die toekomen met een bedrag van f.5,43 per leerling, dan meenj spreker, dat het
toch tijd is, dat ook hier in deze bezuinigd wordt, en dat kan alleen door op
heffing der openbare school.
Spreker heeft eens berekend hoeveel do vergoeding zou bedragen aan de hand
van de cijfers van 1922, en daarbij kwam hij aan een bedrag van slechts f.5,93
Nu kan de heer Walder wel zeggen, dat de school om hals gebracht is doordat er
geen reclame voor gomaakt werd, maar daarmede is spreker het niet eens. In 1922
waren er nog 146 leerlingen en sindsdien is dit aantal geregeld terug geloopen.