gevestigd is en toen werkloos is geworden, zoodat hij niet voor steun of werk
verschaffing in aanmerking kan komen, hier onder valt.
Wethouder SCHEFFELAAR zegt, dat ook zoo iemand er niet onder valt.
De heer VAN HAL vraagt, waar zoo iemand dan terecht moet komen.
Wethouder SCHEFFELAAR zegt, dat zulke menschen niet naar hier moeten komen,
maar in hun eigen plaats moeten blijven.
De heer VAN HAL merkt op, dat men soms al blij is, als men een half jaar werk
kan krijgen.
De heer LUSTERS vraagt, of hoveniers hier onder vallen.
Wethouder SCHEFFELAAR zegt, dat ook die er niet onder vallen.
Zonder hoofdelijke wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester
en wethouders besloten.
De VOORZITTER stelt dan aan de orde de interpellatie van den heer walder.
Spreker meent naar aanleiding van de door den heer Waj.der gesuelde vragen heel
kort te kunnen zijn. Hij heeft toevallig gehoord, dat er dezer dagen een verga
dering geweest is van de bouwvereeniging St.Joseph en dat er van die zijde aan
het college een schrijven gezonden zal worden met de mededeeling dat de huren
verlaagd zullen worden.
De heer WALDEK zegt met dit antwoord van den Voorzitter genoegen te kunnen
nemen. Waar in de vergadering van December door den Voorzitter was toegecegu,
dat deze kwestie nader onder oogen zou worden gezien, meends hij er thans naar
te moeten informeeren, temeer waar in andere gemeenten de huren reeds verl.aga
worden.
De VOORZITTER schorst hierna, de openbare vergadering, teneinde aen rara in
de gelegenheid te stellen in besloten zitting over te gaan.
Na heropening stelt de VOORZITTER aan de orde punt III der agenda;
Dienst_ van opehbare werken te Bergen op Zoom, Bergen op Zoom _9 April_1935_5_ mp,
A/S38-19-2yij."
Plan en kostenberekening betreffende het in werkverschaffing verbeteren en ver-
harden van de Huijbergschebaan.
De heer SCHUYL zegt het plan met vreugde begroet te hebben, en dit toe ue
juichen omdat het de mogelijkheid opent, dat er voor de_werkloozen een groot
object komt waaraan veel werk zit.Spreker zal er thans niet veraer over uitwei
den en acht dit ook onnoodig in verband met de besprekingen in besloten zitting,
In principe kan spreker zijn stem dan ook ten volle aan dit plan geven.
De heer MUSTERS vraagt, of het de bedoeling is de baan geheel te verharden
of vanaf een bepaald punt?
De VOORZITTER zegt, dat dit geheel van de omstandigheden zal afhangen. Momen
teel is daaromtrent nog niets te zeggen, omdat eerst de plannen nader uitgewerkt
moeten worden,
De heer MUSTERS merkt cp, dat het besluit dat de raad nu neemt, dus niet in
houdt, dat de geheele baan verhard zal worden?
De VOORZITTER beaamt dit.
De heer WALDER zegt zijn stem aan dit voorstel te zullen geven.
De heer SIMONS zal in verband met de groote kosten, welke aan deze verbete
ring verbonden zyn en het weinige belang, dat de gemeente heeft bij Huijbergen,
tegen stemmen.
De heer BEKKER verklaart zich met het oog op de werkverschaffing voor he'1
voorstel.
De heer VAN HAL sluit zich aan bij degenen, die zich voor het plan hebben
uitgesproken, en zal er zijn stem dan ook aan geven.
De heer SIMONS vraagt aanteekening in de notulen, dat hij er tegen is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna in principe besloten tot verbete
ring en verharding in werkverschaffing over te gaan.
De VOORZITTER wil tot slot den raad nog mededeelen, dat nog een werkver
schaffingsobject naar den minister is, n.l. het ophoogen van eenige terreinen
aan de havendijk. Wanneer de subsidie hiervoor verkregen wordt, zullen er een
kleine honderd man weer enkele maanden werk aan hebben.
De heer BAKX vraagt, of het de bedoeling is om de haven weer te gaan uitdie
pen?
De VOORZITTER antwoordt bevestigend.
De heer BAKX zou. dan toch in overweging willen geven om dat werk op een
andere manier te doen dan vorig jaar, daar er van hetgeen gedaan is, niets
meer te zien is, en z.i. niets heeft geholpen.
De VOORZITTER is het daar geenszins mee eens, en meent dat het wel degelijk
geholpen heeft. Overigens kunnen hieromtrent nog opmerkingen worden gemaakt,
wanneer het voorstel van den minister terug komt en de raad er over te beslis
sen krijgt.