- 2 -
1» Openbare leeszaal te Bergen op Zoom, Bergen op Zoom 28 Februari 1935»
Aanbieding van het verslag der instelling over het jaar 1934.
mOpenbare leeszaal en bibliotheek op R.K.grondslag te Bergen op Zoom, Bergen-
op-Zoom 26 Maart 1935.
Aanbieding van het verslag der instelling over het jaar 1934.
n. Dr.A.Grijns te Bergen op Zoom, Bergen op Zoom 13 April 1935.
Rapport betreffende chemisch en bacteriologisch onderzoek van water der ge
meentelijke drinkwaterleiding per 2 April 1935.
o. G.J.Kools te Bergen op Zoom, Bergen op Zoom, 11 April 1935.
Dankbetuiging voor de schriftelijke felicitatie ter gelegenheid van zijn 35-
jarig jubileum als secretaris der commissie tot wering van schoolverzuim,,
p. Bestuur der Liedertafel Bergen op Zoom's Mannenkoor, Bergen op Zoom 9 Apr.il
1935.
bericht dat het voorgenomen zangersfeest niet zal doorgaan,
De heer WALDER wijst er op, dat in het schrijven van de Liedertafel staat,
dat de burgemeester gezegd heeft, dat de raad op dit verzoek toch afwijzend
zou beschikken.
De VOORZITTER ontkent dit gezegd te hebben.
De heer WALDER zegt-, dat het toch in het schrijven der vereeniging staat,
en hem sterk gefrappeerd heeft»
De VOORZITTER zegt, dat het hem ook gefrappeerd heeft. Hij heeft er liet be
stuur ook op gewezen, nadat het schrijven was ingekomen, doch het wilde
zulks niet terug nemen en veranderen. Spreker heeft het bestuur in een onder
houd betreffende deze aangelegenheid medegedeeld, dat B W aan den raad hier
omtrent een afwijzend prae-advies zouden voorleggen. Overigens wijst spreker
er op, dat de vereeniging toch niet verder kon omdat V.V.Vslechts f.100,--
beschikbaar kon stellen,
De hoer BECHI vraagt, of dit verzoek een bespreking heeft uitgemaakt in de
vergadering van B W en daarbij besloten is, er oen afwijzend voorstel aan don
raad op te goven? Spreker meent te weten, dat het heelemaal niet in B W be
handeld is.
De VOORZITTER zegt de meening van de leden van het college omtrent deze aan
gelegenheid te hebben ingewonnen, waarbij bleek, dat deze er afwijzend tegenover
stonden. Daarom heeft spreker aan het bestuur der vereeniging ook in vertrouwen
medegedeeld, dat B W een afwijzend advies aan den raad zouden geven.
De heer BECHT zou hier nog wel een en ander over kunnen zeggen, doch zal er
thans niet verder op ingaan»
De VOORZITTER zegt, dat de heer Becht dat niet kan.
q. Mededeeling van burgemeester en wethouders inzake de afsluiting van een
contract voor de levering van gas aan de N.V.Biscuitfabriek "Liga" te Bergen-
op-Zoom.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt, overeenkomstig
het voorstel van B w, besloten de stukken a - q voor kennisgeving aan te ne-
men,
II. MLeijs e.a, allen bloemkweekers en -handelaren te Bergen op Zoom, Bergen-
op-ZÖom 24September 1934.
Verzoek om maatregelen te nemen tot het verbieden van de Zaterdagsche bloe
menmarkt voor alle kooplieden van buiten en binnen de stad en tevens van
het venten op straat gedurende de werkdagen.
De heer VAN KROON is er voor om aan het verzoek tot opheffing der Zater
dagsche markt te voldoen, echter niet om het venten te verbieden. De motieven
voor het verkoopen van bloemen op Zaterdag avond gaan z.i, niet op. Immers op
de Donderdagsche markt is er voldoende gelegenheid tot het koopen van bloemen
en iedereen, die een beetje verstand van bloemen heeft, weet ook, dat deze
dagenlang goed gehouden kunnen worden. Bovendien blijkt uit het rapport van
den wethouder duidelijk, dat de Zaterdagsche markt geen reden van bestaat heeft,
want de kosten aan deze markt verbonden, worden niet eens door de opbrengst
gedekt. Spreker heeft ook het rapport van den marktmeester gezien, doch kan
zich daarmede niet vereenigen. De beide laatste opmerkingen welke daarin staan,
hooren z.i. ook niet in een dergelijk rapport thuis. Als ambtenaar was het de
plicht van den marktmeester om zijn rapport zuiver zakelijk te houden,
Spreker maakt er een voorstel van om de Zaterdagsche markt op te heffen.
De heer Schuyl zegt in tegenstelling met den heer van Kroon van meening te
zijn, dat de Zaterdagsche bloemenmarkt gehandhaafd dient te blijven. Hij is
het dan ook geheel eens met de in het rapport van den wethouder neergelegde
conclusie. Wanneer men dit zou gaan verbieden, vraagt spreker zich af, waar
op die manier de vrijheid van het marktwezen blijft? Spreker kan niet begrijpen
welke taktiek hier door de middenstanders gevolgd \vordt, immers waar nering is
