- 18 - slechte beteekenis opgevat Y/orden, Spreker zou in overweging willen geven om van gemeentewege het geheele bedrag bij te leggens zoovel dat van den steun Yvordt ingehouden als het aandeel der gemeente. Daarmede zou dan het bezwaar van den heer van Kroon ondervangen zijn. Het betreft hier een uitgave, die de werk- loozen zich moeten getroosten, al zal het dikwijls moeilijk vallen dit te moe ten missen van het zeer kleine bedrag, dat hun toegY/ezen is. Uit sociaal oog punt is dit voorstel heel goed, doch spreker hoopt, dat de regeering zal in zien, dat de ï/erkloozen dit bedrag niet kunnen missen en daarom maatregelen zal treffen, dat het geheel voor rekening der regeering of van de gemeente genomen Yvordt Wethouder SCHEFFELAAR v/ijst er op, dat het aantal werkloozen over het geheel dus geheel en gedeeltelijk VYerkloozan, de laatste week met 149 is verminderd. Hij meent, dat dit te danken is aan eenige opleving in de bouwvakken. Wat het onderhavige voorstel betreft, merkt spreker op, dat verschillende werkloozen voor het lidmaatschap van het ziekenfonds hebben bedankt en daardoor op het bur gerlijk armbestuur zijn aangewezen ingeval van ziekte. Dit is zeer zeker te be treuren. Spreker wijst er verder op, dat een zoodanige regeling betreffende de bijdragen zal worden getroffen, dat in het bezvraar, dat door den heer van Kroon naar voren gebracht werd, zal Y/orden voorzien. Wat het gebruiken van het woord "pauper" betreft, merkt spreker op, dat zooals reeds door den heer Schuyl ge zegd Y?erd, dit woord niet in de slechte beteekenis werd gebruikt door spreker, doch geheel te goeder trouw omdat het ten deze een gangbaar woord is. Het heeft dan ook geenszins in zijn bedoeling gelegen iemand daarmede minder aangenaam te willen zijn. Ten aanzien van de door den heer Schuyl geopperde wenschelijk- heid, wijst spreker er op, dat er reeds een schrijven van den minister is, waar uit blijkt, dat de regeering in deze geen subsidie geeft. De hieruit voortvloei ende kosten zullen dus geheel voor rekening der gemeente komen. De heer SCHUYL is van meening, dat toch wel getracht kan worden om van de regeoring te verkrijgen, dat het aandeel, dat voor rekening der werkloozen komt n'.et van den steun wordt afgetrokken, maar bij wijze van toeslag verstrekt YYordt. Wethouder SCHEFFELAAR zegt, dat dit in overweging genomen zal worden. Zonder hoofdelijke stemming wordt dan overeenkomstig het voorstel van burge meester en wethouders besloten. XXIV. VOORSTEL TOT HET BIJBOUWEN VAN DRIE LOKALEN AAN HET OPENBAAR SLACHTHUIS. (Verzameling 1935 nr.40.) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming Yrordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, besloten. XXV. VOORSTEL TOT HET VASTSTELLEN VAN EEN VERORDENING TOT AANVULLING VAN DE VERORDENING OP HET GEBRUIK VAN* HET' OPENBAAR "SLACHTHUIS. "(Verzameling 1935 nr.43.") Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming v/ordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. XXVI. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VOOR HET JAAR 1935 VAN DE BIJDRAGE PER LEER LING AAN DE BIJZONDERe'sCHOOL VOOR BUITENGEWOON LAGER ONDERWIJS TE BERGEN" OP ZOOM. "(Verzameling 1935 nr„28) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. XXVII. BEHANDELING VAN INGEKOMEN RECLAMES TEGEN PEN AANSLAG IN DE STRAATBELAS TING OVER 1934." De heer SCHUYL vraagt, of deze reclames niet beter besteld konden Y/orden in handen der financieele commissie? De VOORZITTER zegt, dat de raad er over beslissen moet ingevolge de verorde ning. Daar het echter meerendeels vergissingen betreft in de kadastrale leggers en onjuiste berekeningen, adviseert hij den raad te beslissen overeenkomstig de ter inzage gelegde voorstellen. Aldus Y/ordt zonder hoofdelijke stemming besloten. De VOORZITTER stelt dan aan de orde de interpellatie van den heer Dielissen waartoe hij dezen het woord verleent. De heer DIELISSEN zegt, dat zijn eerste vraag is, wanneer de nieuwe banken in het Volkspark zullen komen, en de tweede, of de Voorzitter, als hoofd der politie, het nog geen tijd acht, of het niet hard noodig vindt om een tweetal parkwachters aan te stellen. Spreker kan zich indenken, dat de politie niet altijd in het park aanwezig kan zijn, maar als hij nagaat, dat er de laatste weken weer verschillende baldadigheden werden uitgehaald, zooals het uitruk ken van banken, het achterna zitten en mishandelen van de zwanen totdat de beesten niet meer konden en er bij neervielen, dan gelooft hij toch, dat het

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1935 | | pagina 58