- 16 - tot half vier te verlengen, daarbij wetend, dat zij in dezen raad toch geen meer derheid voor hun voorstel vinden. Het half uur, dat de winkeliers nu krijgen, vindt spreker als een aalmoes, en als hij zijn stem dan ook aan dit voorstel zou moeten geven, dan is het niet anders dan met grooten tegenzin. Spreker zou veel liever zien, dat de nu bestaande toestand bestendigd bleef', al zal hij zelf daartoe geen voorstel doen„ De heer DEMMERS zegt, dat het hem, in tegenstelling met den heer Broekmans, genoegen doet, dat het college bijtijds heeft ingezien, dat de inkrimping van de markt tot groote nadeelen voor de gemeente zou hebben geleid en dit de ge nadeslag voor de markt zou hebben beteekend. Spreker kan zich met het voorstel van B W dan ook zeer goed vereenigen al zou hij nog liever zien, dat alles weer in den ouden toestand werd gebracht. De heer BEKKER zegt zich den vorigen keer bij het voorstel tot inkrimping van de markt te hebben neergelegd, omdat het een proef gold en na afloop daar van uit nauwkeurige rapporten zou kunnen blijken, of de winkeliers bijde ver korting van den marktduur baat hadden gehad en welk resultaat dit voor de markt zelf opleverde. Uit het rapport van den wethouder blijkt nu, dat er overeen stemming bereikt is tusschen de marktkooplieden en de winkeliers, en spreker neemt dit als waarheid aan, niettegenstaande de heer Broekmans die zaak ha9r eenigszins anders voorstelt. Uit hetgeen de heer Broekmans hieromtrent gezegd heeft, maakt spreker op, dat er bij de winkeliers zelf omtrent deze kwesvie geen eenheid heerscht. Z.i» kent de raad de verhoudingen niet voldoende nn hier dieper op in te gaan en daar het vast staat, dat beide partijen zijn gehoord en zich er mee hebben vereenigd om de markt met een half uur te verlengen, zal spreker zijn stem dan ook geven aan het voorstel van B W. De heer BECHT meent, dat het rapport van den wethouder niet in alle opzich ten duidelijk is, en daar het voorstel van B Yf daarop gebaseerd is, zou spre ker willen vragen, of B W kunnen mededeelen, wat de mindere opbrengst is ge weest tengevolge van het vervroegde sluitingsuur van de markt. Op de tweede plaats staat in het rapport van den wethouder, dat er met de middenstandsorga nisatie is geconfereerd, terwijl de heer Broekmans dit ontkent. Spreker zou willen vragen, wat hier nu van waar is? De heer WALDER zegt, dat het hom genoegen doet, dat het thans voorgelegde voorstel gedaan is na overleg met de betrokken partijen. Het is hem toevallig bekend, dat de wethouder ook met de bestuurderen van de R.K.Winkeliersvereeni- ging geconfereerd heeft, omdat hij dit zelf gezien heeft. Spreker gelooft daar om te kunnen zeggen, dat men uit de impasse zal komen door het voorstel, waar over nu overeenstemming is bereikt, aan te nemen. Aan alles wat het koop- en verkoopwezen betreft, ligt ten slotte de koopkracht van het publiek ten grond slag. Dat ondervinden de marktkooplieden zoo goed als de winkeliers en het ns spreker dan ook zeer goed bekend, dat de marktkooplieden het lang niet gemakke lijk hebben. Nu kunnen we misschien iets doen voor deze menschen en spreker is het daarom met den heer Bekker eens, dat de proef om de markt met een half uur te verlengen gerust kan worden genomen. Hij weet uit ondervinding in zijn eigen familie, dat misschien 95^ der marktkooplieden momenteel een zeer moeilijk be staan heeft, en alleen maar naar de markt komt, wanneer ze kans zien er een boterham te verdienen. Er zijn er dan ook verschillende, die alleen maar raar de markt komen om hun plaats te behouden en dan vaak nog met verlies moeten werken. Men zal dat begrijpen, als men nagaat, dat men slechts een paar uien kan verkoopen en tengevolge van de langdurige werkloosheid de koopkracht vai het publiek nog sterk verminderd is. Spreker zal dan ook stemmen voor het voor stel van B W, temeer daar het maar een proef is. Wethouder KIEPE wijst er op, dat hij, na het besluit van den raad om den marktduur met een uur te verkorten, minitieus alles gedaan heeft ter uitvoering van dat besluit. Hij heeft de eerste rij kramen voorbij de tramrails laten zet ten, zoodat er een ruime baan voer het verkeer over de markt kwam. Hij heeft al le mogelijke moeite gedaan om te verkrijgen, dat de autobussen na afloop de- markt wat later zouden vertrekken, zoodat de marktbezoekers nog de gelegenheid hadden de stad in te gaan. Hij heeft er ook voor gezorgd, dat de markt steeds om 3 uur precies eindigde en heeft zelfe bewerkt, dat tegen kooplieden, die na 3 uur nog verkochten, proces-verbaal werd opgemaakt. Spreker heeft zelf de markt en de winkels afgeloopen om een zoo volledig mogelijk overzicht te ver krijgen en hij heeft daarbij heel wat gezien. Zoo heeft hij herhaaldelijk kun nen constateeren, dat voor den middag wel een bal champetre op de markt gegeven kan worden, want dan is er absoluut niets te doen. Eerst na den middag begint de drukte en vooral tusschen twee en drie uur is het zoo druk, dat er bijna geen doorkomen aan is. Spreker heeft op die dagen ook verschillende winkeliers bezocht en daar inlichtingen ingewonnen en daarbij bleek, dat de meeningen zeer verdeeld waren. De een deelde mede, niet veel te kunnen zeggen, omdat de

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1935 | | pagina 56