- 6 - dat het uitgetrokken bedrag voor steun te laag was, maar de heer Schuyl weet ook, dat die begrooting in de commissie voor steunverleening is geweeso en men daar de zaak van alle kanten heeft bekeken, waarna tenslotte het uitgetrokken bedrag als raming is aangenomen. Het bedrag is gebaseerd op de uitkeerin& van het laatste halfjaar 1933 en het eerste halfjaar 1934, Nu achteraf is het ge makkelijk om te zeggen, dat erverkeerd gehandeld is, maar een dergelijke raming blijft tenslotte altijd een slag in de lucht, omdat men niet tevoran weet hoe de toestand verloopen zal. Nu weet men, dat de werkloosheid is toegenomen, en het logische gevolg daarvan is natuurlijk, dat de bedragen verhoogd moeten wor den. Om deze reden gaat dan ook een ambtenaar van het, departement van sociale zaken alle gemeenten af om te informeeren, of men met het uitgetrokken^bedrag toekomt in verband met de vermeerdering der werkloosheid. Dat de minister dit laat doen, is natuurlijk omdat hij later met zijn begrooting ook niet vast zou. loopen. Aan de hand van de nieuwe cijfers, welke men nu ter beschikking heeft, blijkt, dat de bedragen met 9,6/= verhoogd zouden moeten werden, wat hier neerkomt op een bedrag van f,43000, Met deze wijziging zal na&r spre kers meening wel genoegem worden genomen en er subsidie voor worden gegeven, al zal het vanzelf ook aan de gemeente iets meer kosten. Wat het door den heer Schuyl genoemde aantal werkloozen betreit, wijs^ spreker er op, dat juist de laatste weken de werkloosheid eenigszins vermin derd is. Overigens meent spreker, dat men deze zaak niet zoo moet opschroeven. Ten aanzien van de opmerking over de normen van het burgerlijk armbestuur, zegt 3preker, dat die normen niet hooger gesteld kunnen worden, ornaat, ze volgens voorschrift van den minister niet hooger mogen zijn dan de normen, die voor de steunregeling gelden. In verband met hetgeen is opgemerkt omtrent objecten voor de werkverschaf fing, zegt spreker, dat door le commissie verschillende objecten zijn inge diend. Bij de uitwerking daarvan stuit men echter op verschillende bezwaren Voor een gemeente als de onze blijft het vinden van geschikte werkverschaf fingsobjecten dan ook een moeilijk probleem. Spreker kan echter niet anders zeggen dan dat B W ten deze steeds diligent geweest zijn, Ylethouder JUTEN wil naar aanleiding van de opmerking van den heer Walder er op wijzen, dat naar diens meening B niet snel genoeg werken. Hij ver geet echter, dat ons college daarbij ook rekening moet houden met de finan ciën der gemeente. Zijn beschuldiging als zou het college niet genoeg doen voor de werkloozen, gaat dan ook niet op. Als het college de zaak maar op haar beloop liet en zich niet bekommerde om de financiën, dan zou de heer Walder ook de eerste zijn om ons college daarvoor ter verantwoording te roepen. B W hebben echter als stelregel gekozen het bekende spreekwoords de voorzich tigheid is de moeder der porceleinkast, en dat we tot heden hebben kunnen be reiken, dat we niet dieper in de schulden gekomen zijn, is ook aan die voor zichtigheid te danken. Spreker golooft ook wel, dat de leden van den raad dit op prijs stellon. Wat nü de opmerking betreft, als zou er voor de werkverschaffing niets ge daan worden, zou spreker willen wijzen op hetgeen allemaal al in werkverschaf fing is uitgevoerd, zooals daar zijns de verbetering van den weg naar heu Halstersch Laaag, de verbetering van de Oude Huijbergschebaan, de verbetering en vergrooting van de gemeentelijke bad- en zweminrichting - een werk van f.80.000,f„90.000,het uitdiepen van de haven, de verbetering van den v/eg naar de Zandstraat, le N.Z.Zoom, het leggen van rioleeringen en het maken van de buizen daarvoor, de aanleg van nieuwe straten, soms op plaatsen waar nog geen enkel huis stond, de verbetering van de Pomonalaan, den Wesoei Boulevard, den Parallelweg, de bouw van een nieuwe brug over de Zoom en de aanleg van vele fietspaden. Al die werken hsboen de gemeente ongeveei een millioen gekost, terwijl daarvoor jaarlijks een groot bedrag aan rente en aflossing betaald moet worden. Als men dit even nagaat, dan gelooft spreker hier wel te mogon zeggen, dat de werkloozen dankbaar mogen zijn, dab ei nog zooveel werk gevonden is kunnen worden. Er is hier verder de opmerking gemaakt, dat de directeur van openbare werken geen opdracht heeft om nieuwe werken klaar te maken. In tegenstelling daarmede wil spreker er op wijzen, dat die directeur opdracht heeft voor het uitwerken van rioleeringsplannen, en voor verbetering van de Huijbergschebaan. Voor dit laatste Ytrerk zijn zelfs al eenige menschen in overwerk bezig om de plannen gereed te krijgen. Verder hebben we nog op het lijstje staan het ma ken van een viaduct en andere werken. Men zal het wel met spreker eens zijn, dat bij de door spreker genoemde werken er verschillende zijn, welke als luxe beschouwd kunnen worden, die niet zouden zijn uitgevoerd als er geen werkloosheidzou zijn geweest, of al zouden ze mettertijd zijn uitgevoerd, dan

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1935 | | pagina 46