4 -
noodzakelijk, dat hier thans een beslissing over genomen wordt, opdat deze men-
schen weten ?/aar zij aan toe zijn. Naar zijn meening was hot voor B ïi toch
niet zoo moeilijk om bij het inkomen der aanvrage te bepalen hoe hun houding
tegenover deze subsidie zou zijn. Hij ziet dan ook niet in, waarom dit nu weer
een maand moet blijven liggen.
De heer BEKKER is van oordeel, dat er geen aanleiding is om in deze van den
gewonen gang van zaken af te wijken. Hij wijst er op, dat men reeds vorig jaar
aan het organiseeren van dit feest begonnen is en dit verzoek om subsidie aus
gemakkelijk veel eerder ingediend had kunnen worden.
De heer BECHT zegt, dat de vereeniging verschillende toezeggingen voor fin&n-
cieele bijdrage gekregen h*d, waardoor zij oorspronkelijk geen geld uit de ge
meentekas noodig had. Doordat echter de toezeggingen niet gestand werden gedaan,
was de vereeniging op het las'ste moment nog gedwongen bij de gemeente om subsi
die aan te kloppen.
De V00R3ITTER acht het ook het beste, omtrent deze zaak eerst hst prae-advies
van B \j af te wachten.
Daar het voorstel van den heer Becht om deze zaak nu te beslissen, niet vol
doende wordt gesteund, kan het niet verder in behandeling worden genomen.,
mUitvoerend comité der Dirage-tentoonstelling te Bergen op Zoom, Bergen op
Zoom 21 Maart 1935
Verzoek om een subsidie uit de gemeentekas van f,1000,-- ten behoeve der oe
houden tentoonstelling,
n. Bestuur der Pius X Stichting te Breda, Breda 20 Maart 1935.
Verzoek om een subsidie uit de gemeentekas van f.250,-- voor de instandhou
ding van het E.K.Huis te Bergen op Zoom.
Zonder hoofdelijke stemming wordt, overeenkomstig het voorstel van B y
besloten de stukken k - n te stellen in handen van burgemeester en wethouders
ter fine van prae-advies.
III, Gedeputeerde staten van NoordBrabant's-Hertogenbosch 20 Februari 1935,
G.nr. 5543, Hie af dee ling.
Nota van aanmerkingen bij hun college gevallen op de begrooting der ge
meente voor het dienstjaar 1935,
(Voorgesteld wordt de begrooting voor 1935 te wijzigen overeenkomstig de
wenschen van ged,staten en aan dezen te berichten overeenkomstig den tei
inzage gelegden concept-bri«f afd.II, nr,22/118 C»),
De heer DEMMERS begrijpt niet, hoe B bi accoord kunnen gaan met het voorstel
van godeputoorde staten om hot bedrag voor vorteer der leden van de stembureaux
te brengen op f.4, Toen de heer Simons bij de reisverordening voorstelde om
de reis- en verblijfkosten te stellen op de bedragen als door het rijk worden
betaald, was de meerderheid van het college daar tegen, omdat die bedragen oe
laag waren. In vergelijking echter met het hier voorgestelde bedrag vooi de le
den der stembureaux, zijn ze nog voel te hoogimmers bij een afwezigheid van
6 uur zou een vergoeding voor verblijfkosten gegeven worden f,4,™ terwijl de
leden der sterabureauz 13 14 uur per dag zitten en daarvoor ook slechts een
vergoeding van f.4,voldoende wordt geacht. Spreker wil daarbij nog geen re
kening houden met het feit, dat de verblijfkosten worden betaald aan ambtena
ren der gemeente, wier salaris toch doorgaat, terwijl het meerendeel van de^
leden der stembureaux dien dag nog moeten verletten. Naar sprekers meening is
dit niet juist en hij kan zijn stem daar dan ook niet aan geven.
De VOORZITTER merkt op, dat de heer Demmers niet weet, of B W met het
voorstel van ged,staten in deze accoord gaan. B W laten de beslissing h.i.
omtrent geheel aan den raad over.
De heer DEMMERS wijst er op, dat volgens het ter inzage gelegde antwoord
aan ged,staten blijkt, dat B W mot dat voorstel wel accoord gaan.
De heer SCHUYL zegt er bij de behandeling der begrooting reeds de aandacht
op gevestigd te hebben, dat de post voor steunuitkaeringen verhoogd diende te
worden, en dat hij daarmede juist gezien had, blijkt nu wel uio het feit, dat
ged,staten van dezelfde meening zijn. Spreker kan zich voorstellen, dat men
Bij de samenstelling der begrooting voorzichtig is, maar men kan ook te voor
zichtig zijn. Daarentegen kan een hoogere raming ook haar nut hebben, vooral
als bekend is, dat het aantal steuntrekkenden nog steeds vermeerdert inplaats
van vermindert. Wat het bedrag van den steun betreft, wijst spreker er op,dat
dit thans ongeveer met 10/ is verlaagd, wat voor de betrokkenen, wier inkomen
toch reeds te laag is, zeer zeker een te groote vermindering is.
Ten aanzien der werkverschaffing merkt spreker op, dat er momenteel 1200
werkloozen zijn, en ged.staten er zeer terecht op wijzen, dat het nu wel eens
tijd wordt, dat men met eenige zekerheid de objecten noemt, welke in werkver
schaffing zullen worden uitgevoerd. Het frappeert spreker, dat B ff in hun