- 3 - deze zaak wel wat overdreven, temeer als men nagaat, dat over 't algemeen de viering van jubilea van de betrokkenen zelf uitgaat. De heer Becht merkt op, dat het daarom juist voor den heer Kools pleit,dat hij dit niet gewild heeft. Wethouder van HASSELT is het daarmede eens. Hij vindt het ook jammer, het niet eerder geweten te hebben. Misschien is dit aanleiding om het volgend jaar, als het 36 jaar is, wat bij de militairen als een bijzonder jaar geldt, een felicitatie te zenden. De heer WALDERs Jammer, dat we geen gouden medailles hebben voor trouwen dienst. Wethouder VAN HASSELT merkt op, dat die er misschien volgend jaar wel zijn- Hij herhaalt, dat het hem spijt, niet bijtijds hiervan kennis gekregen te heb ben, daar dan ongetwijfeld voor een felicitatie zou zijn gezorgd. Om daarmede nu achteraf te komen als mosterd na den meaLtijd, vindt spreker weleenigszins belachelijk. Het is toch bekend, dat steeds met voel waardeering gesproken is over de wijze, waarop cleze menschen hun taak vervuld hebben. De heer WALDER zegt de motie van den heer Becht ook niet geheel te kunnen ondersteunen. Als de heer van Hasselt hier verklaart, dat hem tevoren van dit jubileum niets bekend was, dan gelooft spreker dat. Hij zou er echter wel prijs op stellen, dat aan den heer Kools alsnog een felicitatie werd gezonden, en daartoe zou de motie met eenige redactiewijziging wel kunnen dienen. Wethouder VAN HASSELT is van meening, dat er geen enkele aanleiding is voor een motie als door den heer Becht voorgesteld, waarin uitdrukking als"betreurt het", enz. voorkomen. Wanneer de raad er prijs op zou stellen, dat aan den heer Kools alsnog een felicitatiebrief gezonden wordt, dan heeft spreker daar geen bezwaar tegen. De heer BECHT ziet niet in, welk bezwaar er kan bestaan tegen de door den heer van Hasselt aangehaalde passage in z'n motie. Wethouder VAN HASSELT zegt, dat die zinsnede, op z'n zachtst uitgedrukt, toch minder juist is en hier niet op haar plaats. Wanneer B W tevoren op de hoogte geweest waren met dit feit, dan \~ms het was anders, maar nu wij het ook pas wijsten nadat alles al lang achter den rug was, is er geen enkele aanlei ding voor een dergelijke motie. De heer BROEKMANS is ook niet voor deze motie. Wel zou hij er voor zijn, ge zien het werk van den heer Kools, waarvoor toch van alle zijden groote waar deering bestaat, hem alsnog een felicitatie namens het gemeentebestuur te zenden. Wethouder JUTEN wil ten deze naar de geschiedenis verwijzen en opmerken, dat het tot nu toe bij de gemeente altijd gewoonte geweest is om felicitati.es te zenden bij 25- en 50-jarige jubilea. Aan het herdonken van tusschen tijdsche gebeurtenissen is nooit gedacht. Is de raad echter van meening, dat ook bij dergelijke jubilea felicitaties gezonden worden, dan zal het gemeentebestuur daar in den vervolge rekening mee kunnen houden. Wethouder VAN HASSELT zegt tegen het zenden van een felicitatiebrief geen bezwaar te hebben, wanneer de raad daar thans nog prijs op stelt. De heer BECHT kan er zich tenslotte mee vereenigen, dat een felicitatiebrief gezonden wordt en trekt zijn motie in. Zonder hoofdelijke stemming wordt dan besloten den heer Kools alsnog een felicitatiebrief te zenden. Overeenkomstig het voorstel van B W worden de stukken a - j hierna voor kennisgeving aangenomen» k* Bestuur der Nieuw-Brgvlietsche 'inkeliersvereeniging. Bergen opZoom 7 Maart 1935." Verzoek om wijziging der winkelsluitingsverordening voor wat betreft open stelling der winkels te Nieuw-Borgvliet opZondagvoormiddag. De heer BROEKMANS wijst er op, dat 23 namen van winkeliers op het adres ver meld staan. Hij zou het wel op prijs stellen, wanneer bij het prae-advies opge geven werd in welke branche die winkeliers werkzaam zijn. De VOORZITTER zegt daar geen bezwaar tegen te hebben. Overigens heeft hij deze zaak al met den commissaris van politie besproken en de noodige maatrege len overwogen ter vermijding van oneerlijke concurrentie» d» Bestuur van de Liedertafel "Bergen op Zoom's Mannenkoor", Bergen op Zoom, 21 Maart 1935". Verzoek om een subsidie uit de gemeentekas van f.500,— voor een te organi- seeren zangersfeest op Hemelvaartsdag 1935. De heer BECHT merkt op, dat het feest op Hemelvaartsdag zal worden gehou den. Als nu over dit verzoek eerst over eenraaand wordt beslist en de subsidie dan zou worden afgewezen, kan het feest onmogelijk doorgaan. Daarom is het z.i.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1935 | | pagina 43