10 -
oordeel, dat die later beter afzonderlijk aanbesteed kunnen worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van
B W besloten,
XIV. VOORSTEL TOT GUNNING VAN HET BOUWEN MET BIJKOMENDE "WERKZAAMHEDEN VAN HET
BRANDVRIJ ARCHIEF MET BIJGEBOUWEN.
(Verzameling 1935 nr.26
De heer KRUIZE zegt, dat uit de cijfers der gisteren gehouden aanbesteding
blijkt, dat de laagste inschrijver iemand is van buiten de gemeente, naar
echter het verschil tusschen den laagsten inschrijver en den eerst opvolgende
niet groot is, zou spreker voor dezen keer ofen het principe om het werk aan
den laagsten inschrijver te gunnen, niet willen vasthouden, maar het gunnen
aan den eerstvolgenden inschrijver, die een ingezetene is. Door het werk aan
dezen te geven, zullen de gelden in de gemeente blijven. Bovendien zal men
door het werk aan den laagsten inschrijver te geven geen 90% der werklieden
uit de gemeente krijgen, doch hoogstens 60ffo 70^, omdat die ©nnemer zelf
verschillende familieleden heeft, welke in het bedrijf werkzaam zijn. Ook de
loonen en de sociale zaken zullen naar sprekers meening Dij een Bergschen
aannemer beter verzorgd zijn. Spreker doet dan ook het voorstel het werk te
gunnen aan den laagsten Bergschen inschrijver.
De heer VAN HAL merkt op, dat de heer Kruize hem al veel gras voor de voeten
weggemaaid heeft. Met voldoening heeft spreker den uitslag der aanbesteding
gezien. Een ding vindt hij daarbij sléchts jammer, n,1, dat de laagste inschrij
ver weer iemand is van buiten de gemeente. Waren het thans ncrmale tijden, dan
zou spreker er niets van zeggen, maar nu is hij van meening, dat dit werk beter
aan den opvolger van den laagsten inschrijver kan worden gegeven. Yfanneer we
zoo eens in de stad rond gaan, dan zien we, dat het bijna allemaal aannemers
van buiten de gemeente zijn, die hier de bouwwerken maken, terwijl onze eigen
menschen werkloos rond loopen. Dat is naar sprekers meening ook heel begrijpe
lijk als men nagaat, dat die aannemers van buiten de stad met veel goedkooper
personeel werken en voor heel wat minder zware lasten zitten dan die uit onze
gemeente, zoodat zij ook veel voordeeliger kunnen inschrijven. Daarom sluit
spreker zich bij het voorstel van den heer Kruize aan en zou zelfs nog verder
willen gaan door te bepalen, dat voortaan dergelijke aanbestedingen voor de
gemeente alleen onder Bergsche aannemers zullen worden gehouden.
De heer BECHT zegt, dat er al zoo dikwijls hier op aangedrongen is om werken
en leveranties van de gemeente in de stad te houden en hier krijgt men nu weer
een geval dat een prachtig werk buiten de gemeente gaat. Hij kan zich daarom
vereenigen met het voorstel van den heer Kruize en eveneens met dat van den heer
van Hal om voortaan dergelijke werken alleen onder Bergen op Zoomsche aannemers
aan te besteden.
De heer VAN KAAM is het met de vorige sprekers eens. Hij betreurt het, dat^
hij hieraan niet gedacht heeft bij de behandeling van deze zaak in de couimissie
want dan zou hij daar reeds een dergelijk voorstel gedaan hebben.
De heer SCHUYL merkt op, dat reeds eerder door hem de wenschelijkheid naar
voren gebracht is om bij werken van de gemeente een aantal jeugdige werklooze
bouwvakarbeiders te werk te stellen. Hij hoopt, dat daar bij deze aanbesteding
rekening mee gehouden is. Wat het voorstel van den heer Kruize betreft, zegt
spreker zich daar wel mee te kunnen vereenigen, nu uit het gesprokene van den
heer van Kaam blijkt, dat ook de aannemers in onze gemeente het er zelf mee
eens zijn.
De heer VAN KROON is er zenr zeker voor, om zooveel mogelijk werk in de
stad te houden, maar in deze zaak zit de kwestie eenigszins anders. Er is hier
een vrije openbare aanbesteding gehouden, waarbij dus iedereen kon inschrijven
sn principieel moet naar sprekers meening het werk nu ook gegund worden aan
den laagsten inschrijver.
De heer BEKKER was aanvankelijk tegen het voorstel om het werk niet te gun
nen aan den laagsten inschrijver, maar aan den eerstopvolgenden Bergsche in
schrijver, omdat hij vreesde, dat ook in andere gemeenten dit voorbeeld gevold
zou worden en onze Bergsche aannemers daardoor in die plaatsen ook ge©n kans
meer zouden krijgen. Nu spreker echter gehoord heeft,dat de aannemers zelf voor
dit voorstel zijn, kan hij er zich wel mee vereenigen.
De heer WALQER is van meening, dat we hier voor een moeilijk geval zitten.
Wanneer men de consequentie van deze aanbesteding neemt, dan zou men het werk
moeten gunnen aan den laagsten inschrijver. Daarnaast hebben we echter ook te
zien naar het groot aantal ?/erkloozen in onze gemeente, welke aan werk geholpen
moeten worden en dat kunnen we niet beter doen dan door het werk aan een in
gezetene te gunnen. Daarom kan spreker zich volkomen vereenigen met de voor
spellen van den heer Kruize en van Hal.