De heer VAN KROON kan zich slechts gedeeltelijk met dit voorstel vereenigen.
Hij is het wel eens met de wijziging van den Gevangenpoort-ingang, maar niet met
de restauratie van het daarnaast gelegen huisje, omdat dat huisje er heelemaal
niet bij hoort. Spreker weet van oude teekeningen, dat de poort altijd als
uiterste grens langs de wallen gestaan heeft en dat huisje daar niets mee te
maken heeft. Hij zou het beter vinden, wanneer de poort geheel vrijstaand werd
gemaakt, zooals dit nu reeds aan één kant is.
Wethouder JUTEN zegt, dat het voorstel van B W tweeledig is, n.l.de wij
ziging van den ingang van do Gevangenpoort, hetgeen blijkbaar de onverdeelde
goedkeuring van den raad kan wegdragen, en de restauratie van het tegen de
poort aangebouwde huisje in de Rijkebuurtstraat, waartegen de heer van Kroon
bezwaar maakt. Spreker wijst er op, dat het gemeentebestuur in 1925 of 1926
dat huisje heeft aangekocht met het doel, om het t.z.t. te sloopen en de poort
geheel te ontmantelen, zooals ook aan de andere zijde gedaan is. Toen is eenter
de Monumentencommissie gekomen en heeft tegen dat plan tot slopen bezwaar go-
maakt omdat naar haar meening dat huisje beslist bij de poort hoort. En daar
die commissie de adviseur is van den minister, kan men daar moeilijk tegen in
gaan en het huisje toch sloopen.
De VOORZITTER zegt het geheel eens te zijn met den heer van Kroon, dat
huisje niet bij de poort hoort, maar de Monumentencommissie blijft van een
andere meening en we moeten ons daar wel bij neerleggen.
De heer VAN KROON is van meening, dat het algemeen belang in deze toch.
voorgaat en dat eischt, dat het verkeer daar ter plaatse zoo goed mogeii,]..
geregeld wordt. Door het sloopen van dat huisje zou het verkeer aan beide
zijden om de poort heen geleid kunnen worden.
Wethouder JUTEN zegt, dat de regeling van het verkeer zoals de heer van
Kroon aangeeft, niet mogelijk is door enkel dat huisje te sloopen. Daarvoor
zou noodig zijn, dat nog meerdere panden daar opgeruimd werden, terwijl daar
mede ook het drukke verkeer in het smalle Gevangenpoortstraatje gebracht zou
worden, wat ook weer bezwaar oplevert.
Spreker wijst er op, dat de bedoeling van de restauratie van dit huisje
is, om daar gerelgeld tentoonstellingen te kunnen houden als b.v. van werken
van Bergsche schilders, e.d.
De heer WALDER zegt dit laatste ook vernomen te hebben en van meening te
zijn, dat het huisje zich hiervoor uitstekend leent. Bovendien moet z.i. het
huisje bewaard blijven uit een oogpunt van romantiek.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van
B W besloten.
XII, VOORSTEL INZAKE ONTEIGENING TEN ALGEMSENTEN' NUTTE VIN EEN GEDEELTE VAN
HET LANDGOED DS WOUWSCHS PLANTAGE"1' TEN BEHOEVE VAN DE UITBREIDING VAN
HET MILIT/IR OEFENTERREIN "DE'WÖENSDRSGHIE'HEIDE'.1
(Verzameling 1935 nr.22.)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
bet voorstel van B W besloten.
XIIIVOORSTEL TOT HET IN PRINCIPE BESLUITEN TOT HET BOUWEN VAN EEN BRANDVRIJE
ARCHIEFBEWAARPLAiiTS~"lNNTEX ONTVANGERSKMTOOREN C ONCIERGEWONIN G.
(Verzameling 1935, nr.24.)
De heer SIMONS spreekt er z'n voldoening over uit, dat het ontvangerskantoor
nu gelijkvloers komt, wat een groot gemak zal zijn voor ouden van dagen e„d«
In verband hiermede zou hij willen vragen, of ook de le afdeeling der secreca-
rie niet naar beneden verplaatst kan worden.
De heer MUSTERS vraagt, of het een nieuwe gang van zaken is, dat men de
aanbesteding houdt voordat de raad zich in principe omtrent het werk heeft
uitgesproken.
Wethouder JUTEN wijst er op, dat na de restauratie van den voorgevel,
welk werk heel vlot gaat, ook de z.g. trouwzaal aan de beurt komt om opge
knapt te worden. Spreker kan daaromtrent thans natuurlijk nog niet veel zeg
gen, maar het zou best kunnen gebeuren, dat dan een reeds oud plan verwezen
lijkt en de geheele secretarie in dio zaal ondergebracht zou worden.
Wat de vraag van den heer Musters betreft, merkt spreker op, dat de aanbe
steding hier reeds gehouden is opdat de raad bij de principioepe beslissing
reeds zou kunnen beschikken over de juiste kostencijfera.
De heer MUSTERS vraagt, of dit voortaan altijd zoo gebeuren zal?
Wethouder JUTEN zegt dat dit van den aard van het werk af zal hangen.
Do heer DEMMERS vraagt, waarom voor een bedrag van f.11000,-- aan andere
werkzaamheden buiten deze aanbesteding gehouden is. Naar zijn meening had
men dit beter nu tegelijkertijd kunnen aanbesteden.
Wethouder JUTEN zegt, dat de door den heer Demmers bedoelde werken betref-
en die van aanleg vancentrale verwarming, electriciteit e.d. B W zijn van
L
i-'il X