- 8 - Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig de beide voorstellen van B W besloten. IX.VOORSTEL TOT HET GESLOTEN VERKLAREN VAN DE POMONALAAN OOST EN WEST IN ÉÉN RICHTING. (Verzameling 1935, nr.23.) De heer SIMONS wijst er op, dat in het voorstel van B W al verwezen werd naar het advies der commissie voor de strafverordeningen, terwijl er toen nog geen advies van die commissie was. Dat was wel erg voorbarig. De VOORZITTER zegt, dat B W er op vertrouwden, dat die commissie er wel mee accoord zou gaan. Hij wijst er verder op, dat in de commissie nog de bemerking werd gemaakt om het rijwielpad te behouden en te brengen op de plaats waar thans de tramlijn loopt, doch dit is niet goed mogelijk omdat dat pad bij den fontein dan toch weer naar den weg mest draaien, Is heer 3R0EKMANS zegt, dat hem later ook gebleken is, dat de fontein voor een dergelijk speciaal fietspad in den weg staat» Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van B besloten. X. VOORSTEL TOT HET TREFFEN VAN VOORZIENINGEN INZAKE HET VERWIJDEREN DER TRAM*/ LIJNEN ÏÏIT DE BINNENSTAD EN HET WIJZIGEN DER TRAMLIJNEN IN DE GEMEENTE "LR-;. GEN-OP-ZOOM. (Verzameling 1935 r.r,18 I:e heer VAN KB DON heeft geen bezwaar tegen het voorstel, maar zou willen vragen, of de stoop van den heer van Hasselt reeds aan de gemeente is afgestaan. Zoover spreker bekend is, heeft de heer van Hasselt daaromtrent wel een var- zoek gekregen van het gemeentebestuur en daarop ook geantwoord onder welke voorwaarden hij axstana wilde doen, maar daar is hem verder geen definitie! antwoord op gegeven. De heer BECHT vindt het eigenaardig, dat de gemeente de tramrails moet op ruimen en de bestrating in orde maken en daarenboven nog een bedrag van f.5000,- moei betalen aan de tramwegmaatschappij. Hij vraagt, of er geen bepaling in de concessie staat, dat de tram verplicht is de lijnen op te breken en te verwij deren wanneer van de concessie geen gebruik meer wordt gemaakt. Wethouder JUTEN zegt dat het wel mogelijk is, dat aan den heer van Hasselt geen antwoord meer gegeven is, omdat de kwestie niet afgedaan kon worden zoo- IanG geen overeenstem ing bereikt was betreffende het opbreken der tramlijnen-, Nu deze overeenstemming er is, zal ook met den heer van Hasselt wel een accoord getroffen worden. Wat de opmerking van den heer Becht betreft, wijst spreker er op, dat de concessie verleend is door gedeputeerde staten en het gemeentebestuur daar niets over te zeggen had. Reeds jaren is er op aangedrongen om de tram uit de stad be krijgen en nu de tram den dienst met autobussen ging onderhouden, was de gelegenheid gunstig om dit doel te verwezenlijken. Oorspronkelijk vroeg de traihwegmaatschappy voor het opbreken en verwijderen van de tramlijnen een be drag van f.25.000,Na vele onderhandelingen is het thans gelukt dit bedrag tot 5.000,-- terug te brengen, voor v/elk bedrag de tramwegmaatschappy dan nog verschillende werkzaamheden op hare kosten moet laten verrichten, zooals iit nader in het voorstel aan den raad omschreven is. Spreker weet, dat met het aannemen van dit voorstel het belang der gemeente ten zeerste gediend zal wor den. De heer BECHT zegt het voorstel in het belang der gemeente zeer zeker toe te juichen, maar hij vindt het niet kaufmSnnisch dat dit de gemeente nog f.5000,-- moet kosten. Daar de gemeente het grootste deel van het werk op knapt, is hij van oordeel, dat dan niet bovendien nog een bedrag van f.5000;- aan de tram moet worden betaald. Wethouder JUTEN zegt, dat de tramwegmaatschappy zelf geen geld heeft om noodige werkzaamheden te doen verrichten. Die f,5000,-- dienen dan ook med« om de werkzaamheden welke vanwege de tramwegmaatschappy verricht moeten worden, te bekostigen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van B W besloten. XI. VOORSTEL TCT I. INTREKKEN VAN HET RAADSBESLUIT VAN 9 JANUARI 1931, nr.160, INZAKE HER STELLING VAN DE WONING RIJKEBUURTSTRAAT nrs.2-4; 11 HET OPNIEUW BBgJDgHW TÓT RESTAURATIE EN VERANDERING VAN DE WONING RIJKE BUURTSTRAAT 2-47 ALSMEDE VAN~DEN INGANG VAN DEN GEVANGENTOREN; III. HET VERLEENEN VAN EEN CREDIÉT VOOR DE SUB II GENOEMDE' WERKEN TEN BEDRAGE VAM RESP.f .2100," en "f.1550.--. IV. HET AANV/ARDEN VAN EEN RIJKSSUBSIDIE TER ZAKE VAN RESTAURATI®/ERKEN_TEN BEDRAGE VAN f.550. (Verzameling 1935, nr.17.)

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1935 | | pagina 34