- 23 - Wethouder JUTEN zegt, dat dit in het bedrijf waaraan hij verbonden is, on mogelijk is. De VOORZITTER wijst er op, dat het op andere plaatsen toch ook gebeurt. De heer WALDER zegt, dat het niet dikwijls voorkomt, maar in deze zaak moet hij den wethouder der gemeentebedrijven toch gelijk geven. De heer BECHTs Als ik de zaak dus goed begrijp, dan moet de klein-indusvre meer gaan betalen omdat na 4 uur overal de lichten aangestoken worden. Wethouder KIEPEDoordat overal de lichten aangaan, komen wij in die maar. den aan de normale belasting van ons net, en wanneer dan in den tijd van 4-8, dus in den spertijd, het net door het verbruik van een of andere klein- industrie, al is dit ook slechts 1KWU, overbelast wordt, dan kost dit de ge meente f. 13.2,50» De heer BECHT meent., dat het toch niet aangaat, dat de klein-industrie dit betaalt» Naar sprekers meaning moet men in de stad dan ook maar wat zui niger zijn en hier en daar een lichijs minder aansteken, dan zuulen we mis schien niet beven de normale belasting komen. Wethouder JUTEN blijft er bij, dat door hetaannemen van dit voorstel de klein-industrie den nek omgedraaid wordt, en deze hierdoor gedwongen wordt haar deuren te s].uiten„ Veehouder KISTE is van meening, dat dit geen praat is voor een wethouder» Wethouder JUTEN merkt op, dat dit wel mogelijk is, maar het is in ieder geval zeer juist. De heer BECHT kan het toch ook niet goed vinden, dat de industrie dit of fer weor maar moot brengen. De VOORZITTER zegt, dat deze voorstellen niet gedaan zijn om iemand on aangenaam te zijn, maar alleen noodgedwongen. De heer BOSCHMAN gelooft, dat met een beetje goeden wil de klein-industrie hier de gemeente voor een groot nadeel behoeden kan. Ook spreker heeft voor zijn ijsfabriek als zekerheid een aansluiting op de electriciteit en hij moet dus van tijd tot tijd vrat gebruiken om aan zijn garantie te komen. Hij ver bruikt echter nooit iets in de speruren, want als die tijd komt, dan valt zijn machine vanzelf stil. Wethouder KIEPE merkt op, dat de heer Boschman dan een sperklok in z'n fabriek heeft. Wethouder JUTEN zegt, dat bovendien de heer Boschman alleen in den zomer ijs maakt en zijn fabriek dus werkt in de maanden dat er geen speruren zijn. De heer BOSCHMAN ontkent dit en zegt, dat zijn fabriek wel degelijk ook in den winter werkt. De VOORZITTER sluit hierna de debatten en vraagt, of stemming ovor het voorstel van B W verlangd wordt» Daar geen der leden stemming vraagt, wordt hierna zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van B W be sloten De VOORZITTER stelt dan aan de orde het nog aan de agenda toegevoegde punts VOORSTEL TOT a7~HET AANKOOPEN EN DAARNA SLOPPEN VA-N EENIGE PANDEN AAN DE KORENBEURSSTRAAT EN AAN DE PASTOOR LANCRIETSTRAAT TEN BEHOEVE VAN DE VOORGENOMEN UITBREIDING VAN DE KAZERNE AAN DE KOREN?,IARKT. b* HET TEN BEHOEVE VAN HET DEPARTEMENT VaN DEFENSIE BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN MAXIMUM BEDRAG VAN f .133.000,VOOR VERBETERING VAN DEN KAZBRNEERINGS- TOESTAND TE BERGEN OP 200M. (Verzameling 1935 nr.14). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van B W besloten. De VOORZITTER stelt dan aan de orde de interpellatie van den heer Simons betreffende den assistent-meterijker. De heer SIMONS zegt een drietal vragen ingezondon te hebben, waarvan de eerste luidde in welke vergadering B W den assistent-meterijker tot ambte naar benoemd hadden. Daarop zou spreker eerst antwoord willen hebben voor hij verder gaat. De VOORZITTER zegt, dat deze jongeman geen ambtenaar is. Eerst achteraf is gebleken, dat het met deze kvirostie oenigszins verkeerd is gegaan. Betrokkene werd oorspronkelijk beschouwd als werkman. Toen hij zijn diploma als meter ijker behaalde, stelde de directeur der bedrijven voor, hem in de 2e loon- klasse te plaatsen. Naar het oordeel van B W zou hij daardoor echter een voor zijn leeftijd te hoog salaris gekregen hebben en daarom meenden wij een tusschenweg gevonden te hebben door hem de diploma-vergoeding toe te kennen. Mede aanleiding hiervoor was, dat zijn onmiddellijke chef, de meterijkeramb tenaar was en het daarom wenschelijk voorkwam zijn assistent eveneens bij de

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1935 | | pagina 23