schillende leden te hebben geluisterd. Het deed hem daarbij prettig aan, in
de woorden van den heer van Hasselt den goeden wil te hebben mogen beluisteren
om op zakelijke wijze met dit Dag.Bestuur te willen samenwerken. Dat geeft spre
ker hoop en hij wil hier verklaren ernstig van plan te zijn de belangen van do
gemeente naar zijn beste vermogon te zullen behartigen, waarbij hij van de loden
stoeds zakelijke critick verwacht.
Aan den hoor Juten wonscht spreker absoluut het recht to ontzoggcn om nu
a.l zijn wantrouwen in dit collcgo uit to sprokon daar hot nog geen onkole daad
gosteld hoeft, en hij nog niot kan beoordoelon, wat wij in onzen mars hebben.
Do heer Juten kan niet zoggon, dat wij do koordon van do beurs open zullen hou
den cm maar to gevonj nog voel minder dat wij de gemeente naar den finanoioo-
lon afgrond zullen vooren. Spreker gelooft on hoopt, cat dit don heer Juton
ovo:.- vier jaren anders aal blijkon en hij dit dan ook ruitorlijk zal erkennen.
Aan don hoor Waldcr £an sprekor do toozogging geven, dat hot inderdaad de be
doeling is om oen inventarisatie op to makon van don toestand, zooals hot col
lege die bij do aanvaarding van zijn taak gevonden hoeft. Tongovolge cchtor
van do vele onafgedane dossiers, heeft sprokor daar nu nog geen gelegenheid
voor kunnen vindon, maar in olk geval zal die staat in de nabije toekomst
al zal dit dan nog niet in do oorstvolgondo vergadering kunnon zijn - aan don
raad wordon overgelegd*
Wethouder MUSTERS zegt te kunnen bogrijpon, dat do hoor Juten telourgosteld
is, Sprokor hooft het voorrecht gehad 8 jaar mert hom als lid van don raad te
mogen samen werken en in verband hiormodo is hot hem opgovallen, dat de hoer
Juten moende nu al zijn wantrouwen in hot collogo te moeten uitspreken, dao
hot to royaal zal zijn,, Sprokor zou don hoor Juten willen vragen, of hij in
do afgeloopen jaren bovozen hooft zoo royaal te zijn. Hij zou ook willen vragon,
wat do hoer Juten bedoelt met te zoggen, dat in hot armbestuur zonder aanzien
dos porsoons gehandeld is. Verwacht hij, dat spreker anders zal handelen,' Do
heer Juten wil werken in hot belang der gemeente, het collogo on de raad ook,
on spreker hoopt, dat daarbij persoonlijke sympathie of antipathie achterwege
zullen blijven.
Wothoudor DE MOOR zegt niot to houden van voel praten, maar moer van doen.
Naar aanleiding van do hier gomaakto opmerkingen zou sprokor willen zoggen,
laat de hoeren raadsleden nog wat geduld hobbon mot hun critiok, tot wij wer
kelijk daden en feiten gestold hebben. Als hot dan verkeerd zou loopon, zou^
pas do tijd zijn aangobxkon om tot den raad to zoggen, dat hetgeen op 3 Septem
ber gedaan werd, fout was. Nu kan mon daarvan nog niot spreken. Sprokor wil
hier slechts verklaren, dat do aanvaarding op 3 September van zijn zetel als
wethouder in zich sluit de belofte om zijn gohecle porsoon te govon aan het
werkelijke belang van Borgen op Zoom. Do toekomst zal moeten uitwijzen of dit
juist gowoest is of niet.
Do VOORZITTER vorloent dan het woord aan den hoor Franken voor het afloggon
van zijn vorklaring.
Do heor FRANKEN spreekt als volgt:
Mijnheer do Voorzitter, wanneer ik nu hot woord heb govraagd, hob ik dat go-
daan, omdat,ik bij do aanvaarding van mijn 4-jarige periode als lid v^n don
raad dezer gemeente, in oen korte beschouwing mijn wensch wil konbaor makon
in hot mede behartigGn vancb belangen dor gehoole gemeenschap in onze stad.
Mijnheer de Voorzittor. We zitten thans in hot begin van oen 4-jarige perio
de om de gemeentebelangen - ochtor geen persoonlijke of eigen belangen - oc
bohartigon. Do stembusstrijd, dio hieraan vooraf is gegaan en wat zich daar
bij hooft voorgedaan, moot m.i. nu als afgodaan worden boschouwd, DOOR ALLEN.
Er wacht ons heel voel werk, vooral in don togonwoordigon tijd. Er moet over
goon futiliteiton, die daarmode in verband hebben gostaan, moer gesproken
wordon. Dit lijkt me overbodig, We moetan daar allen boven vorhovon staan
en daarom hoop en vertrouw ik, dat wat ik zoo even hob gozogd, door allen goed
bogropen en aangevoeld zal wordon on mon er mij niot op zal aanzien, dat het
geen ik hiormodo heb bedoeld, ten opzichte van wie dan ook, oen onkole neven
bedoeling heeft, maar alleen oen oerlijko on oprocht gemoondo wensch inhoudt.
Ik hoop daarom, dat men hieruit geen vorkeordo conclusio zal trekken. Zou mon
zulks toch doen, dan wijs ik die van mij af#
Mijnheer dc Voorzitter. Nu nog een enkol woord over de gemoonschap, verband
houdende met do bolangon van de gomeenta# Ik hob in do vorige vergadering don
ood in uwe handen afgelegd en weet dus wat mij in deze 4 jaren als plicht
is opgelegd. Die plicht hoop ik naar oer on gowoten tc mogen on to zullen ver
vullen. Maar, Mijnhoor de Voorzitter, U on do nieuw benoemde wethouders, hebber,
in deze 4 jaron een zware on zoor moeilijke taak, n.l. deze, om do gomoontc
door do stormen van deze hedendaagschon crisistijd hoen to loiden. Daar is^
werkelijk stuurmanskunst voor noodig, dat woot ik, on daarvoor zal noodig zijn
modeworking van de leden van den raad, dio het Dag.Bestuur zullen mooton steu-