- 11 -
zijn bij de betrokken autoriteiten, is spreker dan ook van meening, dat dit
voorstel voor onze gemeente van geen nut is.
De heer Ml""TERS zegt niet goed wijs te kunnen uit de stukken. Immers de eene
partij zegt, dat de hier voorgestelde verordening niet bindend zal zijn voor de
bestaande bioscopen en de andere partij zegt, dat dit wel het geval is» Wat is
nu het juiste, vraagt spreker, want van het antwoord hierop zal sprekers stem
afhangen.
De heer V_ N KAAM had dezelfde vraag willen stellen als de heer Musters.
Bovendien wil spreker er op wijzen, dat door de bioscopen jaarlijks een groot
bedrag aan vermakelijkheidsbelasting ?/ordt opgebracht en in verband met het
sluiten der bioscopen in Venlo tengevolge van een kwestie als deze, vraagt
spreker, of daar ook hier gevaar voor bestaat?
De VOORZITTER antwoordt op de laatste vraag van den heer van Kaam ontkennend.
Ofschoon bij de vorige Dehandeling over deze kwestie reeds uitvoerig gesproken
is, wil spreker thans nog even de gemaakte opmerkin^n in het kort beantwoorden.
Hij is het niet eens met de bewering van den Bioscoopbond, als zou deze verorde
ning niet gelden voor de bestaande bioscopen. Spreker zegt, dat die bewering be
rust op een verkeerde uitlegging van artikel 4 der Bioscoopwet, waarbij men het
woord voorschriften verwart met voorwaarden. De hier voorgestelde verordening
is dan ook wel degelijk bindend voor de thans bestaande inrichtingen» Overigens
verkrijgt men door deze verordening 3lechts een consolidatie van den bestaanden
toestand, daar de bioscoophouders zich reeds schriftelijk verbonden hebben geen
films te vertoonen, welke door de K.F.C, niet zijn goedgekeurd. Door niet aan
sluiting bij de K.F.C. profiteert de gemeente van het werk dezer instelling
zonder er iets voor te betalen, en zooals de heer Broekmans terecht opmerkte,
past dat niet voor een gemeente als Bergen op Zoom. Dit lidmaatschap kost de
gemeente niet twee cent per inwoner, doch slechts 0,6 cent.
De heer WALDER zegtdat deze zaak wel eenigszins anders is dan de heer
Bekkor hier naar voren brengt, waar deze zegt, dat de Katholieken in de centrale
keuringscommissie niets te vertellen hebben. Spreker neemt dit niet aan, want
do betrokken leden dier commissie zijn vooraanstaande Katholieken, die wel zul
len zorgen, dat hunne meening ook mee geldt. Bij de samenstelling dier commissie
is de minister ook niet over éón nacht ijs gegaan en heeft hij wel geweten,
wie hij daarin benoemde. Spreker heeft dan ook heel wat meer vertrouwen in het
geen die centrale keuringscommissie doet, dan in hetgeen de heer Bekkcr hier
naar voren brengt. Spreker wijst nogmaals op de houding, die onder den voor
ganger van don Voorzitter tegenover de nakeuring werd aangenomen en blijft van
meoning, dat deze nakeuring voor Bergon op Zoom gemist kan worden» Hij gelooft
ook niet, dat hier films vertoond worden, waardoor de zedelijkheid gevaar loopt
Als men dan nagaat, dat films, welke door do centrale keuringscommissie voor
vertooning in het openbaar zijn afgekeurd, in besloten kring, ook van Katho
lieken, meermalen worden gedraaid, dan is dat heel wat gevaarlijker» Hetgeen
door den heer Bekkor in deze gezegd is, trekt naar sprekers meening dan ook
nergens op» Spreker begrijpt niet, waarom het noodig is, dat deze kosten door
do gemeente gemaakt worden. Het is juist, dat Bergen op Zoom voor hot grootste
gedeelte uit Katholieken bestaat, maar er is toch niemand, die hen dwingt naar
do bioscoop te gaan» Bovendien wonen er toch ook nog andere monschen in Bergen-
op-Zoom, dan Katholieken, en daar moet toch ook rekening mee worden gehouden.
Spreker blijft tegen hot voorstel van B W.
De heer BEKKER wijst er op, naar aanleiding van hetgeen de heer Walder ge
zegd heeft, dat hij niets anders heeft beweerd dan dat de Katholieken en Ghris-
telijkon procentsgewijzo in de centraio keuringscommissie niets te zeggen heb
ben, omdat zij daar een minderheid vormen en dus, wanneer het op stemmen aan
komt, eenvoudig weg gestemd worden» Meer heeft spreker daar niet van gezegd
omdat hij/daar niet meer van weet, We zijn echtor al lang gewoon, dat de heer
Walder alles meent te weton. Spreker herhaalt mot te wijzen op hot nut van de
K.F.C. voor de Zuidelijke gemeenten.
De heer BAKX vraagt, of er wol eons klachton over de vertoonde films zijn
ingekomen van de plaatselijke commissie van toezicht op de bioscopen?
Do VOORZITTER zegt, dat do „plaatselijke commissio van toezicht daar niets
meo te maken heeft, doch slechts tot taak heeft te controloeren, of de voor
waarden der vergunning worden nagekomen. Die taak is in de wet vastgesteld.
Do heer BECHT zou wel eens precies willen hooron, of dit voorstel hot ge
volg is van een actie van een bepaalde organisatie of slechts van do actie
van één persoon, dien do loden van don raad allemaal kennen, n.l.Daane. Als
het verder juist is, wat do voorzitter zegt, dat door dit voorstel alleen een
consolidatie van don bestaandon toestand gekregen wordt, dan voelt spreker
or ook niets voor om deze kosten ten laste van do gemeente te. maken.
\0'
,i r i*