- 13 - een anderen kant dan waartoe men zelf behoort» Overigens zal spreker in elk ge val voor het voorstel van den heer van Hal stemmen. Daar het voorstel van den heer van Hal voldoende gesteund wordt, brengt de VOORZITTER dit in stemming, waarbij het wordt verworpen met 10 - 7 stemmen. Vóór stemden de heeren Kruize, Broekmans, van Hal, Scnuyl, Waldar, Dialis sen en Boschman, Tegen stemden de heeren Demmers, van Kaam, Becht, van Kroon, Juten. felaar, Musters, Kiepe, van Hasselt en Simons. De VOORZITTER stelt dan aan de orde de interpellatie van den heer Simons. De heer SIMONS wijst er op, dat het politiepersoneel is verdeeld in drie ploegen. Bij de invoering van dit ploegenstelsel werd het aantal hoofdagenten gebracht op 3, waardoor voor elke ploeg een hoofdagent als commandant was. Toen echter een der hoofdagenten den dienst met pensioen verliet, werd de heer Heijnen aangesteld tot hoofdagent-rechercheur. Deze doet echter geen dienst als ploegcommandant. Daarom doet nu een hoofdagent-titulair dienst als hoofdagent en dus ook als ploegcommandant, terwijl hij daarbij slechts het salaris krijgt van agent le klas. Spreker zou nu willen vragen, om welke reden die hoofdagent- titulair geen vergoeding ontvangt voor de hoogere betrekking, n.l. die van hoofdagent, welke hij moet waarnemen» De VOORZITTER ontkent, dat aan het hoofd van elke ploeg een hoofdagent staat» De eerste en tweede ploeg hebben als commandant een hoofdagent, doch de derde ploeg heeft als zoodanig een hoofdagent-titulair. Overigensis dit oen forma tiekwestie, zegt spreker, dus een aangelegenheid van inwendigen dienst, welke buiten de bevoegdheid van den raad ligt» j De heer SIMONS is het daar niet mede eens en blijft er bij, dat die hoo agent-titulair wel degelijk een hoogere betrekking waarneemt en daarom ook recht heeft cp de daaraan verbonden vergoeding. In dit verband val hij ook wij zen op de waarneming van de betrekking van administrateur van gemeentewerken tijdens diens ziekte, waarvoor aan den betrokkene ook geen vergoeding werd toegekend. De VOORZITTER zegt, dat de heer Simons hiermede buiten de orde gaat, en moet blijven bij hetgeen hij gevraagd heeft, n.l. de politie. Spreker J^h&alt, dat de kwestie, welke de heer Simons daaromtrent naar voren gebracht heeft, een is van inwendigen dienst en het niet juist is zooals de heer Simons het heeft voorgesteld. v. De heer SIMONS ontkent dit en blijft er op aandringen, dat die hoofdagent titulair alsnog de vergoeding waar hij recht op heeft, zal ontvangen. De VOORZITTER zegt hieromtrent verder niets te kunnen mededeelen, en a er verder niets meer aan de orde is, sluit hij hierna de vergadering. Aldus vastgesteld in de openoare vergadering27 September 1935. .voorzitter

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1935 | | pagina 106