7 - De heer BECHT deelt als voorzitter van stembureau 9 mede, dat ook op zijn stembureau geen enkele onregelmatigheid is voorgevallen. Er is ook niets ge beurd, v/at voor een der aanwezigen aanleiding gegeven heeft om te protestee ren. Er is dan ook geen enkel bezwaar bij het vaststellen van den uitslag naar voren gebracht. Overigens heeft spreker geen bezwaar tegen een hertelling het kan hem, eerlijk gezegd, niets schelen. Wethouder VAN HASSELT merkt nog op, dat door verschillende leden de aan dacht gevestigd wordt op het feit, dat niet bij de stembureaux zelf bezwaren naar voren zijn gebracht. Maar dat is aan de hand van de gemeentewet ook geens zins noodig. Volstaan kan worden met het indienen van bezwaren bij het hoofd stembureau en dat is hier gebeurd. Dat hoofdstembureau heeft besloten niet in te gaan op het protest en heeft dit zonder meer ter zijde gelegd, terwijl naar sprekors meening de eenigste en goede oplossing zou zijn geweest om te beslui ten tot een nieuwe telling, waarmede alle ongenoegen voorkomen werd. Volgens spreker gold dit nog temeer, waar het hoofdstembureau in een eenzijdige samen stelling bijeen was, omdat slechts drie van de vijf leden aanwezig waren.Van de twee andere leden was niet eens bericht ingekomen. Wethouder KIEPE merkt op, dat hij dien dag toevallig op reis moest, en wel degelijk bericht van verhindering gezonden heeft. De heer BECHF zegt, dat ook hij bericht heeft gegeven, dat hij niet aanwe zig kon zijn. Wethouder VAN HASSELT zegt daaromtrent dan niet juist ingelicht te zijn. Het doet trouwens ook niets af aan de zaak. Feit is, dat het hoofdstomburoau eenzijdig en onvolledig bijeengekomen was. Feit is ook, dat de door een twee tal kiezers schriftelijk ingediende bezwaren zonder gegronde argumenten wer den afgewezen. Die beide kiezers zijn ook op de zitting van het hoofdstembu reau, v/aar spreker voorzitter was, geweest. Ons hoofdstembureau had toen ech ter haar werkzaamheden al beëindigd, maar spreker geeft de verzekering,datals ook bij hem, vóór de werkzaamheden klaar waren geweest, eenzelfde protest was ingediend geworden, hij om een zuiveren toestand te krijgen, direct zou voor gesteld hebben een nieuwe telling te houden. De heer BECHT merkt op, dat men elkaar niets wijs behoeft te maken, maar dat hij er van overtuigd is, dat, als lijst 12 elf zetels had behaald, deze geheele affaire niet op touw gezet zou zijn. Wethouder JUTEN is het daar niet mee eens Waar toch voorzitters en leden van verschillende stembureaux verklaard hebben dat bij hen ongeldige stemmen voor geldig zijn verklaard, is het z.i, niet meer dan billijk en rechtvaardig wanneer eon nieuwe telling plaats vindt. Daarbij doet het er niets toe v^n wie die stemmen afgaan of bijkomen. De fouten zijn, volgens spreker, erkend en v/aar de mogelijkheid bestaat, dat door die fouten een andere uitslag tot stand zou komen, daar mag de raad, en toch zeker die heeren, die het altijd over billijkheid en rechtvaardigheid hebben, deze gelegenheid niet laten voorbijgaan om nu die billijkheid en rechtvaardigheid te betrachten. De heer WALDER. zegt, dat hij niet kan toelaten, dat hier aanmerkingen op zijn beleid, als voorzitter van een stembureau gemaakt worden terwijl hij zo- kor weet, dat alios in ordo is. Overigens merkt spreker op, dat hij ook lid is van het centraal stembu reau, en in de vergadering, waarin de uitslag der verkiezingen werd vastge steld, zijn door het centraal stembureau ook alle processenvorbaal nagozion en gecontideord. Wothouder JUTEN zegt, dat dit de taak van dat bureau niet was. De heer W AIDER s Of dit zijn taak was of niet, het is toch gebeurd, en bij dfc+i nazien der processenverbaal is gebleken, dat op geen enkel stem ure^u oen protest werd ingodiond. Niet één bezwaar is daar naar voren gebrachtlaat staan een gemotiveerd. Spreker heeft ook kennis genomen van het protest,dat bij het hoofdstembureau in kieskring III ward ingediend, maar hij vraagt zich af, waarom die protesten dan niet gedaan werden op de stembureaux zelU Bovendien, als we hier als raad zouden moeten ingaan op een protest van enke le kiezers, die alles wat ze naar voren brengen, van hooren zeggen hebben, dan gelooft spreker, dat de installatievergadering van 3 Septombor nog wol een tijdje verschoven kan worden. Wothoudor JUTEN wil or op wijzen, dat oon protest werd ingediend niet naar aanleiding van praatjes, maar wel naar aanleiding van verklaringen van voor zitters en leden van diverse stembureaux. Dat maakt een groot verschil.^ De heer SCHUYL zegt, dat inderdaad op hert hoofdstembureau van kieskring III een protest door enkele kiezers werd ingediend. Het hoofdstembureau was echter van oordeel, dat de klachten ongemotiveerd waren en op geen enkel be wijs berustten. Spreker geeft een uiteenzetting van den gang van riten en blijft er bij, dat, waar geen enkel bewijs voor de bezwaren kon worden aan gevoerd, niet op het verzoek om een nieuwe telling te houden kon worden inge gaan. Allo bezwaren waren gebaseerd op hetgeen moil had van hooren zeggon,en

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1935 | | pagina 100