I
- 6 -
in het leven te roepen voor de daarvoor in aanmerking komende hoveniers;, schreef
een bestuurslid van den Boerenbond een brief aan wethouder Juten waaruit ik heo
volgende citeers "Nu weten wij allemaal heel goed, dat dit alles larie en come-
die is"o "Hier bedoelt schrijver alles wat het raadslid Musters zegt en vraagt
inzake steunregeling hoveniers/. De schrijver &aat dan als volgt verder: "Men
moet echter niet uit het oog verliezen, dax comediespelen, zich tooien met papie
ren rozen en tooneelbaaraen, dit alles in verband met de verkiezing van 1935,
niet het monopolie is van .«alder c.s. Daar mag voor mijn part ieder raadslid aan
mee doen. Ik maak or echter bezwaar tegen, dat iemand zichzelf omhangt met papie
ren rozen, terwijl de doornen stoken in het vleesch van den Boerenbond. Daar
protesteer ik tegen".
Aldus luidt bovengenoemd schrijven, waarmede men bedoelde» dat ook evenals
het raadslid #alder, het raadslid Musters ccmedie speelt.
Mijnheer de Voorzitter. Ruim zeven jaar heb ik hier in den raad de belangen
van don hovoniorsstand naar vermogen behartigd» Ik heb, dank zij de medewerking
van den raad en het collego van B en ondanks de tegenwerking of passieve
houding van den Boerenbond, het een en ander voor deze menschen kunnen bereiken...
Diegenen, die op het oogenbiik gesteund worden en ook zij, die gewerkt hebben
aar. de werkverschaffing voor hoveniers, zijn voor hot moerendoel ledon van don
Boerenbond, En dat alles hoeft hot comediespelende raadslid Musters, althans
volgens dozen briefschrijver, met reclame-doeleinden gedaan.
Het zij zoo. Ik heb in alle geval iets bereikt» En al heb ik^dan coraodioge
speeld en doe ik dat op het oogenbiik nog, dan is dat, wanneer ik er m*n coj.i.o-
ga's mee heb kunnen helpen, nog zoo erg niet, Want ik geloof, dat hot Vonden was,
die reeds dichtte: "De wereld os een speeltooneel, ieder speelt zijn rol en
krijgt zijn deel".
Ieder speelt zijn rol» Bij de Boerenbond speelt men dus ook z'n rol. Tegen
over het raadslid Musters en ook tegenover de leden van don Boerenbond geen erg
mooie rol»
Ieder krijgt zijn doel» Hot deel, dat mij gegeven wordt vanwege den Boerenbond
bestaat uit verdachtmaking, tegenwerking, zelfs al is het ten gunste van de leden
en»ooceen papieren roos» Gék met doornen, Waarmede ik, ondanks alles, heel
blij ben, want een kinderhand is gauw gevuld. Voel vlugger dan de handen van som
mige andere acteurs»
Mijnheer de Voorzitter. In het begin van mijn beschouwing heb ik m'n spijt
uitgedrukt, dat wij, raadsleden, niet alleé,hebben kunnen bereiken, wat we graag
hadden gewild» Zoo graag had ik gezien, dat er 'in den een of anderen vorm een
steunregeling voor hoveniers was. gekomen» Maar smeecis stuitte men op den nSinistor,
en was de steuncommissie aangewezen op de middelen, die de gemeente geheel voor
hare rekening moest nemen» Ook de poging door de commissie aanhanging gemaakt om
van de extra twee millioen steun iets te krijgen, heeft schipbreuk geleden. Ik
vraag mij af, is men in den Haag wel op de hoogte van den noodtoestand van de
kleine boeren en hoveniers? Misschien hoeft men ook hier in de raadszaal wel ge
dacht, dat ik v/el eens overdreef. Maar diegenen, die de artikelen gelezen hebben
in de "Telegraaf" over den noodtoestand van de kleine boeren in het land van
Maas en Waal, zullen er nu wel anders over denken. En wat over deze menschen ns
geschreven, is ook van toepassing op de menschen uit Bergen op Zoom en omstreken.
Ik behoef hier niet uiteen te zetten het buitengewoon groot belang, dat Bergen
op Zoom heeft bij het voortbestaan van den hoveniersstand. En wanneer er bij do
regeoring goen stappen gedaan worden, dan vrees ik, dat velen binnenkort geheoL
ten laste van de gemeente zullen komen. Hier moet, desgewenscht in samenwerking
met de organisaties, ingegrepen worden.
Do kleine 'boeren en®hoveniers, steunpilaren en trouwe zonen van Kerk en Staat,
zooals men ons altijd met mooie woorden noemt, zigwaarop men in troebele tijden
hot eerst een beroep doet, en die dan ook altijd gereed staan cf stonden om do
regiering bij te springen, laat men nu aan hun lot over. Woorden, voor ons niets
dan mooie woorden en ijdele beloften, Wij willen nu eindelijk wel eens daden zien.
Reeds in de troonrede van 1933 werd aangekondigd, dat een wetsontwerp, rege
lende de executie van d© door de crisis getroffen slachtoffers, in voorbereiding
was. De regeering is nog aan het voorbereiden en overwegen. En de hypotheekbanken
en andere feaan voort en maken haagt met het afslachten van de boertjes en hove
niers, die voor het meerendeel niet door eigen schuld, maar als slachtoffers van
te hooge rente, to duur gekocht land, of, wat nog erger is, als borg voor andoren,
hun have en goed zien verkoopen.
Mijnheer de Voorzitter, Wie zal peilen, ook hier in Bergen op Zoom en omstreken,
hoeveel leed er geleden wordt, voordat de genadeslag valt» En al werkt men van
den vroegen morgen tot den laten avond, wa,nneer de producten op de veiling niets
opbrengen, hoe kunnen zij die voor te hooge lasten zitten, zich dan redden? En
'1-
-i:
•X.-,
n. -