«ötf
am
liep deze al iets terug en in 1932 is hij nog verder teruggeloopen, en dit was
zoowol het geval met de domeingronden als met de gronden van het terrein
"Kijk in de Pot". De verkoop aan de Noordzijde Zoom stond het laatste jaar ge
heel en al stil. Deae slechte verkoop houdt natuurlijk verband met de crisis in
de bouwbedrijven, doordat er bijna niet meer gebouwd ■wordt."
Deze waarschuwende woorden van U, Mijnheer de Voorzitter, zullen ook wel gel
den voor 1934, en temeer zal dit klemmen als de gronden eerst gekocht moeten
worden van particulieren, die heusch wel van den prijs weten als de gemeente
grond moet of wil koopen.
Mijnheer de Voorzitter. De voorbereiding van al deze werken eischt zoowel van
de zijde van het college van B als van den dienst van openbare werken veel
studie en voorbereiding, waarvoor een v/oord van waardeering hier zeker op z'n
plaats is. Maar de totstandkoming geschiedde met medewerking van den gsheelen
raad. Ook wij moeten, wanneer ons het een of ander plan wordt aangebeden, onzen
tijd en studie er aan wijden. En ten slotte dragen wij allen door aannemen of
verwerpen der voorstellen de verantwoording.
Eigenaardig doet het voor een raadslid dan aan, wanneer men in een plaatse
lijk blad een beschouwing te lezen krijgt, dat de raadsleden op de raadsvergadeia
gc% zoo maar wat zitten te kletsen, alleen spreken en reclame maken met het oog
op de verkiezing, en alleen het partij- of groepsbelang dienen. Van den anderen
kant worden de bestuursdaden van B W, misschien buiten hun weten of tegen uun
wil, hemelhoog geprezen en doet men het voorkomen,alsof het alleen hun bestuurs
beleid is, dat Bergen op Zoom er financieel nog zoo slecht niet voorstaat. Zoc
kon men eenigen tijd geleden een beschouwing lezen, ik meen van Glymes, waeuj.ii
met schetterende fanfares werd verkondigd, dat door het zuinige en wijs beleid,
van het college van B W er voor 1933 een batig slot vras van bijna een ton.
Afgezien van het feit, dat dit overschot voor het grootste gedeelte te danken
was aan omstandigheden, die met zuinig beheer niet? te maken laadden, zooals b.v.
de winsten van diverse bedrijven en de meer opbrengst van de belastingen, meen
ik, dat een goed en zuinig bestuursbeleid alleen te bereiken is, wanneer het
college van B W de medewerking heeft van den raad en de ambtenaren, iïant er
komen ook wel eens voorstellen van de zijde van B W, die de raad nxet accep
teert. Men denke aan de verwerping van den aankoop van de Duintjes, en het onge
daan maken van den grondaankoop voor de belt te Oud-Borgvliet. En gezien den
prijs, dien B W voor deze gronden wilden geven, kan men deze zaken moeilijk
rangschikken onder de rubriek "bezuiniging". Ik heb er niets op tegen, wanneer
men in het een of ander blad reclame maakt voor het beleid van B zelfs
niet, dat men de raadsleden beschuldigt van het maken van verkiezingsreclame,
wanneer men daar zelf niet aan mee doet. Maar bij het lezen van den ophef, dien
men maakte van die bezuiniging van een ton, moet men onwillekeurig denken aan
het bekende spreekwoord e'est le ton qui fait la musique". Maar dat was natuur
lijk geen verkiezingsmuziek ten voordeele van de wethouders.
Mijnheer de Voorzitter. Komende tot de steunverleening zou ik er allereerst
m'n voldoening over willen uitspreken, dat men heeft kunnen bereiken, dat men
aan de steuntrekkers een kleine compensatie heeft kunnen geven in den vorm \an
huurtóeslag. Want, al is het wel niet veel, alle beetjes helpen, temeer daar noe
langer de werkloosheid duurt, de-gezinnen van hen al langer hoe meer afzakken
naar volslagen ai-moede. Laten wij hopen, dat zij voor verdere verlaging gespaard
mogen blijven. Hopen wij dat ooic Bergen op Zoom van het zestig millioen pla.^ c.n
de regeering een gedeelte toegewezen krijgt om zoodoende meerderen aan werk en
verdienste te helpen.
Op gevaar af, Mijnheer de Voorzitter, dat men mij weer zal beschuldigen van
comediespeleri, zou ik"graag nog enkelo woorden wijden aan de steunmaatregelen
voor de door de crisis zoozeer getroffen kleine boeren en hoveniersstand. Maar
alvorens dat te doen, eerst een woordje vooraf naar aanleiding van een schrijven
van het bestuur van den Boerenbond aan den voorzitter van de speciale steuncom-
missie voor hoveniers. Met het bestuur van den Boerenbond bedoel ik natuurlijk
diegenen, die in werkelijkheid den Boerenbond regeeren.
Ik zou dit hier niet hebben besproken, maar ik gevoel mij. daar ik ben aange
vallen als raadslid, verplicht het bij deze gelegenheid te doen, temeer omdat
het de belangen raakt van een volksgroep, wier bestaan en instandhouding ook voor
de gemeente van het grootste belang is.
Mijnheer de Voorzitter, Enkele weken geloden bevatte een der plaatselijke
bladen een artikel met het opschrift "Papieren rozen". Daarin werd een groep van
raadsleden, en wel de socialisten, beschuldigd van comediespelen en zich tooien
met papieren rozen, om zoodoende de volksgunst te winnen tegen de a.s. verkie
zing, Naar aanleiding van een herhaald aandringen mijnerzijds om een steunregeling