- 4 -
iemand komen die voor het geheele kermisterrein met het hoogste bedrag in -
schrijft en dan de plaatsen onderhands weer verpacht.
Wethouder KIEPE zegt, dat zulks inderdaad ook al eens gebeurd is. Die in
schrijving kon toen echter niet worden gegund omdat daarbij ingesahreven was
voor erJkalc verboden inrichtingen» Spreker herhaalt, dat het de bedoeling is,-
dat de staanplaatsen zooveel mogelijk voor de gemeente opDragen en daarom de
inschrijving voor meerdere plaatsen door één persoon niet geweerd kan worden,
donder hoofdelijke stemming wordt de post hierna goedgekeurd.
Volgnummer 175. Kosten van onderhoud der puinpiaats.
De heer BECHT vraagt, wanneer de aanwijzing van een puinpiaats kan worden
tegemoet gezien.
De VOORZITTER antwoord, dat door den heer Juten gisteren reeds is toegezegd,
dat deze kwestie vermoedelijk in de eerstvolgende vergadering aan de orde ge
steld zal worden.
Zonder hoofdelijke stemming gaat de raad dan met dezen post accoord.
Volg™immer 208. Verlichting, verwarming en schoonhouden van schoolgebouwen,
Volgnummer 269. Kosten van tuinbouwonderwijs.
De heer SIMONS vindt' het bedrag voor verwarming met 2 kachels buitengewoon
hoog.
Wethouder VAN HASSELT is het daar volkomen meeasns. Er zal echter naar zoo
groot mogelijke zuinigheid in deze gestreefd worden.
De heer SIMONS vindt ook de kosten van f.165,voor het lokaal van den tum-
bouwwintercursus zeer hoog, als men nagaat, dat er slechts 62 uren les in den
winter gegeven wordt.
De VOORZITTER zegt, dat B W het hier zelf ook niet mee eens zijn en die
zaak nog onderzoeken. Het is een kwestie van verdeeling der kosten tusschen de
openbare lagere school en den tuinbouwwintercursus.
De heer DIELISSEN vraagt, of geen gasverwarming aangebracht kan worden,zooals
in de brandweerkazerne.
Wethouder VAN HASSELT zegt, dat dit niet gaat, omdat het dan nog meer zal
kosten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt de post hierna goedgekeurd.
Volgnummer 281, Subsidie aan de ambachtsschool.
De heer~VAN KAAM zegt, dat het de bedoeling was van de leden, die in de com
missie een opmerking maakten over den toestand der lokalen, om de aandacht hier-,)
op te vestigen teneinde te trachten de medewerking van B W voor verbetering
te krijgen.
De VOORZITTER meent, dat de heer van Kaam zelf in het bestuur der ambachts
school zitting beeft, en hij die klacht dus beter in den boezem van het bestuur
naar voren kan brengen, B W hebben over die school niets te zeggen.
De heer VAN KMM zegt, dat in het bestuur al meermalen op verbetering van
den toestand is aangedrongen, maar met het oog op d e groote kosten daarvoor geen
medewerking der hoogere instanties verkregen kon worden. Het is misschien moge
lijk, dat de Voorzitter te dezer zake in den Haag iets kan bereiken.
De VOORZITTER merkt op,' dat men in den Haag heel doof is, als het op centen
aankomt
De heer SCHUYL zegt als lid der commissie voor het nijverheidsonderwijs die
school bezocht hebben'en daarbij erg teleurgesteld te zijn geworden door den^
inwendigen toestand van het gebouw. Men zou zulks bij dit uiterlijk zeer mooie
gebouw geenszins verwachten. Het is vuil en smerig en geheel onderkomen. Vele
particuliere werkplaatsen zien er heel wat beter uit. Het is niet doenlijk om
in die lokalen behoorlijk les te geven. Spreker is dan ook van meening, dat de
toestand daar dringend verbetering behoeft en hij raadt B W aan, er zelf eens
een kijkje te gaan nemen.
De VOORZITTER zegt er ook meerdere malen ook geweest te zijn en geheel den
zelfden indruk gekregen te hebben als de heer Schuyl, Spreker wil deze kwestie
wel eens in het college ter sprake brengen om te zien, of er iets aan te deen is.
De heer BECHT is van meaning, dat de VOORZITTER als hoofd der gemeente al
eerder stappen in deze had behooren to doen, nu hij met dien toestand op de
hoogte was»
De VOORZITTER zegt, dat de gemeente over die school niets te zeggen neeix.
De heer BECHT merkt op, dat de Voorzitter nu toch ook wil gaan overwegen,
of er iets aan gedaanten worden.
Wethouder VAN HASSELT is het met den Voorzitter eens, dat de gemeente over
de ambachtsschool niets te zeggen heeft. Er dient echter onderscheid gemaakt
te worden tusschen de ambachtsschool en de gemeente nijverheidsavondschool, die
in hetzelfde gebouw gevestigd is, Voo.r wat deze laatste betreft, kan de commis
sie van toezicht wel de aandacht van den inspecteur vestigen op den slechten