- 19 -
De heer WALDER zegt dit niet te willen doen.
De VOORZITTER betreurt dit en moet er tegen opkomen, dat een lid van en
raad hier dergelijke ongepaste uitdrukkingen gebruikt.
Wethouder JUTEN merkt op, dat hier geregeld gesproken wordt over par ïjen
maar z.i. zitten de leden van den raad hier niet voor het dienen der partij e-
langen, maar voor de belangen van de geheele gemeente.
Dat de heer Walder nu zoo kregelig is, komt omdat hij zelf hier niet kan
zitten, zegt spreker, want ook hem is het bekend, dat de heer a ,er a
lijke moeite gedaan heeft om een plaats in het college van B W an te nemen.
De heer WALDER blijft dit ontkennen, terwijl de heer Juten zijn rnededeelmg
De heer BEGHT vraagt, of de heer Schuyl hem bedoelt, waar hij sprak van
menschen, ai? politiek niet al te zuiver staan, in verband met de wethouderskwes-
"t lö
De heer SCHUYL zegt den heer Becht daarmede niet bedoeld te hebben.
Wethouder KIEPE wil nog even terug komen op hetgeen gezegd is omtrent den
bouw van een nieuwe gasfabriek. Spreker heeft in zijn betoog twee punten naar
voren ^ebracht, en wel het economische en het ontslag van werklieden. Wat het
economische betreft, heeft spreker er op gewezen, dat de zebouw een kapitaalsuit
gave zou verderen van de gemeente van een half millioen, met een jaarlijksche
last aan rente en aflossing van f.30.000,-. Zelfs wanneer gedeputeerde staten
zich met deze uitgave zouden vereenigen, blijft de moeilijkheid, dau de vooruit
zichten voor wat het verbuik van gas betreft, niet gunstigzijn.
wordt het gas niet veel meer gebruikt, de afname bepaalt zich hoofdzakelij
gebruik als verwarmingsmiddel. Maar ook hier bestaat het gevaar, a ^e wo
verdrongen door olie. Dit gevaar is niet denkbeeldig, want inderdaad is de af
name van gas den laatsten tijd achteruitgaande. Ofschoon het rendement met een
nieuwe fabriek natuurlijk beter zal zijn, mag de zoo juist door spre er naar
voren gebrachte moeilijkheid toch niet uit het oog worden verloren, aar^ij
dat met den bouw eener nieuwe fabriek ook de consequenties daarvan aanvaar moe
ten worden, welke o.m. bestaan in het feit, dat 10 A 12 arbeiders overcomp ee
en dus ontslagen zullen moeten worden, Ook dat is een reden om voorloopig siet
tot het bouwen van een nieuwe fabriek over te gaan, temeer, daar de^tegenwoor
dige fabriek nog altijd een jaarlijksche productie heeft van 3 millioen m3.
Wethouder VAN HASSELT merkt naar aanleiding van hetgeen de heer Scnuy.. ge
zegd heeft, op, dat deze steeds terecht er op gewezen heeft, dat op algemeenhe
den. welke hier beweerd worden zonder nadere omschrijving, niet kan worden inge
gaan. In dit opzicht is de heer Schuyl thans echter niet consequent, daar hij
nu zelf een dergelijke algemeenheid ten aanzien van spreker, geuit heeft. De heer
Schuyl zal het spreker dan ook wel ten goede houden, dat hij daarop met ant
woorden kan. Spreker zal hier verder dan ook niet op ingaan, temeer waar hij
zich ver boven deze laag-bij-de-grondsche politiek verheven voelt.
De heer SCHUYL wijst er slechts op, dat degene, die het hem gezegd hoe
nu zwijgt als een mof.
Wethouder VAN HASSELT wil daar nog op antwoorden, dat hij dit dan verre van
flink vindt.
De VOORZITTER wijst er nog op, dat het college inderdaad veel geijverd heelt
voor den bouw van een nieuwe gasfabriek. Er is getracht om den grond, dien e
gemeente van het rijk in erfpacht heeft, in eigendom te krijgen en er zijn meer
dere malen besprakingen over gevoerd. Maar door de crisis en het terugloopen van
het gasverbruik zijn B f er huiverig voor geworden om thans een dergelijke
kapitaalsuitgaven te doen. Hij heeft gemeend dit nog even als toelichting te
moeten zeggen en wil dan hiermede de algemeene beschouwingen sluiten.
De heer BAKX" vraagt nog het woord voor een persoonlijk feit. Door den heer
Walder is bij z'n algemeen© beschouwing gesproken over een Nazareth's achter
buurt en een beestenstal van Bethlehem. Wanneer de heer Walder spreker de ver
zekering geeft, dat hij hier mede niemand in z'n godsdienstige gevoelens heelt
willen kwetsen, dan wil spreker daar verder niet meer over praten.
De heer WILDER leest duidelijkheidshalve de betrokken passage uit z n alge
meene beschouwing nog even voor en zegt, dat het niet bij hem is opgekomen, om
daarmede iemand in z'n godsdienstige gevoelens te willen kwe oen. Spreker heef
de Christelijke leer zeer hoog staan, maar de naleving daarvan door degenen,
die zich Christenen noemen, laat heel wat te wenschen over. Hij heeft eens een
groot geleerde hooren zeggen, dat volgens de geschiedenis Christus gekruisigd
is door de Joden, maar in werkelijkheid Christus dagelijks gekruisigd wordt
door de Christenen zelf. Als het om de Christelijke leer gaat, zegt spreker, dan
kan de geheele Katholieke Staatspartij in den Haag en de plaatselijke afdeelmg