- 14 - De heer Broekmans heeft verder gesproken over het verdwijnen van de tram uit de stad en de regeling van het verkeer, Naar aanleiding hiervankansprekerden^ raad nog mededeelen, dat binnen afzienbaren tijd ren raad voorstellen zullen reiken betreffende het opbreken van de tramrails en het m verband daarmede ve beteren der betrokken straten. I/at het lang uitblijven beteft van welke in handen van B W werden gesteld, en Y/aarvoor aoor den heer Broekmans o a werd gewezen op de Moerstraatschebaan, zou spreker willen zeggen, dat het misschien wel goed is, dat die zaken dan even worden aangehouden en nog eens nader bekeken. Voor wat de Moerstraatschebaan betreft is dit zeer zeker het gev omdat intusschen een nieuw soort wegverharding aan de markt gekomen i0* S« meente heeft enkele mallen daarvoor laten komen en het is wel mogelijk, data voorstellen van B W komen om dien Y/eg op die veel 6 «dkoopere manier v n nieuwe bestrating te voorzien. Met de opmerking van den heer Becht, dat de groote winsten der bedrijven ten goede moeten komen aan de verbruikers, is spreker het S®heei+®enSsmaa^a^n^ndQ de moeilijkheden nagaat, waarmede B W en de raad steeds zitten om e~ t> begrooting te krijgen, dan zal men begrijpen, dat de gemeente die J®d^agn wills hard noodig heeft. Tenslotte wil spreker er op wijzen, dat elk jaar bij behandeling der begrooting gewezen is op de noodzakelijkheid tot bezuinigen. Alle leden zijn het daarmede we1 eens, dat er bezuinigd moet worden, maar de wij ze waarop is iets, waar zij alle verschillend tegenover staan. Zoo wil de S.D.A.P. op alles bezuinigen behalve op den steun aan werkloozen en het was natuurlijk heer Walder, die de verlaging van den steun hierbij .er sprake moest ^renge. Spreker heeft daar op zich niets tegen, maar wel tegen hetgeen de he.r ./alder ten opzichte van spreker daaraan toevoegde, als zou weldadigheid hem vreend zijn.Dit is naar sprekers meening onbehoorlijk. De heer WALDER merkt op, hetgeen de heor Juten aanhaalt m verban feez g hebbon, en hij herhaalt daarom die passage. M>t+nr. Wethouder JUTEN is het niet met den heer Walder eens. Hij zegt echter ni te spreken voor de balie, zooals do heer Walder, en daaróm zal hij er ^ot voel over zeggen. Alleen ditj toen de heer Walder Voorzitter Y/as van het Burgorlijk Armbestuur, was hij royaal genoeg, maar toen ging het niet uit zijn eigen zak en dan is hot gemakkelijk geven. Maar nu geeft hij oor. niet. SP^ek^ *^oft g moend dit te moeton zeggen omdat hij deze opmerking van den heer walder op z n krachten genomen heeft. Hij wil er daarbij op wijzen, dat hij vrijwel al zij tijd voor de gemeente gebruikt en ook ten dienste van do weldadigheid m zijn functie van voorzitter der commissie tot steun aan hoveniers. T De VOORZITTER wijst er op, dat de heor Walder de woorden waarop o e tonamSrking maakt, inderdaad in verband gezegd heeft en ze ook in dat verband moeten worden genomen. Wethouder JUTEN blijft er bij, dat hij die woorden van den heer /aider niet behoorlijk vindt, en hij van den hoer Walder niet behoorlijk vindt, en hij van den heor Walder precies hetzelfde zou kunnen zeggen. Hij xs van meenmg, dat voor wat de weldadigheid betreft, dat zijn part wel draagt. Spreker komt dan nog aan de opmerking van den hoer Becht betreffende de vet houderskwestio, Waar die kwestie al meermalen naar voren gebracht xs, ^eent spreker er niet veel meer van te moeten zeggen. Spreker weet slechts, d«rt 16 le den van den raad stemden voor vier wethouders, en dat door don heer Bocht daar omtrent vooral besprokingen zijn gevoerd. Van oen toezegging van verdeeling der salarissen, als door don heer Becht beweerd is, weet spreker mots v*.n. Wethouder KIEPE wil even antwoorden op hetgeen omtrent de gemeentebedrijven is gezegd en wel op de eerste plaats betreffende den bouw van een nieuwe gasfa briek. Reeds eerder heeft spreker er op gewezen, dat hiertoe met kan worden overgegaan in verband mot de. aanschrijving van gedeputeerde staten, dat geon kapitaals werken mogen worden uitgevoerd als dit niet hoogst noodzakelijk is. Overigens kan spreker mededoolen, dat de plannon en teekemngen voer een nieuwe fabriek klaar liggen en de bouw daarvan ongeveer f.500.000,-- zou kosten» zou voor de gemeente een jaarlijksche last van ongeveer f.30.000,-- meebrengen. De heer BROEKMANS meent, dat daartegenover toch de besparing staat, die met een nieuwe fabriek zouden krijgen. Wethouder KIEPE zegt, dat leze hoofdzakelijk zal bestaan mn een ^rmindemng van het aantaal arbeidskrachten. Daarom begrijpt spreker ook met, dat de S.D.A.P. zoo'n voorstander van den bouw eener nieuwe fabriek is. Ook het college van W voelt er niet veel voor om hierdoor weer een aantal menschen op straat zetten. De heer BROEKMANS wijst er op, dat het rendement der gasfabrie toe ver oog zou v/orden met een nieuwe fabriek. Wethouder KIEPE zegt, dat men nu nog ieder jaar 3000.000 m3 kan produceeren, hetgeen ongeveer tweemaal zooveel is als in Roosendaal. Zoolang we dit kunnen

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1934 | | pagina 14