TWAALFDE VERGADERING.
Vrijdag 9 November 1934, des namiddags twee uur.
Voorzitter; de hoer Mr,Drs„P.A,F»Blom, burgemeester.
Aanwezig de heeren L.A.Simons, B.Kruize, S.A.Musters, J.Demmers, F.A.Bakx,
F.Broekmans, H.G.van Kroon, Jac.van Hal, P.F.van Kaam, M.J.Scheffelaar,
G.Becht, E.A.G.Kiepe, J.P.Bekker, Adriaan Juten, joh.Schuyl, H.Yfölder,
C.Dielissen en J.van Hasselt.
Afwezig met kennisgeving wegens ziekte de heer Th.Boschman.
Secretaris; de heer J.A.van de Wouw,
De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede, dat van den heer Boschman
bericht van verhindering tot het bijwonen van deze vergadering v/egens ziekte
is ingekomen. Hij stelt voor dit stuk voor kennisgeving aan te nemen.
Zondor beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.
Spreker deelt verder mode, dat van den heer Simons het verzoek is ingekomen
om te mogen spreken over de electriciteits kabel naar het kurhaus, en van den
heer van Kroon over de verhuring van gemeente-woningen. Spreker stelt voor,
deze interpellaties toe te staan na afhandeling der agenda. Hij stelt tevens
voor, om aan de agenda toe te voegen het toestaan van een voorloopig crediet
voor de ophooging van de weide aan de Moerstraatschebaan en de gunning der aan
besteding voor de verbetering van de Pomonalaan, enz., welke aanbesteding gis
teren gehouden is.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten deze
stukken aan de agenda toe te voegen, en de interpellaties toe te staan.
De heer WATDER vraagt dan het woord over de orde. Hij heeft van de buiten
wacht gehoord, dat van den minister van sociale zaken een schrijven gekomen
is over het verstrekken van een huurtoeslag aan de steuntrekkenden. Hij heeft
omtrent deze zaak niets op de agenda gevonden, en vindt het niet juist, dat de le;
leden van den raad dit van buitenstaanders moeten hooren, terwijl er aan den
raad niets van bekend is.
De VOORZITTER zegt, dat van den minister van sociale zaken een brief geko
men is betreffende het verstrekken van een huurtoeslag. Die brief is gericht
aan het gemeentebestuur en niet aan den raad, en is gesteld in handen van de
commissie voor steunverleening aan werkloozen om advies.
De heer WALDER zegt deze zaak naar voren gebracht te hebben omdat hij
graag de werkloozen zoo spoedig mogelijk van den huurtoeslag wil laten profi-
teeren.
De VOORZITTER merkt op, dat de heer Walder dat niet alléén wil maar B V/
ook. Het college moet hierbij echter den gewonen weg bewandelen en daarom is
eerst advies gevraagd aan de commissie voor steunverleening.
De heer WALDER vindt het eigenaardig, dat particulieren van het ministerie
de mededeeling omtrent het toestaan van een huurtoeslag krijgen, terwijl de
gemeente er nog niets van weet.
De VOORZITTER zegt, dat dit herhaaldelijk gebeurt, en wijst daarbij op
berichten van Vaz Dias ten aanzien van regeeringsmaatregelen, waarvan het
gemeentebestuur dikwijls niets weet.
De heer WALDER zou, wanneer hij dit als overheid ondervond, daar toch ten
sterkste tegen protesteeren.
De VOORZITTER zegt, dat B W dit ook al meermalen gedaan hebben.
Wethouder SCHEFFELAAR wijst er op, dat het schrijven van den minister vol
gens den daarop voorkomenden datumstempel op 2 November j.l. is ingekomen en
op 6 November in de vergadering van B W is behandeld. Het is daarop om ad
vies gesteld in handen van de commissie voor steunverleening. Deze commissie
vergadert altijd Donderdags, maar door verhindering van spreker kon deze ver
gadering gisteren niet doorgaan, en is de commissievergadering op hedenavond
gesteld. Dan zal het schrijven van den minister dus worden behandeld, wanneer
tenminste de raadsvergadering tijdig is afgeloopen.
De heer MUSTERS vraagt ook het woord over de orde. Hij had verwacht, dat
op deze agenda wel zou zijn voorgekomen het verzoek van den R.K.Boerenbond
betreffende het nemen van maatregelen tegen de aspergeroest. Spreker wijst er
op, dat in verschillende gemeenten reeds een verordening hieromtrent is vast
gesteld.
De VOORZITTER zegt, dat omtrent deze aangelegenheid eerst advies is gevraagd
aan den plantenziektenkundigen dienst te Wageningen, hetwelk echter nog niet
is ingekomen.
De heer MUSTERS is van meening, dat men daarop toch niet kan blijven wachten
en het noodig is om spoedig maatregelen te nemen.
