18 - is hiermede tenslotte accoord gegaan. Spreker is van meeningj dat een verkeers- breedte van 5 m. ruim voldoende is, temeer, daar toch ook altijd een zoodanige verkeersregeling kan worden ingevoerd, dat men daar éénrichtings-verkeer krijgt» Spreker kan dan ook de bezwaren van den heer van Kaam tegen dat pleintje niet deelen. De heer BAKX wil het even hebben over het walsen in de Burgemeester de Roock- laan. Naar hij vernomen heeft, moet dat werk per uur worden betaald en als dat zoo is, zou spreker willen weten, waarom er zoo lang over gedaan is. Ook zou spreker willen vragen, of de gemeente dat walsen moot betalen of dat het in de aannemingssom is inbegrepen? Wethouder JUTEN zegt, dat het walsen daar zoo lang geduurd heeft, omdat er te veel puin en zand bleek gestort te zijn, waardoor het puin niet voldoende wilde zakken, toen de wals or op gebracht werd. Het puin moest er toen eerst weer uitgehaald worden voor men verder koh. Dit ?/erk is echter in de aannemings som inbegrepen. Het is juist, dat de wals per uur betaald moet worden. De heer WAIDÈR vraagt, wiens schuld hot is, dat dit werk over gedaan moest worden. Wethouder SCHEFFELAAR zegt, dat het meer voorkomt, dat de grond op de eone plaats veel harder blijkt te zijn dan op de andere. De heor WALDER vraagt, of de grond dan tevoren niet onderzocht is? De VOORZITTER zegt, dat de rijkswaterstaat bij dergelijke werken eerst peilingen noemt, doch dit bij de gemeente niet gebeurt. De heer WALDER meent, dat de schuld dan toch ligt bij den opzichter of den uitvoerder van het werk. Wethouder JUTEN zegt, dat vermoedelijk do ondergrond te hard is geweest, waar door de brik bij het walsen niet voldoende weg zakte. De heer BEKKER kan niet begrijpen, hoe het college van B ft W op het idee ge komen is om dat pleintje te doen aanloggen midden voor den ingang van de Burge meester de Roocklaan, Hot is toch reeds lang bekend, dat dit in de toekomst de hoofdweg wordt naar hot Kurhaus, en daar gaat men nu zulk een groot plein voor leggen. Het heeft spreker gefrappeerd, dat de directeur van openbare werken het Pleintje ergens anders wilde hebben en zich daarna heeft neergelegd bij do mee ding van het college om het vlak voor den ingang der straat te leggen. Spreker hecht toch meer waarde aan het oordeel van den ingenieur als deskundige, dan aan dat van B W. Dat daar een verfraaiing komt, vindt spreker heel goed, maar laat men het perk dan kleiner maken of het aanleggen waar de directeur het wilde hebben. Wethouder JUTEN merkt op, dat de maat van het perk gemaakt is door den direc teur van gemeentewerken en B W zich daar niet mee bemoeid hebben. Wat de lig ging betreft, wil spreker er op wijzen, dat men daar toch geen deskundige voor behoeft te zijn. Dat is slechts een kwestie van appreciatie en naar de meening van het college behoort het in de as van den weg te liggen. Het ligt daar voor het verkeer niet in den weg, omdat een verkeersruimte van 5 m, aan beide zijden voldoende is en zeker wanneer daar het éénrichtingsverkeer ingevoerd wordt. De heor BROEKMANS Is van meening, dat het pleintje te groot is en dat het beter wat kleiner gemaakt kan worden. De heer BECHT gelooft, dat de fout zit, doordat de directeur het perk gepro jecteerd had aan een hoek van het plein, waardoor het uiteraard grooter moest worden dan op de plaats welke nu door B ft W is aangewezen» Dit is dus een gevolg van de kwestie tusschen den directeur en het college. Wethouder JUTEN merkt op, dat er van een kwestie tusschen den directeur en het college geen sprake is. Na overleg met den directeur betreffende de plaats, is deze tenslotte geheel accoord gegaan met de zienswijze van het college. De heer BECHT is van meening, dat het perk te groot is, nu er ook nog zoo'n trottoirrand langs komt. Wanneer men die trottoirrand, welke 2 m. breed is, laat vervallen, komt het perk op 9 m, diameter en dat is nog groot genoeg. De heer VAN KAAM acht 5 ra. ruimte niet voldoende voor het tegenwoordige ver keer. Als er een groentenkar op den hoek staat en er moet een auto passeeren, dan zit men al in moeilijkheden. Hij stelt dan ook voor het pleintje te brengen op een diameter van 8 h 9 meter. De heer SIMONS is van meening, dat men het beter kan laten zooals het nu aan gelegd wordt. Mocht later blijken, dat er in verband met het verkeer een veran dering aan gebracht moet worden, dan kan dit nog altijd gebeuren. Daar het voorstel van den heer van Kaam voldoende gesteund wordt, brengt de VOORZITTER dit in stemming, waarbij het wordt aangenomen met 12 - 1 stemmen. Vóór stemden de hoeren Musters, van Hal, Bakx, Broekmans, Dielissen, Schuyl, Becht, Walder, Boschman, Bekker, van Kaam en Kruize. Tegen stemden de heeren Scheffelaar, van Kroon, Kiepe, van Hasselt, Simons, juten en Demmers.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1934 | | pagina 67