17 - De heer VAN KROON zegt er verschillende keeren geweest te zijn, en het tel kens behoorlijk berijdbaar gevonden te hebben. De heer WALDER meent, dat de leden van den raad dan maar eens moeten gaan kijken, als de heer van Kroon er aan het rijden is. Wethouder JUTEN deelt mede, dat naar aanleiding van de interpellatie van den heer Musters betreffende dit fietspad, aan den directeur van openbare werken opdracht gegeven is om dat pad te verbeteren. Dat dit nog niet geschied is, ligt misschien aan het feit, dat de directeur daarvoor nog geen menschen beschikbaar gehad heeft. De opdracht is echter gegeven. Wat het fietspad in de Oude Huybergschebaan betreft, wijst spreker er op, dat dit van koolgruis gemaakt is en dergelijke paden bij droog weer gemakkelijk afbrokkelen. Spreker zal naar dat pad een onderzoek laten instellen en vertrouwt, dat deze interpellatie voor den directeur van gemeentewerken aanleiding zal zijn om nu het fietspad aan den Parallelweg zoo spoedig mogelijk in orde te la ten maken. De heer VAN HAL wil nog even terugkomen op de mededeeling van den heer van Kroon en zegt, dat deze dan maar eens over dat fietspad moet rijden als het een heele week droog weer is geweest. De heer VAN KROON zegt dit ook gedaan te hebben, en zijn oordeel over dat pad er niet door veranderd is. Ro VOORZITTER sluit dan hierover het debat en verleent het woord aan den heer van Kaam voor het houden zijner interpellatie over het pleintje aan de Burge meester de Roocklaan en de Balschebaan. De heer VAN KAAM wijst er op, dat, zooals men overal leest en hoort, men^oi«, rijk, provincie en gemeenten bezig is om de straten en wegen zoo breed moge-xjA te maken voor het toenemend verkeer. Ook de gemeente Bergen op Zoom doet daai aan mee, dat blijkt wel uit de breede Burgemeester de Roocklaan piet zijn overbo dig breede trottoirs. Sprekers vindt het van het gemeentebestuur goed gezien daar een flinke breede straat te maken, aangezien dat binnen zeer^korten tijd een zeer drukke verkeersweg zal worden, maar spreker begrijpt niei.hoe B W er toe gekomen zijn vlak voor die straat een verhoogd plein aan te leggen van 13 m, diameter. Dat ligt daar buitengewoon in den weg voor het verkeer. Toen spreker de menschen daar bezig zag met het aanleggen van dat pleintje, dacht hij bij zich zelf, wij hebben toch in de commissie van openbare werken besproken,^ dat daar geen plein zou komen, of als er toch een zou komen, dit een zeer klein zou zijn. Dat zullen de heeren Bakx en Musters, die ook lid van de commissie van openbare werken zijn, wel met spreker eens zijn. Spreker kwam den directeur van gemeentewerken tegen en vroeg hem hoe hij ertoe gekomen was om daar zoo'n groot plein te maken, want dat dit toch niet de bedoeling was van de commissie en toch zeker niet om dat vlak voor den ingang van de straat te leggen. Tot sprekers verwondering moest hij toen van den directeur hooren, dat deze in zijn rapport aan B W ook bezwaar gemaakt heeft tegen het aanleggen van dat plein vlak voor de straat. Daarom heeft spreker in zijn verzoek ook gevraagd om het rapport van den directeur in deze vergadering over te leggen, opdat de raads leden daarvan op de hoogte zouden zijn. Het was van den directeur goed gezien, dat het plein, met het oog op het verkeer, daar niet op z'n plaats Y/as en spre ker maakt er dan ook een voorstel van om dat plein daar op te ruimen, of, als er toch een pleintje moet komen, het dan te maken vlak voor de huizen naast du Burgemeester de Roocklaan, zooals de directeur van gemeentewerken aan B W j-* zijn rapport heeft voorgesteld. Er is nu tot aan de huizen ongeveer een breed-so van 5 m. voor het verkeer, hetgeen niet voldoende geacht kan worden voor het daar te verwachten drukke verkeer. Wethouder JUTEN zegt, dat het plan voor het aanleggen van de Burgemeester de Roocklaan zooals die nu is, indertijd door den raad is vastgesteld. De breede trottoirs, wharop hier ook al eens aanmerking gemaakt is, hadden ook de aan- dacht getrokken van B W, en toen bij den directeur hiernaar geïnformeerd werd, bleek, dat de raad zelf het zoo had vastgesteld. Wat het pleintje betreft, v/ijst spreker er op, dat het altijd het idee van B W en den raad is geweest om daar een plentje te maken. Er is eerst sprake van geweest om daar de monumen tale lantaarn te plaatsen, welke wij nog altijd als bewijs van dankbaarheid van de Belgische vluchtelingen wachtende zijn. De heer WALDER merkt op, dat die na den volgenden oorlog wel komt. Wethouder JUTEN vervolgt dat er later in den raad over gesproken is, omar Dr.Zamenhoff-monument te plaatsen. Omdat dit echter niet in overeenstemming was met de omgeving, is daar toen van afgezien. Maar altijd is er dus het plan ge weest om daar een pleintje met perk te maken. Nu is het waar, dat de directeur van openbare v/erken het plein op een andere plaats had ontYYorpen, meer na^r en kant der huizen naast de Burgode Roocklaan, mefer naar de meening van^B W komt het meer tot zijn recht,'wanneer het in de as van den weg ligt. De directeur

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1934 | | pagina 66