De heer SCHUYL zegt iets anders uit deze stukken gehaald te hebben. Hij zou gaarne in de eerstvolgende vergadering een opgave willen hebben betreffende de kosten van uitbreiding der bad- en zweminrichting, zulks in verband met het be drag, dat door den raad hiervoor is toegestaan. Een zelfde opgave zou spreker^ willen hebben voor wat betreft het uitbaggeren der vaargeul. Naar spreker gezien heeft, is hiervoor aan arbeidsloon uitgegeven een bedrag van f,62000?en f,23000,— aan materialen. Deze cijfers zijn naar zijn meening onevenredig en daarom zou hij graag precies vernemen, met welk bedrag deze post overschreden werd, In verband met dit werk wijst spreker er nog op, dat het aantal tewerk- gestelden hier met 35^:' werd verminderd en er nog slechts 65 menschen werkzaam zijn. Spreker vraagt, of het in de bedoeling van het college ligt om dit werk in den komenden winter voort te zetten, of dat het college met andere werkver schaffingsobjecten zal komen, welke beter geschikt zijn voor de wintermaanden. Alvorens hier verder op in te gaan, wil spreker eerst het antwoord van B W afwachten, De heer BROEKMANS merkt op, dat het jaar 1934 zachtjes aan ten einde loopt en de begrooting nog steeds niet is goedgekeurd. Toen de begrooting moest wor den opgemaakt, was er een tekort van f.60.000,--? hetwelk gedekt werd door dit bedrag uit de reserves der bedrijven te halen. Gedeputeerde staten konden z~cn daarmede echter niet vereonigen en door B h W werd toen een andere weg gevonden om de begrooting kloppend te maken. Gedeputeerde staten maakten daarop we-./ aanmerking omdat er nog een bedrag van f.11000?— uit de reserves der beca .,pv.i op voorkwam, hetgeen gedeputeerde staten niet goed vonden. B W heb oen r--.. '.e^r iets anders gevonden, n.l. een bezuiniging bij don dienst van gemeentewerken, die f.12000?-- zal opbrengen en waardoor de begrooting niet alleen kloppend ge maakt is, maar men zelfs nog iets over houdt. Spreker is van meening, dat men hier een beetje met cijfers gegoocheld hoeft, want bij do behandeling dor j grooting werd ach en wee geroepen voor een tekort van f.60.000,en intusschen heeft men dit zonder aan dc reserves dor bedrijven te raken geheel kunnen dekken on zelfs nog een bedrag van f.1000,-- kunnen overhouden. Spreker gelooft, dat, als de bogrooting direct was goedgekeurd door gedeputeerdo staten, dio golden toch wel terecht gekomen zouden zijn. De heer BECHT is van meening, dat het college van B geen schuld treft ten aanzien van het niet goedkeuren door gedeputeerde staten van de 5/, koning op de salarissen van burgemeester, secretaris en ontvanger. Het was echter te- voren te voorzien, dat gedeputeerde staten hieraan geen goedkeuring zouden ver™ leenen. Immers wanneer zij dat wel deden, zouden zij consequent cok tot verla ging van hun eigen salarissen moeten overgaan, Wij worden hier geregeerd, zegt spreker, op een wijze waarbij het eigen belang van de ambtenaren steeds het eerste woord spreekt. Meer zal hij er niet over zeggen, want hij ziet^don voor zitter al naar den hamer grijpen om hem tot de orde te roepen. Toch wil spre ker nog een vraag stellen aan den voorzitter en dat is dit s Als u, burgemeester, nu eens geen burgemeester was, zou u het dan billijk vinden, dat de salarissen van alle ambtenaren werden verlaagd met uitzondering van drie, welke niet ver laagd mochten worden? Spreker gelooft van niet en hij zou dan ook willen voor stellen om niet met do beslissing van gedeputeerde staten accoord te gaan, maar in beroep te gaan oij de Kroon. De VOORZITTER zegt, dat indertijd door den raad besloten is om oon unifo.' korting van 5toe te passen op alle salarissen, ook op die van burgemeestei consorten om het nu eens uit te drukken als de heer Boschman. De heer BOSCHMAN vraagt, wat er aan die uitdrukking niet goed is. De V00R.ZITTER zegt, dat van consorten gewoonlijk gesproken wordt bij iets minderwaardigs, De heer BOSCHMAN trekt dan die uitdrukking in, daar dit zijn bedoeling mev geweest is. De VOORZITTER wijst er verder op, dat bij de oerste nota van aanmerkingen ap de begrooting al bleek, dat gedeputeerde staten zich niet konden voreenigen mom die 5# korting op do genoemde salarissen. De korting werd ochtor door allo ambtenaren botaald, ook door burgemeester, socrotaris, ontvanger onz. Gedepu teerde staten zeggen nu niets anders dan dat de vaststelling der salarissen v<.n deze personen tot hunno bevoegdheid behoort on de raad daar dus moot afblijven.^ Dat is hun recht en daarom verzoeken zij de zon post van de bogrooting af te voe ren. Spreker kan hieraan toevoegen, dat het hem bekend is, dat dezo materie ij gedeputeerde staten in bewerking is. persoonlijk wil hij echter wol verklaren, hij voor zich dio korting voorloopig zal blijven storten. Wil de raad ochtor dion post handhaven, dan zal do bogrooting waarschijnlijk niet Worden goedge keurd en gal or voor den raad niet anders op zitten dan toe te geven of in e- roop te gaan bij do Kroon,

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1934 | | pagina 54