10 -
zich met het voorstel van gedeputeerde staten vereenigen. Overigens is hij van
meaning, dat gedeputeerde staten toch hun eigen zin doen en zij net zoo goed
niet naar de meening van den raad kunnen vragen. Spreker zegt, dat over de wet
houder ssalarissen „e.d. nog heel wat te zeggen zou zijn, maar hij zal dat maar
bewaren tot bij de algemeene beschouwingen voor de oegrooting.
De VOORZITTER is van meening, dat hier de eindelooze debatten over de sala
rissen ook achterwege zouden kunnen blijven, wanneer alle salarissen over geheel
Nederland vanuit een centraal punt werden geregeld. Zooals hij echter reeds eer
der opmerkte, is de regeering niet van plan hiertoe over te gaan. De beslissing
over de salarissen van burgemeester, secretaris, enz, berust nu eenmaal bij gede
puteerde staten. Men kan de thans door hen genomen beslissing betreuren, maar
de raad kan daar niets tegen doen.
De heer BECHT meent, dat er toch wel een middel gevonden had kunnen worden
om de gerestitueerde gelden weer in de gemeentekas te doen vloeien.
De VOORZITTER zegt, dat de heer Becht toch niet weet, wat hij met dat geld
gedaan heeft. Spreker behoeft dat toch ook niet aan den heer Becht te vertellen.
De heer WALDER: Wie goed doet, zie niet om.
De VOORZITTER zegt, dat het concept-schrijven aan gedeputeerde staten over
het salaris van den secretaris, zijn persoonlijke meening is en de wethouders
bij het ontwerpen van dat schrijven niet gekend zijn,.
De heer BECHT had toch liever de meening der wethouders daaromtrent ook ge
hoord.
De VOORZITTER wil er tenslotte op wijzen, dat het zijn vaste overtuiging
is, dat bij aanneming van het voorstel van den heer Walder, gedeputeerde skaten
dit niet zullen goedkeuren.
De heer VAN HAL zegt voor het voorstel van den voorzitter te zullen stemmen,
wanneer deze hem garandeert, dat nóst binnen twee maanden de raad gedwongen zal
worden tot salarisherziening over te gaan.
De VOORZITTER zegt die toezegging niet te kunnen geven, daar dit geheel aan
den raad zelf ligt. Wat van hoogerhand gebeuren zal, kan spreker natuurlijk ook
niet voorzien.
Spreker meent, dat thans de zaak voldoende besproken is en zal daarom eerst
het voorstel van den heer Walder tot restitutie der korting tot 1 October 1934
in stemming brengen.
Het voorstel van den heer Walder wordt hierna bij stemming verworpen met
10 - 8 stemmen.
Vóór steraden de heeren van Kaam, BekkerSchuyl, Walder, Dielissen, Simons,
Kruize en Musters.
Tegen stemden deheeren Scheffeiaar, Becht, Kispe, Juten, van Hasselt, Demmers.
Bakx, Broekmans, van Kroon en van Hal,
De heer SIMONS meent, dat nu het voorstel van den voorzitter in stemming ge
bracht moet worden.
Verschillende leden merken op, dat dit beter bij de behandeling der begroo
ting onder oogen gezien kan worden.
De VOORZITTER gelooft, dat stemming over zijn voorstel eigenlijk niet noodig
is, en zegt er zich wel mee te kunnen vereenigen deze zaak bij de begrooting
nader onder oogen te zien. Hij brengt dan in stemming het voorstel om ten aan
zien van het salaris van den secretaris aan gedeputeerde staten te berichten
overeenkomstig den ter inzage gelegden concept-brief no.78/24 F. 41-40, afd.II.
De heer BECHT zou hierover toch eerst de meening der wethouders willen hooren
Wethouder VAN HASSELT merkt op, dat hij het schrijven van den voorzitter nog
niet eens gezien heeft en daarover toch ook geon verantwoording behoeft af te
leggen.
De heer BECHT wijst er op, dat het toch bij de stukken ter inzage gelegen
heeft.
Wethouder VAN HASSELT zegt, dat daar wel zooveel bij gelegd kan worden.
De VOORZITTER brengt dan het voorstel betreffende den concept-brief, welken
hij intusschen aan de wethouders heeft laten lezen, in stemming, waarbij dit
wordt aangenomen met 14-4 stemmen.
Vóór stemden de heeren van Kaam, Scheffeiaar, Kiepe, Bekker, Schuyl, Walder,
Dielissen, van Hasselt, Simons, Kruize, Musters, Bakx, Broekmans en van Hal.
Tegen stemden de heeren Becht, Juten, Demmers en van Kroon.
De VOORZITTER doet dan het voorstel om aan gedeputeerde staten te verzoeken
he korting op de salarissen der wethouders te stollen op
De heer SCHUYL is van meening, dat het salaris van f.1800,-- voor een wethou
der hier niet te veel is, daar deze taak zeer veel tijd ten dienste van de ge
meente vraagt. Vier wethouders iB echter voor onze gemeente te veel, zooals spre
ker reeds meer betoogd heeft. Wanneer Jiier twee wethouders waren, zou spreker