- 12 -
moet. Hooger wil spreker echter in geen geval gaan. Als er nu nog
een salarisherziening moet komen, meent spreker dat dit xs omda
de lage salarissen verbetering noodig hebben» Hij is het er mee
eens, dat het rapport Schouten niet meer is dan een handleiding er
dan nog een, waar men niet veel aan heeft, het kan daarbij zoowca.
vriezen als dooien. Nu men de gelegenheid Krijgt om het rappor
Schouten toe te passen, doet men zulks het eerst om een salarj-sve
laging te bereiken. Spreker komt nog even terug op het georganisoe.
overleg en merkt op, dat het niet doenbaar is voor een lid van at,
raad om waar hij zoo weinig inlichtingen krijgt, steeds voldoei.^
op dé hoogte te zijn. Naar zijne meening is overleg heel goed moge
lijk. Alleen met een uniform voorstel over de geheele linie zal mei
tot overeenstemming kunnen geraken. *a„0 c=n
De heer VAN VROON wijst er op, dat de bedoeling.van deze sala
riskorting was om de begrooting sluitend te maken. Met het voor
stel van B W, dat nu gedaan is, kan spreker zich echter niet
vereenigen. Hij stelt daarom voor een korting toe te passen van
5 en 8'fo overeenkomstig het voorstel, zooals dat in de vorige ver
gadering door het college van B W werd gedaan.
De heer MUSTERS til op de eerste plaats protesteeren tegen de
uitlating van den heer Broekmans betreffende het drijven van sommi
ge raadsleden voor een progressieve korting. Er is van een drijv^..
absoluut geen sprake; men mag toch aan zijn meening vasthouden e-
daar toch o-erust voor uitkomen. Met evenveel recht als de ne®r
Broekmans zijn opmerking maakte, zou sprekerkunnen zeggen, dat
het van het college van B W drijven kan zijn, dat het Nier gr
ander voorstel aangenomen wenscht te zien, dan het zijne. Naar
sprekers meening blijft een progressive korting nog het beste.
Spreker heeft nog geen antwoord van den heer Scheffelaar geKn^-
gen op zijn vraag, waarom de loonen van de werklieden wel vergok
ken worden met die in het particuliere bedrijfen de salarissen
van de ambtenaren niet. Naar sprekers meening is dat wel van be.u-L
Door den heer van Kroon is gezegd, dat deze voorstellen moesten
worden gedaan om een sluitende begrooting te krijgen. Naar aanlei
ding hiervan merkt spreker op, dat de commissies voor de begroc-
ting avonden hebben vergaderd, waarbij deze kwestie ter sprake is
gekomen. Daarbij bleek, dat de een was voor een korting van
weer anderen voor een hoogere korting, tot zelfs 20/>, terwijl een
zekere groep voor een progressieve korting was. Ten slotte is in
den raad een meerderheid verkregen voor dit laatste voorstel,weiKe
meerderheid verkregen werd niet omdat een der leden, die er voor
stemde, dit zoo graag deed, maar noodgedwongen om een sluitende
begrooting te krijgen. Toen eenmaal dat besluit genomen was,_la§
het naar sprekers meening,op den weg van B W om alle mogelijke
moeite te doen om dat besluit van den raad goedgekeurd te krijgen,
En nu spijt het spreker dit te moeten zeggen, maar naar zijne wee
ning heeft het college juist het tegenovergestelde gedaan, en bee.',
het den raad dus eenigszins dwars gezeten. Spreker wil hier nog
eens nadrukkelijk verklaren, dat de meerderheid van den raad bij
aanneming van dat voorstel geenszins de bedoeling had om het intel
lect te treffen, zooals van zekere zijde beweerd werd. Spreke? en
ook de andere leden hebben dat besluit uit eerlijke overtuiging
genomen omdat het niet anders kon. En als er samenwerking geweest
was, waarop hier zoo dikwijls van de zijde van B W een beiroep
wordt gedaan, dan hadden B W zelf eens naar den Bosch gegaan om
de meening van den raad te verdedigen, en dan gelooft spreke^ wel,
dat de goedkeuring op het raadsbesluit zou zijn gevolgd. Zooals
spreker echter reeds zeide, deden B W dat niet en hebben zij ge'r1
moeite gedaan om, met het oog op de gemeente-financiën, die goed
keuring te verkrijgen. Als lid van de commissie voor georganiseer»,
overleg, wil spreker er op wijzen, dÊLat bij de besprekingen in diu
commissie bleek, dat er ook geen overeenstemming was tusschen de
organisaties, en zoo is deze salariskorting een strijd geworden
tusschen ambtenaren en werklieden. Spreker betreurt dit, omdat dit
niet in het belang is van de gemeente, en zulks te meer omdat in
dezen tijd men op aller samenwerking is aangewezen om iets te kun
nen bereiken. Spreker begrijpt ook niet goed, hoe het mogelijk is,
dat in andere provincies wel goedkeuring verkregen wordt op beslui
ten tot het toepassen van een hoogere korting dan 6% op de salaris
sen van burgemeester, secretaris, enz. Spreker weet zelfs van een
gemeente, waar 12-^$ gekort wordt.