- 7 -
Wethouder SCHEFFELAAR wijst er op, dat de overschotten van het
eten uit de militaire keukens aan de armen wordt verstrekt. Waar
schijnlijk kan hiermede worden volstaan, zcodat het niet noodig is,
dat de Spijskokerij in werking wordt gesteld.
De heer SIMONS zegt/dat er vorige week nog menschen van Nieuw-
Borgvliet geruimen tijd aan de Spijskokerij hebben staan wachten,
doch onverrichter zake weer konden terug keeren,omdat er geen eten
verstrekt werd.
De heer VAN HAL vraagt, wat vorig jaar door de Spijskokerij is ui c
gegeven,toen de subsidie ^>00,bedroeg.
Wethouder JUTEN zegt, dat vorig jaar van dit bedrag niets aan^ de
gemeente is opgevraagd; de vereeniging had het toen blijkbaar niet
noodig.
De heer BEKEER is van meening, dat, als er door de Spijskokerij
niets gedaan wordt, het toch wel aanbeveling .verdient, dat door het
gemeentebestuur hieromtrent eens geïnformeerd wordt.
De heer SCHUYL zegt geen voorstander te zijn van een spijskokerij,
maar als hetgeen door den heer Simons naar voren gebracht is, juist is.
dan zou hl j er toch wel prijs op stellen, dat deze zaak eens onder
zocht werd. Spreker vraagt,of uit het feit, dat vorig jaar niet van
de subside der gemeente gebruik gemaakt is,moet worden geconcludee-
dat er niets meer gedaan wordt, of dat de bijdragen van particulier
zoodanig waren, dat men de subsidie niet noodig had. Naar sprekers
meening is eenige opheldering hieromtrent wel gewenscht.
Wethouder JUTEN zegt, dat door deze vereeniging altijd nuttig wc n;
verricht is. Er bestaat echter thans geen belangstelling meer voer.
Het is spreker bekend, dat er enkele malen gekookt is, doch er bij.,
geen liefhebbers kwamen om het eten te halen.
De heer SIMONS herhaalt,dat hij enkele malen gezien heeft, dat er
tevergeefs menschen op eten stonden te wachten.
De heer DIELISSEN deelt mede, dat in 1932 door hem is medegemaakt,
dat ÜOC liter erwtensoep in een minimum van tijd was uitgedeeld. Hij
is dan ook van meening,dat deze inrichting inderdaad nuttig werkzaam
kan zi jn.
De VOORZITTER zegt, dat nader hieromtrent geïnformeerd zal worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt de post hierna goedgekeurd.
Hoofdstuk IX par.2. Ondersteuning aan werkloozen.
Volgnummer 52g>. Werkverschaffing aan werxloozen.
De heer MUSTERS heeft gelezen,dat B W naar objecten voor de
werkverschaffing uitzien. In verband hiermede zou hij willen vragen
om, als het rioleeringsplan klaar is, te trachten ook voor dit werk
subsidie van het rijk te krijgen en het als werl§verschaffingsobject
aan te merken.
De VOORZITTER merkt op,dat dit niet zoo gemakkelijk meer gaat.
De heer BAKX is benieuwd hoe B W aan plannen zullen komen om
alle st eunt rekken den aan 11 werk te stellen, terwi jl zij nu nog geen
objecten voor de werkverschaffing hebben.
De VOORZITTER zegt, dat dit zoo maar niet gaat; er is wel degelijk
studie voor noodig.
De heer SCHUYL merkt op,dat door den heer Bakx bij zijnalgemeeno
beschouwingen reeds gewezen werd op het object,dat dezen winter in
werkverschaffing werd uitgevoerd, namelijk het werk in de haven.
Spreker is het daar geheel mee eens en hoopt dat bij nieuwe object
met den tijd, waarin zij zullen worden uitgevoerd, rekening zal word-n
gehouden. Wanneer deze menschen er nu zonder ziekten afkomen,kan hij
ze wel feü citeeren.
Ten aanzien van het plan van B W om de werkloozen te laten werken
voor den steun, merkt spreker op, dat dit iets nieuws is, dat B W
hiermede willen invoeren. Dit lijkt op een soort arbeiders dienst
plicht, en daar voelt spreker niets voor. Sprekers fractie zal deze
aangelegenheid dan. cok in het oog houden en hij hoopx, dat de andere
arb ei der sa f gevaar Jngden dit eveneens zullen doen. Spreker prefereert
wel werkverschaffing Doven steunverleening,maar niet op de manier va.
arbeiders dienstplicht'.
1