- 37 -
De heer BOSCHMAN wijst er op,dat deze belasting,evenals de riool
belasting, weer hoofdzakelijk zal drukken op den middenstand,die op
deze wijze als een citroen wordt uitgeknepen. Ook op de fabrieken en
industrie zal deze belasting zwaar drukken en daarom kan spreker
zich niet met dit voorstel vereenigen.
De heer MUSTERS merkt op, dat hij vanavond niet graag in de plaat'
van B W zou zijn, want die kunnen blijkbaar vandaag heelemaal geen
goed doen. Hij is van meening, dat deze belasting niet zoo zwaar op
den middenstand zal drukken als de heer Boschman denkt* Hij scho het
voorstel van B W billijk en zal er zijn stem dan ook aan geven.
De VOORZITTER begrijpt niet goed, wat de heer Boschman bedoelt.
De heer BOSCHMAN meent, dat dit toch duidelijk genoeg is. Anders
wordt altijd gezegd, dat we de industrie moeten steunen en de vesti
ging daarvan in onze gemeente zooveel mogelijk moeten bevorderen en
nu gaan we ze van tevoren al op een dergelijke manier belasten. Daar
kan hij zijn stem niet aan geven.
De heer WA LEER vindt 2fö van de huurwaarde niet te hoog en gelooi t
niet, dat dit voor de vestiging van fabrieken een bezwaar zal zijn.
De industrie kijkt meer naar de geldende loonen in de plaats waar a
zich vestigen wil» Naar zijn meening zal deze straatbelasting niet
zwaar drukken. Hij kan er zich dan ook wel mee vereenigen,of schoon
hij liever gezien had, dat B W met een aanlegbelasting waren ge
komen.
Wethouder JUTEN deelt mede, dat de door den heer Walder bedoelde
aanleg- of baatbelasting in voorbereiding is, en nog komt. De heer
Walder kan dus hieromtrent gerust zijn.
De heer SCHUYL zegt voor het voorstel van B W te zijn. De op
merking van den heer Boschman heeft hem echter gefrappeerd. Immers,
dat hij er tegen is, is zijn goed recht, maar kan hij dan ook zegge*
waar de 4-0.000,vandaan moeten komen, als dit voorstel zou worder
afgestemd? Naar sprekers meening moeten hier op de eerste plaats de
gemeenschapsbelangen worden behartigd en niet de groepsoelangen.
De heer BOSCHMAN zegt, dat de rioolbelasting er toch ook nog is.
Met aanteekening,dat de heer BOSCHMAN er tegen is, wordt het
voorstel van burgemeester en wethouders hierna zonder Hoofdelijke
stemming aangenomen.
Afdeeling I.
Gewone dienst.
Uitgaven.
Hoofdstuk II. Algemeen beheer.
Volgnummer 14. presentiegelden leden van den raad.
De heer VAN KROON stelt voor, het presentiegeld terug te brengen
0p en de vergoeding voor het bijwonen der commissievergade
ringen te laten vervallen.
Spreker wijst er verder op, dat de uitbetaling van het presentie
geld thans geschiedt door een ambtenaar, die daar verschillende dager
mee kwijt is. Het kan naar zijn oordeel beter geschieden door het
geld per post over te maken, dan kan die ambtenaar voor beter werk
gebruikt worden.
Het voorstel van den heer van Kroon wordt voldoende gesteund.
De heer BOSCHMAN zegt indertijd het voorstel tot verhooging van
het presentiegeld gedaan te hebben met het oog op het verlet der
arbeiders-afgevaardigden. Op dienzelfden grond is spreker thans
tegen het voorstel van den heer van Kroon. De arbeiders—af gevaar—
digden mogen van hun raadslidmaatschap geen financieel nadeel heo'oe.
De heer DEMMERS wil het presentiegeld handhaven, maar alleen de
vergoeding voor de commissievergaderingen laten vervallen, waartoe
hij dan ook het voorstel doet.
De heer MUSTERS zegt verbaasd te zijn, dat het voorstel van den
heer van Kroon direct gesteund is door den heer Juten, waar toch aan
de salarissen der wethouders niet getornd is. Het is dan wel gemak
kelijk om voor verlaging van het presentiegeld, dat men ook als raad
lid nog krijgt, te zijn. Wanneer men het presentiegeld per vergade
ring bekijkt, dan lijkt net hoog, maar dat is het niet als men ziet,
hoeveel werk ervoor gedaan moet worden. Hij is er dan ook voor,om
het te laten zooals het is.